Verenigingsmeuws
Ledenvergadering
Notulen van de ledenvergadering, gehouden op
6 november 1991 in het provinciehuis van Noord-
Holland te Haarlem
1 Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet de aan
wezigen welkom op de vergadering, die tevens als
afsluiting geldt van dit lustrumjaar, met aanslui
tend een studiedag gewijd aan aspecten van lokale
en regionale geschiedbeoefening.
Vierentwintig leden wonen voor de eerste maal
een ledenvergadering bij, namelijk de dames cq
heren Baten, Beekhuis-Snieders, Van den Berg,
Blazer, Buiskool, Deimveld, Dikkers, Van Doorn
malen, Van Dun, Evertse-Crince le Roy, Fernhout,
Hageman, Hermans, Hijma, Jeurgens, De Jong,
De Jonge, Kuipers, Van Maanen, Van Mortel,
Priester, Rikhof, Scholten en Van Vlijmen.
2 Mededelingen
Er waren geen specifieke mededelingen.
3 Notulen van de vergadering
van 12 maart 1991
Deze worden goedgekeurd onder dankzegging aan
de samenstelster.
4 Aktiviteiten- en beleidsplan
Als gevolg van de festiviteiten rond het eeuwfeest
is er inzake de ontplooiing van de gebruikelijke ak
tiviteiten dit jaar pas op de plaats gemaakt. Een en
ander moet in 1992 weer opgepakt worden.
De voorzitter maakt voorts melding van een
door het bestuur uit te brengen beleidsplan, waar
in voor de middellange termijn (1993-1996) de
koers, die de Vereniging de komende jaren moet
gaan varen, wordt uitgestippeld. Op de voorjaars
vergadering zal het plan aan de leden worden ge
presenteerd.
5 Begroting 1992
De penningmeester wijst allereerst op een zetfout.
Bij de uitgaven van 'Exploitatie Tijdschriften' staat
achter 'Microfilmeditie nab' ƒ2500,- vermeld.
Deze 2500,- verhuist naar de post 'Janus', terwijl
de 'Microfilmeditie' een pm-post is.
Het jaar 1992 zal in het teken staan van het her
stel van de liquide middelen, die dit jaar zijn aan
getast als gevolg van de onkosten, gemaakt voor
het eeuwfeest van de Koninklijke Vereniging. Het
beoogde herstel zal worden bewerkstelligd door bij
de tijdschriften te streven naar meer kwaliteit voor
dezelfde prijs; verdergaande professionalisering
van de advertentiewerving; efficiëntere en effectie
vere centrale ondersteuning door het bureau van
de Koninklijke Vereniging; verhoogde abonne
mentsopbrengsten van de tijdschriften door het
verdwijnen van gratis abonnementen; extra baten
door de herziening van de contributieklassen en -
bedragen per 1991aanvulling in 1992 van in 1991
aangesproken reserveringen ten behoeve van toe
komstige extra aktiviteiten.
6 Benoeming nieuwe voorzitter
Als inkomend voorzitter wordt mevrouw Yvonne
Bos-Rops, gemeentearchivaris van 's-Hertogen-
bosch, voorgesteld. Afgetreden als secretaris van
de Koninklijke Vereniging in 1990 beschikt me
vrouw Bos over de nodige bestuurlijke ervaring
waardoor de onontbeerlijke continuïteit wordt ge-
[60]
waarborgd. De vergadering gaat unaniem akkoord
met haar benoeming.
7 Afsluiting Eeuwfeest
Terugblikkend belicht de voorzitter de ontwikke
lingen die hebben geleid tot het ambitieuze plan
om in het kader van het eeuwfeest achtereenvol
gens een nationaal congres te Groningen, een in
ternationaal congres te Maastricht en een nationa
le archiefmanifestatie in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam te organiseren. De voorzitter betuigt zijn
grote erkentelijkheid aan al diegenen, die er door
hun inspanningen toe hebben bijgedragen dat het
lustrum als mijlpaal in de geschiedenis van de Ver
eniging een groot sukses mag worden genoemd.
