I
It
cm-pc
kkanS^ f
,0>itca^f"T.
t v 1
wikf"1 \g&*r
eL^f" s.
•k
-m
73. I W:,.
\a
,- vf-nuwrkw nM***-
lA
f-
i -1
QmutM
f.
1i
c:krtii""!P .^„r,
i
rmm
J0$
,.S.
Mrt
tatir J*JS
Betaalrollen van de schepen uitgevaren met de waaronder de Amsterdam. Algemeen Rijksarchief
Kermis-, Kerst- en Paasvloten van 1748 en 1749, 's-Gravenhage, Archiefvoc, inv.nr. k.a. 9549
1821
In totaal beslaan deze banden zo'n 1,2 miljoen pa
gina's en bevatten de gegevens over plusminus
620.000 personen. Gezamenlijk vormen ze voor
de achttiende eeuw een zeer belangrijke bron niet
alleen voor serieel onderzoek naar bijvoorbeeld
carrièremogelijkheden van voc-dienaren, maar
ook voor aanvullend genealogisch onderzoek naar
één bepaald individu.
In de land- en zeemonsterrollen werd jaarlijks
op 30 juni in de diverse factorijen en kantoren en
op de schepen in Azië van al het land- en zeeperso-
neel naam, plaats van herkomst, rang of functie,
gage en de naam van het schip waarmee men in
Azië was gearriveerd, genoteerd. Alle opgaven
werden in Batavia tot een geheel herschreven en in
afschrift naar alle zes de kamers in de Republiek
gestuurd. De landmonsterrollen waren dan tevens
voorzien van een overzicht van alle vestigingen en
het aantal dienaren per vestiging, terwijl de zee
monsterrollen een opgave van de opgenomen
scheepsnamen en aantal opvarenden per schip be
vatten. '5 Van de zes reeksen zijn die van Zeeland
(over de jaren 1691-1791) en van Amsterdam (1720-
1791) bewaard gebleven.
Via de monsterrollen kan men dus herlei
den met welk schip een bepaald persoon in Azië
was gearriveerd en vervolgens van dit schip het
scheepssoldijboek opzoeken. Een scheepssoldij-
boek werd bij vertrek uit de Republiek per schip in
duplo aangelegd en bevatte de schulden en tegoe
den van alle opvarenden, per opvarende afzonder
lijk in een soort debet- en creditrekening geno
teerd. Tijdens de reis naar Azië fungeerde het als
zeemonsterrol, waarna het bij aankomst in Batavia
naar het soldijkantoor werd overgebracht en daar
verder gebruikt werd om de financiële aangelegen
heden van de opvarende in bij te houden. Het
tweede exemplaar ging direct weer terug naar de
Republiek, waar het door de kamer waarvoor het
schip was uitgevaren eveneens jaarlijks werd bijge
werkt. Van deze teruggezonden serie zijn in totaal
2991 banden uit vooral de achttiende eeuw be
waard gebleven. Een scheepssoldijboek geeft weer
wat de schulden en het officiële salaris van een
voc-dienaar waren gedurende zijn reis naar en
verblijf in Azië. Jaarlijks werd op 31 augustus op de
rechterpagina van de twee bladzijden die voor hem
waren ingeruimd zijn gage bijgeschreven met ver
melding van de plaats of het schip waar hij op dat
moment werkzaam was. Op de linkerpagina stond
genoteerd hoeveel er in de Republiek aan familie
of andere gemachtigden van de dienaar uit diens
tegoed was uitbetaald, nadat hij zijn eventueel eer
der aan de v o c of anderen gemaakte schulden had
afgelost. De pagina eindigt met een laatste uitbeta
ling na terugkeer van de dienaar uit Azië of na het
bericht van zijn overlijden. Op de rechterpagina
staat dan vermeld wanneer hij Batavia had verla
ten of in Nederland was aangekomen of de datum
en plaats van overlijden.
Geeft het scheepssoldijboek inzicht in de plaat
sen waar een dienaar gedurende zijn verblijf in
Azië had gewerkt, omtrent eventuele promotie of
degradatie in rang of functie biedt het vaak geen
uitsluitsel. Hiervoor kan de onderzoeker gebruik
maken van de rollen van de gekwalificeerde civiele
en militaire dienaren, waarin het hogere landper-
soneel geregistreerd staat; voor civiele rangen van
af jong assistent en voor militaire rangen vanaf
sergeant. De rollen werden jaarlijks eveneens op
30 juni in de verschillende vestigingen opgemaakt
en naar Batavia verzonden om vandaar in afschrift
naar Patria te worden verscheept. Van deze rollen
zijn de exemplaren over de jaren 1701 tor en met
1787 in zowel het archief van de kamer Amsterdam
als dat van Zeeland aanwezig.'6
Andere VOC-archieven
De hierboven beschreven archieven van de voc
bestaan uit de voormalige archieven van de Heren
Zeventien en de zes kamers, ontvangen of opge
maakt in de Republiek. Daarnaast werd ook op
andere plaatsen archief geproduceerd en bewaard.
Zo bevinden zich in het Algemeen Rijksarchief
een aantal archieven afkomstig van voormalige
voc-vestigingen, die vrijwel allemaal in 1863 van
uit Batavia zijn overgebracht. Het betreft hier de
archieven uit Batavia van de Hoge Regering, de
Weeskamer, de Schepenbank en de Boekhouder-
Generaal, de archieven van de factorijen in Japan
en Canton en fragmenten van archieven van vesti
gingen in India. Ook buiten Nederland treffen we
op sommige plaatsen nog voc-archief aan, zoals
de archieven van Gouverneur-Generaal en Raden,
[183]