van de initiatieven die inmiddels ondernomen zijn
op lokaal en regionaal niveau in de archivering en
conservering van het audiovisueel materiaal. Vol
gens haar vormen de vier grote instellingen géén
dekkend netwerk en met de eventuele komst van
een nationaal archief is het gevaar groot dat de se
lectiecriteria dermate opgetrokken worden, dat
veel materiaal verloren gaat. Daarnaast hechtte zij
veel belang aan juist de mogelijkheid om audiovi
sueel materiaal dicht bij huis te kunnen raadple
gen. Drempelverhoging als gevolg van geografi
sche afstand is niet aan te bevelen. In haar optiek
kunnen de archiefdiensten een rol bij uitstek spe
len in de ter beschikkingstelling van audiovisueel
materiaal aan de bezoekers. Overigens ging zij uit
van een zéér ruime interpretatie van het begrip ar
chief.
De problematiek rondom de audiovisuele ar
chieven zette zij uiteen in een aantal heldere pun
ten:
1 geen systematische acquisitie, vanwege het ont
breken van geld en mankracht
2 enorme kostendruk die met goede archivering
van films gepaard gaat, zowel in conserverings- als
in ontsluitingszin
3 toegankelijk maken vergt een know-how die
door de bestaande opleidingen niet geleverd kan
worden.
In de visie van Lauwers is het audiovisueel produkt
een logisch gevolg van de ontwikkeling in archief
vorming. Het gebrek aan bereidheid bij het Ne
derlands archiefwezen om zich te ontfermen over
het audiovisueel materiaal is niet zozeer een gebrek
aan geld, maar veel meer een mentaliteitskwestie.
De archiefwet wordt tenslotte door archivarissen
als bescherming gebruikt om iets niet te doen!
De volgende spreker, Michiel Gerding, bena
drukte dat het gedeelte 'audio' van audiovisueel
nog niet naar voren gebracht is. Tot nu toe lag het
accent op het visuele materiaal en het geluidsmate
riaal was nog niet aan bod gekomen. Niet geheel
vreemd gezien de Drentse achtergrond: de be
zorgdheid over de toekomst van het Drents Ge
luidsarchief. Dit archief heeft een logeeradres ge
vonden in één van de depots van het rijksarchief.
Maar het is zeker niet de bedoeling dat ook de zorg
en het beheer voor dit archief door de rijksarchiva
ris op zich genomen zal worden. Voor wat betreft
de acquisitie van visuele bronnen speelt het Drents
Museum een belangrijke rol: men heeft daar in
middels een aardige foto- en filmcollectie opge
bouwd. Er is sprake van een gentlemens agreement
tussen het museum en het rijksarchief over de ac
quisitieterreinen: het rijksarchief acquireert alleen
het geschreven materiaal, het museum het foto- en
beeldmateriaal. Deze afspraak staat nergens zwart
op wit en een registratie van uitgewisselde items is
in het verleden nooit bijgehouden.
De provinciaal historicus achtte deze situatie
niet gelukkig vanwege het ontbreken van de toe
gankelijkheid van het foto- en filmarchief in het
Drents Museum. Raadpleging gaat erg moeilijk;
eerst moet een afspraak gemaakt worden met de
beheerder van het archief, slechts één persoon die
géén vervanger heeft, en vervolgens verloopt de
bestudering moeizaam omdat er geen ruimte ge
noeg is. De provinciaal historicus benadrukte in
deze de rol die het rijksarchief zou kunnen spelen
in de raadpleging van het audiovisueel materiaal.
Het rijksarchief kan zorgdragen voor een goede
dienstverlening en begeleiding van de bezoekers.
De financiële kant van de zaak zou dan gedragen
kunnen worden door een samenwerkingsmodule
waarin de provincie, het Drents Museum en het
rijksarchief een rol spelen.
Om de dienstverlening en toegankelijkheid te
optimaliseren dienen er aan de Rijks Archiefschool
cursussen gegeven te worden voor het beheren van
audiovisueel materiaal.
Gerding deelde voor wat betreft een eventuele
oprichting van het Nationaal Audiovisueel Archief
de mening van Lauwers. Beiden kozen zij duide
lijk voor optie 2.
De vertegenwoordiger van de Rijksarchief
dienst, Jos Wieland, rijksarchivaris in Flevoland en
belast met archieven op moderne dragers, had de
moeilijke taak het niet-archivistisch publiek dui
delijk te maken wat de problemen bij de Rijksar
chiefdienst zijn aangaande het audiovisueel mate
riaal. Hij haalde dan ook Samsons Archiefbeheer in
de praktijken, waarin onder het gedeelte 'Speciale
Collecties' (band 2, 5500-1) in de paragraaf 5530
de 'audiovisuele materialen' aan de orde komen.