8 Uitreiking van
de Van Wijnpenning
Als uitvloeisel van de lustrumaktiviteiten maakt de
voorzitter melding van de grote verdiensten van de
heren prof. mr J.Th. de Smidt en drs J.N.T. van
Albada, respektievelijk voorzitter en bestuurslid
van de Stichting Eeuwfeest.
Zij krijgen hiervoor de Van Wijnpenning uitge
reikt, ter gelegenheid waarvan de voorzitter een
woord van dank uitspreekt.
'Ruim vijf jaar geleden was in de boezem van het
bestuur het plan ontstaan om die leden die zich op
enigerlei wijze bijzonder in het belang van de ver
eniging hebben ingespannen, op adequate wijze
daarvoor te honoreren. Het aantal middelen dat de
vereniging daartoe ten dienst stond was echter zeer
beperkt; in feite bestaat er slechts het erelidmaat
schap, dat bedoeld is voor diegenen die zich gedu
rende een zeer lange periode op buitengewone
wijze voor de vereniging of het archiefwezen in het
algemeen verdienstelijk hebben gemaakt. Een in
stituut als een "lidmaatschap van verdienste" kent
de vereniging statutair niet. Vanuit die gedachten-
gang is het idee ontwikkeld om een penning in te
stellen, die uitgereikt kan worden aan diegenen die
zich extra in het belang van de vereniging hebben
ingezet en voor wie het erelidmaatschap (nog) niet
het geëigende middel is. Ook de naam Hendrik
van Wijn verdient enige toelichting: Van Wijn
(I74°-i83i) was als archivaris een zeer veelzijdig
man, die in zijn zeer lange carrière zich op vele
niveaus met zeer uiteenlopende aspecten van het
archiefvak heeft beziggehouden. Zo was hij als
pensionaris van Den Briel (1771-1778) betrokken
bij het stedelijk archief. Ook was hij actief in de
voorbereiding van een geschiedschrijving en bij de
publicatie van archiefbronnen. In 1802 werd Van
Wijn door het Staatsbewind tot archivaris aan
gesteld, waarmee hij in feite de eerste algemene
rijksarchivaris was. In datzelfde jaar werd hij ook
door het gewestelijk bestuur van Holland tot
archivaris benoemd. Ook in het internationale
vlak liet Van Wijn zich niet onbetuigd: hij maakte
een archiefreis naar Bergen in België, vanwaar hij
een groot aantal Hollandse charters meebracht.
Door zijn benoeming in 1814 tot landsarchivaris
(hij was toen reeds 74 jaar!) was Van Wijn de
grondlegger van het Algemeen Rijksarchief. De
Hendrik van Wijnpenning is tot nu toe slechts
éénmaal uitgereikt: op 1 april 1987 aan dr EC.J.
Ketelaar in verband met zijn belangrijke rol in de
totstandkoming van de serie Overzichten van de
archieven.1
Het bestuur heeft onlangs besloten aan een
tweetal personen de Hendrik van Wijnpenning
toe te kennen, onder andere wegens hun belang
rijke rol tijdens de voorbereiding en uitvoering
van de eeuwfeest-activiteiten van onze vereniging.
De eerste penning is bestemd voor prof. mr J.Th.
de Smidt, die in de lustrumperiode een zware dub-
belfuntie heeft vervuld. Allereerst was hij voorzit
ter van de Stichting Eeuwfeest van de van, de
stichting die alle lustrumactiviteiten coördineerde.
Toen hij voor die functie werd benaderd - hij had
net zijn werkzaamheid als hoogleraar rechtsge
schiedenis in Leiden en Amsterdam neergelegd -
stond ons voor ogen dat hij als technisch voorzitter
leiding aan de vergaderingen zou moeten geven.
Het echte werk zou wel door de collega's in dat be
stuur worden gedaan. De Smidt toonde zich ech
ter zeer betrokken bij het gehele lustrum en stortte
zich met hart en ziel in de vele werkzaamheden.
Mede aan zijn vasthoudendheid en doorzettings
vermogen is het te danken geweest dat het plan
voor een Nationale Archiefmanifestatie, die nu zo
[61]