mSB'
er in de zeventiende en achttiende eeuw wel reis
verhalen en land- en volkenkundige beschrijvin
gen in druk verschenen, waarvoor zeker illegaal ar
chiefbescheiden van de voc geraadpleegd zijn,
zijn publicaties over de voc uitgebleven. Zo zou
het standaardwerk over de voc, 'Beschrijvinge
van de Oost Indische Compagnie', van de hand
van de advocaat van de voc, Pieter van Dam, dat
hij rond 1700 als handleiding en naslagwerk voor
de bewindhebbers vervaardigde, pas deze eeuw in
druk verschijnen.11 De bewindhebbers zelf moch
ten trouwens wel vrijelijk van de archieven gebruik
maken en hiervan getuigen de vele afschriften (en
originelen) van stukken in hun particuliere archie
ven en handschriftencollecties.
Toen in 1796 het Oostindisch Comité (Comité
tot de zaken van de Oost-Indische handel en bezit
tingen) de directie van de voc opvolgde, nam het
tevens de bezittingen en de archieven van de Com
pagnie over. In de jaren 1796-1800 werden niet al
leen de papieren van het Haags Besogne, die tot
1795 altijd in 's-Gravenhage waren bewaard, naar
Amsterdam overgebracht, maar ook een charter
meester, annex geschiedschrijver benoemd. Lang
zou hij echter niet voor het Oostindisch Comité
werken. Op 31 december 1800 verliep namelijk het
octrooi van de vo c en werd het Comité opgevolgd
door de Raad der Aziatische bezittingen en etablis
sementen op 15 mei 1800, waardoor de vo c defini
tief ophield te bestaan.
De Aziatische Raad op haar beurt trachtte alle
voc-archieven in Amsterdam te concentreren.
Na een eerste inventarisatie werden in 1804 en
1809 alle papieren uit Enkhuizen en Hoorn naar
Amsterdam getransporteerd, terwijl in 1803 en
1807 de archieven van de kamer Delft naar Rotter
dam werden gestuurd. Het kantoor Middelburg
van de Aziatische Raad, hardnekkig strijdend voor
het behoud van zijn aandeel in de koloniale han
del, weigerde echter categorisch zijn oude voc-
archief aan Amsterdam over te dragen. Dit verzet
zou pas in 1851 worden gebroken en heeft ervoor
gezorgd dat het Zeeuwse voc-archief niet ten
prooi viel aan de openbare verkopingen van delen
van de archieven te Amsterdam in 1821/1822 en
1832. Door de toenmalige beheerder, het ministe
rie van Koloniën, was toen uit ruimtegebrek een
aantal grote bestanden van het soldijkantoor
(waaronder landboeken en thuisreisboeken) voor
oud papier verkocht. Deze noodgrepen bleken
echter geen garantie voor een beter beheer of toe
gankelijkheid van de archieven. Vooral de toene
mende historische belangstelling in de jaren veer
tig van de negentiende eeuw toonde aan dat zowel
in Nederland als in Nederlands-Indië de archie
ven niet of nauwelijks te bezoeken waren en hun
materiële toestand zorgwekkend was. Rijksarchi
varis Bakhuizen van den Brink, groot voorstander
van openbaarheid van archieven, wist uiteindelijk
in 1856 te bewerkstelligen dat vrijwel alle voc-ar-
chieven, inclusief die van de kamer Zeeland, naar
het Rijksarchief in Den Haag werden overge
bracht. In 1884 werden ook de nog in Amster
dam achtergebleven scheepssoldijboeken aan Den
Haag overgedragen. Zowel toen als in 1856 bleek
dat door de verkopingen en het wanbeheer vrijwel
de complete archieven van de kamers Delft, Enk
huizen, Hoorn en Rotterdam, de geheime archie
ven van de Heren Zeventien en de kamer Amster
dam, alsmede de stukken over het intern beheer
van de Compagnie in Nederland verloren waren
gegaan.