Wieland benadrukte het verschil tussen collectie
en archief en dat in de archiefdiensten het collec-
[38]
tiebeheer een 'restgroep' vormt, vaak de biblio
theek, de topografisch-historische atlas en de au
diovisuele collectie samen.
De uitleg van het begrip archiefstuk was be
perkter dan van Lauwers, al gaf Wieland wel aan
dat er sprake is van een 'glijdende schaal'. Zo stelde
hij dat bijvoorbeeld de Postbus-51 mededelingen
archiefstukken kunnen zijn, die door de overheid
geproduceerd zijn in verband met haar voorlich
tende taak. De uitspraak 'ongeacht hun vorm' kan
dan als ontsnappingsclausule gelden. Ook films
(zowel amateur- als journaalfilms) die bij een
rechtszaak gebruikt worden, ontsnappen niet aan
de typering archiefstuk.
De reacties uit de zaal maakten duidelijk dat
deze archivistisch juiste interpretaties moeilijk te
vatten zijn en zeker niet overtuigend werken. Het
volgens de wet en de archivistiek benaderen van
dit probleem werd als uitermate ambtelijk be
schouwd.
Wieland benadrukte in deze ook het grote ver
schil dat er bestond tussen de Rijksarchiefdienst en
de gemeentearchieven. Een klein onderzoek zij
nerzijds had geleerd dat ruim 67 gemeentearchie
ven actief audiovisueel materiaal beheren en dat
slechts vijf rijksarchieven zich hiermee bezig hiel
den. Het probleem ligt dan ook niet zozeer bij het
audiovisueel materiaal dat met de overheidsarchie
ven meekomt, maar veeleer bij het materiaal dat
door particuliere of semi-overheidsinstanties ge
produceerd wordt. Ook ziet de rijksarchivaris in
Flevoland een verandering in de verhouding tus
sen rijk en gemeente als het om acquisitie gaat: was
het twintig jaar geleden nog een kwestie van 'elkaar
de vliegen afvangen', heden ten dage is men blij als
de ander de verantwoordelijkheid op zich neemt.
'Neem jij dit archief voor je rekening? Fijn dan
kost het mij geen geld!'
Om een Limburgs voorbeeld te geven: het ar
chief van de regionale omroep is wel door het rijks
archief overgenomen maar het bandarchief niet,
voornamelijk vanwege de gigantisch hoge kosten
die een goed beheer in haar totaliteit met zich mee
brengt. Het geluidsarchief is in een dermate slech
te toestand en zozeer ontoegankelijk dat met de
huidige stand van zaken, zowel qua budget als qua
personeel, het rijksarchief de verantwoording niet
kan dragen.
Het heldere verhaal van Wieland werd gevolgd
door het voorlezen van de stellingen van Walter
Etty, formateur van de lokale omroep Amsterdam.
Van de vijf stellingen was de laatste de meest inte
ressante voor ons archivarissen. 'Ook al regelt de
archiefwet niets over audiovisueel materiaal, toch
zijn gemeentelijke en provinciale archieven de bes
te instellingen om deze taak te behartigen. Niet de
drager van de informatie, maar de informatie zelf
behoort bepalend te zijn. Om dubbelwerk van bi
bliotheken of omroepen te voorkomen moeten ge
meenten en provincies die keus ook bekend maken
en financieel ondersteunen.'
De discussie
De discussie had een wat warrig karakter omdat
verschillende standpunten naar voren gebracht
werden die meer woord en wederwoord waren dan
een coherente benadering van de problematiek.
Dat kon natuurlijk moeilijk anders omdat diverse
belangen door elkaar speelden en de gezichtspun
ten fundamenteel verschilden.
Opvallend was de scherpe kritiek op het nob
vanuit de zaal, zozeer zelfs dat een vertegenwoor
digster van deze instelling zich gedwongen voelde
de woordvoerders van de omroepverenigingen van
een scherpe en duidelijke repliek te dienen. Deze
repliek bracht de problemen schrijnend naar vo
ren: het gaat niet om een paar banden maar om
duizenden, en deze collectie groeit maar door. De
race tegen de onbarmhartige klok van het verval
van het materiaal is uitzichtloos. En de grote toe
stroom van materiaal is vooral te wijten aan een ge
brek aan selectie bij de omroepen zelf. 'Laat nooit
de producenten zelf de selectiecriteria opstellen,
want dan blijft alles bewaard!', zo werd duidelijk,
want het creatieve element is té groot. Dit pro
bleem van de selectie, een noodkreet van de ar-
chiefbeherende instelling, een nachtmerrie van de
programmamakers werd geïllustreerd door een
voorbeeld van Siem van der Woude van het rijks
archief in Friesland uit de acquisitiepraktijk: de
produktie van een noeste amateurfilmer bedraagt
geen twee dozen, maar een volledige personenauto
vol, inclusief de plaats naast de bestuurder. En dan
te bedenken dat de amateurfilmkunst, de huis-,
[39]