geven van het Franse archiefwezen in combinatie
met de organisaties van de deelnemende landen.
Een zeker element van traditionele Franse cul
tuurpolitiek mag hierbij natuurlijk niet vergeten
worden.
In dat eerste jaar bestond de groep deelnemers
uit een veertigtal chartistes en een zestal bui
tenlandse archivarissen uit onder meer Argenti
nië, Griekenland, Groot-Brittannië en Neder
land. De eerste Nederlandse vertegenwoordiger
was H. P. H. Camps.
Vanaf 1951 is elk jaar een stage georganiseerd,
waarbij uiteindelijk gemiddeld een veertigtal
deelnemers aanwezig was in de verhouding van
ongeveer dertig buitenlandse stagiaires en tien tot
vijftien leerlingen van de Ecole des Chartes.
De driemaandelijkse stage werd tot midden ja
ren tachtig gehouden in de eerste maanden van
het jaar, maar nu heeft men gekozen voor de
maanden april-juni. Zondermeer de mooiste
maanden om in Parijs te verblijven!
De deelnemers
In 1988 werd ter gelegenheid van het elfde interna
tionale archiefcongres, en het tweede in Parijs ge
organiseerde congres, een Annuaire, ippi-ip88
(Direction des Archives de France, Parijs 1988)
uitgebracht, waarin de namen verzameld staan
van 1200 archivarissen uit 91 landen die deelgeno
men hebben aan de stage. Hieronder bevonden
zich 21 Nederlanders: onder de eerste vertegen
woordigers vindt men bekende namen zoals
G.W. A. Panhuysen (1957) en A.E.M.Ribberink
(1961) en onder de laatste vertegenwoordigers P.
Brood enj. A.M. Y. Bos-Rops (1983).
Met het aantal van 21 deelnemers bevindt Ne
derland zich in de middenmoot van de lijst voor
wat betreft het aantal deelnemers. Veel stagiaires
blijken te komen uit het voormalige West-Duits-
land, België, Canada, Spanje, Italië, Polen en
Roemenië. Slechts een enkeling is bijvoorbeeld
afkomstig uit Australië, Bolivia, Paraguay, Japan
of Laos. Ook uit de Verenigde Staten komt maar
af en toe een deelnemer. Opvallende afwezigen
zijn de Scandinavische landen; alleen Zweden
heeft een enkeling afgevaardigd.
De laatste paar jaar wordt de stage 'druk' be
zocht door Spaanse en Algerijnse archivarissen,
zeker twee of drie per jaar. De stage '91 werd ge
kenmerkt door de deelname, na vele jaren van
afwezigheid, van een Russische en twee Engelse
collega's. Onder de vierendertig buitenlandse
deelnemers bevonden zich verder een vijftal Cana
dezen, een Duitser, twee Roemenen, een Tsjech,
twee Polen, een Kaap-Verdische, een Togolees, een
Nigeriaan, twee Haïtianen, een Tunesiër, drie Ita
lianen, twee Spanjaarden, twee Brazilianen, twee
Grieken en een Zwitserse. Daarnaast waren nog
vier Franse documentalisten en dertien chartistes
aanwezig. Onder de stagiaires bevonden zich
24 vrouwen. De leeftijdsopbouw van de groep va
rieerde sterk: de chartistes zijn ongeveer 22/23 jaar
en de gemiddelde leeftijd van de stagiaires ligt
rond de 32.
De deelname aan de stage door vertegenwoor
digers uit de voormalige Oostbloklanden en de
USSR ging overigens niet over rozen; er waren veel
problemen met visa, beurzen en onderdak. Behal
ve de Poolse deelnemers, kwamen als gevolg van al
deze problemen de Oosteuropese participanten
ruim een maand later op de stage.
1991: een jaar van experimenteren
Na een tijdvak van consolidatie in de opleiding
van de Franse archivarissen vond dit jaar een klei
ne revolutie plaats. Tot 1990 werd de opleiding
traditioneel verzorgd door de Ecole des Chartes,
die een deel van haar leerlingen, de toekomstige
archivarissen, liet deelnemen aan de Stage Techni
que georganiseerd door de directie van de Archi
ves Nationales als praktisch onderdeel. Dit jaar
echter is de Ecole du Patrimoine gesticht, waar
twee groepen leerlingen onderricht krijgen: de
toekomstige archivarissen en de toekomstige mu
seumconservatoren. Het lespakket van de chartis
tes lijkt grosso modo op het onderwijsprogramma
voor hogere archiefambtenaren aan de Rijks Ar-
chiefschool.