Bij de Rijksarchiefmedewerkers in Den Haag
lag de schier onmogelijke taak om van deze hon
derden meters archief een goed toegankelijk ge
heel te maken. Meerdere personen hebben zich in
de jaren na 1856 dan ook met de ordening en be
schrijving van (delen van) de archieven bezigge
houden. De bewerking door de eerste beheerder
van de archieven, J. K. J. de Jonge, leidde echter al
direct tot een verstoring van de oorspronkelijke
orde als gevolg van zijn herordening van de 'over
gekomen brieven en papieren' uit Azië voor de pe
riode 1614-1690. Ook de maker van de eerste 'in
ventaris', P. A. Leupe, bezondigde zich aan het
verstoren van de oude orde door het uit de banden
halen van stukken en kaarten. Later herstelden
J. E. Heeres en H.T. Colenbrander grotendeels de
fouten van hun voorgangers - alleen de kaarten
bleven als aparte collectie bestaan - en brachten
eveneens een scheiding aan tussen de vo c-archie-
ven en de koloniale archieven van na 1800. Hun
manuscriptinventarissen, waarin door J. de Hullu
in 1905 een doorlopende KA-nummering (Koloni
aal Archief) was aangebracht, vormden de basis
voor de inventarisatie van alle voc-archieven
[178]
dn jftaeHtn
tt ZojfeK
43500
550
501679
IS» o
131000
46000
25013
«51«6a{
471*71
SM«3
"59
191
2048
39550
100574
135119
4939* 4437®
l'ajfcit Parottpn Mb
0, iMBm
199
62.S
11350
39541*;
Indeling en gebruik
van de archieven
De opbouw van de voc-archieven, die een geza
menlijke omvang hebben van plusminus 1200 me
ter, is grotendeels gebaseerd op de oude structuur
van de Compagnie zelf, namelijk per afzonderlij
ke kamer. Door het ontbreken van veel archiefbe
scheiden van de kamers Delft, Enkhuizen, Hoorn
en Rotterdam vormen de archieven van Amster
dam en Zeeland de hoofdarchieven, waarin de
meeste informatie is te vinden.
De archieven van elke kamer zijn volgens een
vaste indeling opgebouwd: na de octrooien volgen
1 de resoluties,
2 minuten van de uitgaande stukken,
3 de ingekomen stukken,
4 de commissiestukken,
5 de afzonderlijke stukken en tenslotte
6 de stukken van de departementen en kantoren.
1 Resoluties De resoluties van de Heren Zeven
tien treffen we aan in de archieven van de kamers
Amsterdam en Zeeland; de door hen genomen be
sluiten geven een beeld van het beleid van de
Compagnie in de Republiek en het octrooigebied,
dat zich uitstrekte van Kaap de Goede Hoop tot
Japan. Van de beraadslagingen door de bewind
hebbers voorafgaand aan de besluitvorming vin
den we in de resoluties weinig terug. Vanaf 1673
zijn in de marge van de resoluties korte samenvat
tingen van de inhoud geschreven, terwijl er in het
Amsterdamse archief ook een zakenindex, inge
deeld naar trefwoord, op bestaat. Per trefwoord
staan de resoluties chronologisch opgesomd, ge
volgd door een korte inhoudsomschrijving. Het
archief van Zeeland kent een alfabetisch reperto
rium op de resoluties. Van de overige series resolu
ties door de heren Zeventien, zoals de secrete reso
luties, is weinig bewaard gebleven. De resoluties
van de kamers zelf beperken zich tot die van Am
sterdam en Zeeland. Alleen van de kamer Hoorn
is er nog een serie secrete resoluties uit de jaren
1691-1794 overgebleven. De kamerresoluties weer
spiegelen het voorbereidende werk van de plaatse
lijke bewindhebbers voor de vergaderingen van de
Heren Zeventien en vooral de uitvoering van de
besluiten van deze hoofddirectie op plaatselijk ni-
door mevrouw M. A. P. Meilink-Roelofsz in de ja
ren 1937-1963. Van haar hand is de eerste inventa
ris, bestaande uit negen delen in typoschrift, van
het complete voc-archief. Zij liet tevens nadere
toegangen op de uit Azië en Kaap de Goede Hoop
afkomstige 'overgekomen brieven en papieren'
vervaardigen. In 1992 zal haar inventaris, voorzien
van een uitgebreide inleiding, in druk worden uit
gegeven.
5^N N O i7f>
OOST-INDISCHE COMPAGNIE.
Y\% InrialMému tt» <k GoMI. Nrfchndfd* Geo»tarnde OoMmBrd* Oovppte. ter
h' m it Strtotleo». pnfnctt*» i* it Munden Nntmtn*n Dfimttr, drie» jiei» 1752- »o de iflftólte F*ne-
*t»ut» de Beeft-Mtdeade. io't ape«b»u, hj de Stok ie Verknopen de ondeKUudeW«**«
p*e, fonaft op OotV-Iodks overgekomenbeoefen» ttnigenoTOorguodt Juten o.eigelioudea. xjodebrne »l het
getal de compign* dnr na tt Uaèt ta eaauut U hebbendetub tali bjr eeabdicpe ia de «uac-
tta ea its degt alt toift.
1 Veilingaankondiging door dew oc van de in 1992
uit Azië aangevoerde goederen, waaronder 199 kas
sen uit de Amstelveen, 7742. Algemeen Rijksarchief
's-Gravenhage, voc-archief.nr. 98
[i79]