4 2 Dispensatie 42 1 Betekenis 3 5 Niet langer dan 100 jaar De bepaling van artikel 21, laatste volzin, van het Archiefbesluit (die alleen toepasselijk is in geval van beperking van de openbaarheid van reeds in een archiefbewaarplaats berustende archiefbe scheiden), wordt in het vierde lid van artikel 7a overgenomen en uitgebreid tot alle openbaar heidsbeperkingen, dus ook die op het moment van overbrenging (MvT, blz. 43)23. De termijn van honderd jaar zal worden aangepast bij de herzie ning van de archiefwet (MvA, blz. 38) 4 Opheffing en dispensatie Het derde lid van artikel 7a behandelt zowel het opheffen van een openbaarheidsbeperking als het ten aanzien van een verzoeker buiten toepassing la ten. De verschillen tussen beide komen in para graaf 4.3 aan de orde. 4 1 Opheffing Tot nu toe werd aangenomen dat het orgaan dat bevoegd is tot het stellen van een openbaarheids beperking, ook bevoegd is die beperking op te heffen. Dat komt nu uitdrukkelijk in de wet te staan. Voor wat de rijksarchiefbewaarplaatsen be treft zijn daarbij in het algemeen twee zorgdragers betrokken: de minister van wvc (zorgdragende voor de in de rijksarchiefbewaarplaatsen berus tende archiefbescheiden) en de minister of andere zorgdrager (bijvoorbeeld gs) op wiens last de ar chiefbescheiden zijn overgebracht. In de gemeen ten en waterschappen vallen beide zorgdragers sa men in b. en w. en het dagelijks bestuur van het waterschap - ook wanneer de last tot overbrenging (artikel 17 Archiefbesluit) ingevolge delegatie of mandaat op naam staat van bijvoorbeeld een diensthoofd.24 Met de mogelijkheid om ten aanzien van een bepaalde onderzoeker een openbaarheidsbeper king buiten toepassing te laten, wordt geïntrodu ceerd wat in andere landen reeds langer bestaat, de zogenaamde clearance of derogation. In 1984 noemde ik dit derogatie2', maar bij nader inzien is dit voor de in artikel 7a, lid 3, bedoelde ont heffing toch geen juiste term. De met de Fran se dérogation vertrouwde Duchein26 kan schrij ven Dans aucun pays du monde un citoyen ne peut exiger une dérogation aux lois en sa faveur: tou- te dérogation implique une exception au droit commun, qui n'estjamais obligatoire'. Zo is derogatie dus een bijzondere gunst. En 'waar uitzondering plaats heeft, vindt gunst plaats: en waar gunst plaats vindt, is misbruik voor de deur' - Bakhuizen van den Brink schreef dit in 1855 over het bij uitzondering toelaten van onderzoekers tot gesloten archieven27. Derogatie is in de Nederlandse rechtstaal het afwijken van de wet28, zelfs het gedeeltelijk af schaffen van de wet2?. Het Duitse en Franse3° systeem zijn verschillend van het Nederlandse, aangezien men daar een Sperrfrist (Schutzfrist) /delai de communication van dertig jaar kent - voor bepaalde categorieën langer -, waarop door mid del van de dérogation een uitzondering gemaakt kan worden. In het Nederlandse stelsel is de open baarheid de wettelijke regel, waaraan de be perking van de openbaarheid derogeert. De in artikel 7a, lid 3, geopende mogelijkheid tot het buiten toepassing laten van de beperking van de openbaarheid lijkt meer op wat in de rechtstaal heet een ontheffing, vrijstelling of dispensatie3'. Ik vind de term dispensatie zo aantrekkelijk, om dat dispensare eigenlijk is: het nauwkeurig af wegen, bijvoorbeeld van geld of van medicijnen is - dus waarom niet ook: het afwegen van belan gen? In 1985 is tijdens de 231?Table Ronde des Archi ves, die over openbaarheid en privacy handelde, ook gedebatteerd over dérogation en clearances Er [314] waren collegae, die het idee van dispensatie in strijd vonden met het gelijkheidsbeginsel. Ande ren betoogden dat zonder de mogelijkheid