Hoewel de opleiding aan deze nieuwe school
door de huidige lichting chartistes als een extra
verlenging en belasting van hun opleiding be
schouwd wordt, zijn de meningen in Frankrijk
[356]
over het algemeen positief over deze ontwikke
ling. De opvatting dat dezelfde school die profes
sionele mediaevisten vormt per definitie ook kun
dige archivarissen voortbrengt, is inmiddels verla
ten. Wel blijft het feit dat alle Franse chartisten
ook historici zijn en grotendeels blijven.
Dat dit jaar van experimenteren een minder
leuke kant had, bleek wel uit de reacties na afloop
van de stage over de geringe mate van integratie
tussen de chartistes en de stagiaires. Voorgaande
jaren werden méér lessen en excursies gezamenlijk
ondernomen, terwijl dit jaar de nieuwe Ecole haar
leerlingen een (over)vol programma voorschotel
de. Heel sneu was het dat voor het eerst in de ge
schiedenis van de stage de chartistes niet mee kon
den met de studiereis vanwege een ingelaste exa
menperiode.
Of de huidige organisatie van de stage in com
binatie met de Ecole du Patrimoine in de toe
komst zal blijken te voldoen aan de verwachtin
gen en eisen blijft nog maar zeer de vraag.
Het lesprogramma
Globaal viel het programma uiteen in een vijftal
onderdelen. De eerste fase was de kennismaking
met het Franse archiefwezen. Daarna volgde een
onderdeel toegespitst op het institutionele en ju
ridische kader van het Franse archiefwezen in ver
gelijking met de overige landen. Het derde ge
deelte richtte zich op de archiefbestanden zelf en
de toegankelijkheid daarvan. De conserverings
problematiek en de restauratie in een brede con
text kwam in het vierde blok ter sprake en als laat
ste onderdeel werd de rol en de functie van de ar
chiefdiensten in het culturele leven aan de orde
gesteld.
Het eerste gedeelte, de kennismaking met het
Franse archiefwezen, omvatte zeven bijeenkom
sten waaronder twee rondleidingen door de Ar
chives Nationales en het caran en voordrachten
over het administratief kader en de geschiedenis
van het Franse archiefwezen. De directeur van de
Franse archieven, M. J. Favier, hield in dit blok de
openingsrede van de stage: een voordracht over de
ontwikkelingen in de historiografie in Frankrijk.
Het tweede gedeelte van de stage, het institu
tioneel en juridisch kader van het archiefwezen
zowel in Frankrijk als in de aan de stage deelne
mende landen, nam zeventien bijeenkomsten
in beslag. Veel ruimte, maar helaas nog niet ge
noeg, was gereserveerd voor de internationale
vergelijkingen tussen de deelnemende landen.
Ook de gemeentearchieven, de particuliere ar
chieven, waarbij veel aandacht geschonken werd
aan de bedrijfsarchieven, en de missions van de
Archives Nationales bij de ministeries werden be
handeld. Excursies werden georganiseerd naar en
kele bedrijfsarchieven, ministeries en naar het ar
chief van het ministerie van Buitenlandse Zaken,
dat net als het ministerie van Defensie een eigen
archiefdienst heeft.
Het derde gedeelte van het programma richtte
zich op de archiefbestanden zelf. Een onderdeel
hiervan waren de travaux pratiquesdie nog maar
sinds kort deel uitmaken van het programma. Tij
dens deze praktijkoefening werd men geconfron
teerd met allerlei vormen van toegankelijk maken;
van de eerste beginselen van indicering tot aan de
verwerking van gegevens in databases. Zeker voor
die stagiaires die weinig praktij konderricht geno
ten hebben een nuttige ervaring. Deze travaux
pratiques namen bijna rwee weken in beslag. Ver
der werd in zes bijeenkomsten nog uitgebreid
aandacht besteed aan registratuur en pre-archive-
ring, en aan de audiovisuele en de geluidsarchie
ven. Een bezoek aan het centrum van de contem
poraine archieven te Fontainebleau werd in dit
kader georganiseerd. Overigens werd ook een
rondleiding verzorgd door het beroemde ch&teau
van Fontainebleau!
Het vierde onderdeel van het programma om
vatte negen bijeenkomsten en stond grotendeels
in het teken van de conservering en restauratie
van archiefbestanden, waaronder ook de micro
verfilming en de toepassing van beeldplaten viel.
Ook het onderwerp archiefgebouwen en de meest
recente opvattingen hierover werd behandeld. Di
verse bezoeken werden afgelegd aan bedrijven
die beeldplaten produceerden, aan microver
filming deden en zuurvrij karton en papier fabri
ceerden. Ook werd het moderne gebouw van de
archieven van het departement Seine-Saint-Denis
bezocht.
Het vijfde en laatste gedeelte van de stage be-
357]