Centrale Archiefselectiedienst
Het kb van 24 maart 1981, Stb. 186, houdende in
stelling van een Centrale Archief Selectiedienst, is
vervangen door het kb van 17 juli 1989, houdende
nieuwe regels met betrekking tot taak en werkwij
ze van de Centrale archiefselectiedienst, Stb. 365.
Burgerlijke stand
Bij kb van 24 augustus 1989, Stb. 351 is aan artikel 1
van het Besluit Burgerlijke Stand een tweede lid
toegevoegd, luidende
'Ten aanzien van de registers van de burgerlijke
stand die zijn overgebracht naar een gemeentelij
ke archiefbewaarplaats in de zin van de Archief
wet 1962 is de beheerder van die bewaarplaats be
last met het bewaren van de onder hem berusten
de registers en met het doen van de wettelijk
voorgeschreven kantmeldingen'.
De hier bedoelde bevoegdheden hebben de be
heerders van de rijksarchiefbewaarplaatsen op
grond van artikel 15 van de Archiefwet 1962. Uit
de nota van toelichting op het kb blijkt dat eer
lang de in artikel 15 van de Archiefwet 1962 gere
gelde materie in aangepaste vorm in de regelge
ving betreffende de burgerlijke stand zal worden
ondergebracht; daartoe zal bij een herziening van
titel 4 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wor
den overgegaan.
Het kb introduceert een nieuwe procedure
voor de bewaring van de dubbelen van de registers
van de burgerlijke stand. De dubbelen van de re
gisters worden, zodra de controle door het open
baar ministerie heeft plaatsgevonden, door de
griffier van de rechtbank overgebracht naar een
centrale bewaarplaats. De minister van Justitie
draagt zorg voor de zich in die centrale bewaar
plaats bevindende bescheiden, waaronder de
kantmeldingen die worden ingezonden door de
ambtenaren van de burgerlijke stand. Vanuit de
centrale bewaarplaats zullen de bescheiden, inge
volge artikel 5 van de Archiefwet 1962, worden
overgebracht naar de onderscheiden rijksarchief
bewaarplaatsen.
Archiefoverdrachten
Het Besluit archiefoverdrachten rijksadministra
tie (kb van 9 november 1988, Stb. 541) regelt - voor
wat de ministeries en hun archiefvormende on
derdelen betreft - wat er met de archiefbescheiden
moet gebeuren in geval van reorganisatie, op
heffing of privatisering.
Beveiliging van geheimen
In de artikelen 52 en 56 van het Archiefbesluit
wordt verwezen naar de voorschriften ten aanzien
van de beveiliging van geheimen. Tot die voor
schriften behoorde her Beveiligingsvoorschrift 11-
1961. Dit is vervangen door de Aanwijzingen voor
de beveiliging van staatsgeheimen en vitale onder
delen bij de Rijksdienst, vastgesteld bij besluit van
de Minister-President, Minister van Algemene
Zaken, handelende in overeenstemming met het
gevoelen van de Raad van ministers', van 20 ja
nuari 1989, Stcrt. 29.
Waterschappen
Ingevolge de nieuwe Wet gemeenschappelijke
regelingen, Stb. 1990, 609 is artikel 32 van de
Archiefwet 1962 vervallen: zoals in de vorige
aflevering van deze rubriek is betoogd, had artikel
32 sedert de verruiming van de mogelijkheden
voor waterschappen ingevolge de WGR-herzie-
ning in 1984 nauwelijks nog zelfstandige beteke
nis.
De nieuwe Waterschapswet (Stb. 1991, 379) be
vat onder andere bepalingen over de instelling en
opheffing van waterschappen. Op een nader bij
kb te bepalen tijdstip treedt deze wet in werking.
Dan zal ook komen te vervallen het huidige arti
kel 14 van de Waterstaatswet 1900 dat (ingevolge
artikel 42 van de Archiefwet 1962) bepaalt dat een
besluit van Provinciale Staten tot opheffing, ver
eniging of splitsing van waterschappen ook een
bepaling omtrent de archiefbescheiden moet be
vatten.
[342]
Tarieven
Bij beschikking van 21 maart 1990, Stcrt. 74 is
vastgesteld de Regeling tarieven rijksarchief
dienst. Deze vervangt regelingen uit 1982 en 1983.
In verband met artikel 14, tweede lid, van het Ar
chiefbesluit zijn enige onderdelen van de Regeling
tarieven rijksarchiefdienst ook van belang voor
gemeenten aan wie door het Rijk archiefbeschei
den in bewaring zijn gegeven.
Bewijs- en rechtskracht
Aan de bewijs- en rechtskracht van (reprodukties
van) archiefbescheiden heeft de minister van wvc
op 26 juni 1990 een circulaire gewijd. Deze circu
laire is toegezonden aan de overige ministers, het
Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten, de Unie van Waterschap
pen en een groot aantal instellingen en organisa
ties op het gebied van het archiefwezen. De circu
laire is gepubliceerd in de Staatscourant nr. 130 en
in de Schuurman Jordens-editie van de Ar
chiefwet 1962.
De aanleiding tot de circulaire was een vraag
van een van de ministeries hoe de in de Archiefwet
1962 en het Archiefbesluit geopende mogelijkheid
tot vervanging van originele archiefbescheiden
door fotografische reprodukties zich verhoudt tot
de noodzaak om uit een oogpunt van bewijs
kracht archiefbescheiden in originele vorm te be
waren. In dit verband werd ook de vraag gesteld of
telefaxen archiefbescheiden in de zin van de Ar
chiefwet 1962 zijn. De beantwoording daarvan is
aangegrepen om het verschil tussen bewijs- en
rechtskracht uiteen te zetten, om aan te geven
welke mogelijkheden onder geldend en toekom
stig archiefrecht bestaan voor vervanging van ori
ginele archiefbescheiden door reprodukties en om
in herinnering te brengen dat de Archiefwet 1962
geen onderscheid maakt tussen schriftelijke en
niet-schriftelijke registraties. Met dit laatste is ook
tegemoet gekomen aan een wens van de Algemene
Rekenkamer die in Archiefbeheer en -behoud bij
het Rijk aandrong op duidelijkheid inzake de sta
tus van geautomatiseerde bestanden.3
Afgesloten 1 september ippi
Noten
1 N AB 91 (1987) 315-339-
2 Deze wetswijziging is abusievelijk
niet verwerkt in de 14e aanvulling
op de commentaar van Duparc-
Hinrichs-Ketelaar.
3 Bijlagen Handelingen Tweede
Kamer 1987-1988, 20665 nr- 2>
blz. 24-25; nrs. 3 en 6, vraag/ant
woord 33. De Algemene Reken
kamer drong meer algemeen aan
op ontwikkeling van het beleid
voor het opslaan, vernietigen, be
waren enz. van geautomatiseerde
bestanden. Daaarover publiceerde
de Rekenkamer op 31 oktober jl.
een rapport Archiveringen beheer
van machineleesbare gegevensbe
standen bij het Rijk, Bijlagen Han
delingen Tweede Kamersppi-ippi,
22362.
[343]