van clearance veel onderzoek onmogelijk zou zijn. Ribberink zette de procedure voor toegang tot de notulen van de Ministerraad uiteen: geformali seerd, met beroepsmogelijkheid.33 Tenslotte kwam de conferentie tot de aanbeveling 'that special clearance procedures are necessary, especially with respect to archives which are closed for a long time period; it is understood that these procedures should be transparent and governed by objective criteria, so as to guaran- tuee equal treatment of all interestedparties. '34 4 2 2 Mandaat Volgens de nieuwe bepaling is tot dispensatie bevoegd de voor de overgebrachte archiefbeschei den verantwoordelijke zorgdrager (dus de minis ter van wvc, B. en w., dagelijks bestuur water schap, streekarchiefcommissie), gehoord degene op wiens last de archiefbescheiden zijn over gebracht. Volgens de Memorie van Antwoord (blz. 37) kan de zorgdrager de dispensatiebe voegdheid mandateren aan de beheerder van de archiefbewaarplaats: 'Of de zorgdrager daartoe bereid is, is evenwel een kwestie van inrichting van de eigen dienst. Indien deze bevoegdheid niet wordt gemanda teerd, mag worden verondersteld, dat de zorg drager zich terzake laten adviseren door de ar chiefbeheerder, temeer omdat deze in de dage lijkse praktijk in eerste instantie geconfronteerd zal worden met vragen om toelating tot niet- openbare archieven. De advisering ligt zo voor de hand, dat expliciete vermelding daarvan in het wetsvoorstel niet nodig leek'. Deze passage in de Memorie van Antwoord was een reactie op het verzoek van het cda om een au thentieke interpretatie, waarom door de van was gevraagd.35 Ik ben blij dat de mogelijkheid tot mandate ring van de dispensatiebevoegdheid uitdrukkelijk is erkend. De minister van wvc/b. en w./dagelijks bestuur waterschap/streekarchiefcommissie kun nen dus de algemene rijksarchivaris (en via hem: de rijksarchivarissen)/gemeentearchivaris/water- schapsarchivaris/streekarchivaris mandateren om namens hen de dispensatie te verlenen. Archivaris sen mogen die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan.36 4 2 3 Advies archiefvormer Alvorens de dispensatie te verlenen, moet de over brengende instantie - de archiefvormer - gehoord worden. Dit is een advies, geen toestemming (zo als in het Bundesarchivgesetz)Ook dit vereist zorgvuldig handelen. Indien veelvuldig tegen de gemotiveerde wens van de archiefvormer (die de openbaarheid had beperkt) toch toegang wordt verleend, door dispensatie, loopt men risico's. We moeten trachten te voorkomen dat overbrengen de instanties gaan vrezen dat de door hen, na ad vies van de archivaris, gestelde beperkingen, door het stelsel van dispensatie ontkracht worden. An derzijds ook niet bang zijn om, wanneer het be lang van een onderzoeker zwaarder weegt dan het belang van de gestelde beperking, tot dispensatie over te gaan. In gemeenten en waterschappen is degene op wiens last de archiefbescheiden zijn overgebracht in het algemeen dezelfde zorgdrager als degene die de dispensatiebevoegdheid heeft (of geman dateerd heeft). Ook wanneer de bevoegdheid tot het gelasten van de overbrenging is gemanda teerd aan bijvoorbeeld een diensthoofd, blijft het college van B. en w. mijns inziens 'degene op wiens last de archiefbescheiden zijn overge bracht'. Formeel gesproken kunnen b. en w. dus aan de gemeentearchivaris mandateren zowel hun dispensatiebevoegdheid als hun recht om, als overbrengende instantie, gehoord te worden. In de praktijk echter zal de gemeentearchivaris, alvo rens dispensatie te geven, wel overleg plegen met de dienst waarvan de archiefbescheiden afkomstig zijn. [315]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 18