niet lang tevoren waren er wèl branden geweest bij
de ministeries van Algemene Zaken en Economi
sche Zaken en bij de Kantongerechten, waarbij
het overgrote deel van de archieven verloren ging.
Maar niet alleen in Paramaribo ging archief ten
onder. Het archief van het districtscommissariaat
Coronie is geheel verbrand. De beschieting door
Bouterse op Brunswijk en zijn soldaten in Albina,
de mooie hoofdplaats van het district Marowijne,
legde enkele jaren geleden stad en archieven ge
heel in puin en as. Het is vooral onder invloed van
de politieke problemen sinds 1975 dat het Suri
naams archiefpatrimonium flink is uitgedund.
Van verschillende branden is het bekend dat ze
zijn aangestoken.
Het pilot-onderzoek naar
de Surinaamse archieven in 1990
In deze paragraaf wil ik wat dieper ingaan op het
onderzoek dat in het kader van het Cultureel Ak-
koord'4 van 21 november tot 19 december 1990
naar de archieven in Suriname is uitgevoerd. Hoe
was de werkwijze, wat werd er aangetroffen en wat
moet er gaan gebeuren?
Het was naar aanleiding van verontruste gelui
den uit Suriname over de toestand van 's,lands ar
chieven dat er in 1988 door de Stichting Instituut
ter Bevordering van de Surinamistiek werd bera
den op mogelijkheden om de zorg voor archieven
te doen verbeteren. Vervolgens werd eind 1989
door de gemengde Nederlands-Surinaamse Com
missie voor de Surinaamse Archieven een voorstel
aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking
gedaan een krediet ter beschikking te stellen voor
een nader onderzoek naar de toestand van de ar
chieven. Dit voorstel werd gevolgd door verzoe
ken in dezelfde geest van het Surinaamse Plan
bureau en de minister van Binnenlandse Zaken
aldaar.1' Nadat het voorstel was gehonoreerd, kon
den twee Nederlandse archiefdeskundigen het
land bezoeken. Een en ander geschiedde op kos
ten van de ministers van wvc en Ontwikkelings
samenwerking en het provinciaal bestuur van
Noord-Brabant.
Naast het argument van de historische banden
tussen beide landen is een goede archiefzorg in Su
riname voor Nederland ook relevant, omdat de
archieven voor de Nederlandse overheid uit be
leidsmatig oogpunt (bijvoorbeeld de burgerlijke
stand met de gegevens van Surinamers in Neder
land) en voor het cultuur-historisch onderzoek
van het eigen land van grote waarde zijn.
Gedurende het verblijf zijn onder coördinatie van
de heer H.A. Telgt, kort tevoren benoemd als
waarnemend landsarchivaris, bezoeken gebracht
aan de plaatsen waar de historische landsarchieven
zich bevinden, aan de moderne archieven van de
meeste ministeries en enkele daaronder geplaatste
diensten en aan de archieven van een aantal parti
culiere instellingen in het land.16
Daarnaast is er gedurende het verblijf gespro
ken met verschillende personen uit de beleidsbe
palende en in de uitvoerende sfeer. In de eerste
plaats met mevrouw E. Alexander-Vanenburg, de
toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, die
de nood inzake de archieven volledig onderstreep
te en de realisering van een archiefdepot, archief
opleidingen, inventarisatie en restauratie en con
servering als prioriteiten stelde. Dat er externe
deskundigen komen, achtte zij van belang voor de
objectiviteit van de rapportage. Verder is gespro
ken met drs F.A. Antonius, directeur Cultuur en
voorzitter van de Surinaamse commissie inzake
het Cultureel Akkoord. Hij benadrukte het be
lang van conservering en toegankelijk maken van
de archieven. Tevens wenst hij meer bekendheid
voor de archieven op de Surinaamse onderwijsin
stellingen. Hij onderkende tevens het gemeen
schappelijke historische belang dat Nederland en
Suriname in de oude archieven hebben.
Eveneens is er een gesprek geweest met het
waarnemend hoofd Vorming en Opleiding van
het ministerie van Binnenlandse Zaken over de
vernieuwing van archiefopleidingen en de eventu
ele ondersteuning daarbij vanuit Nederland.
In de uitvoerende sfeer is overleg geweest met
de hoofden van de afdelingen post- en archiefza
ken van de bezochte instellingen en soms met de
(onder)directeuren onder wie deze afdelingen res
sorteren.
Het beleid ten aanzien van de archieven in Surina
me, zowel de oude als de moderne archieven, valt
[214]
sinds 1988 geheel onder de verantwoordelijkheid
van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Daarvoor werd de verantwoordelijkheid ten aan
zien van de historische archieven gedeeld met het
ministerie van Onderwijs. Als relikt daarvan is
overgebleven de bepaling dat 'een en ander in
overleg met het Ministerie van Onderwijs en
Volksontwikkeling' plaatsvindt, zoals geformu
leerd in het Staatsbesluit van 30 juni 1988 met de
taakomschrijving van de ministeries. In datzelfde
besluit wordt tevens de zorg voor de burgerlijke
stand en de bevolkingsboekhouding in Suriname
bij Binnenlandse Zaken ondergebracht.
De gedeelde verantwoordelijkheid heeft in het
verleden niet tot een gecoördineerd archiefbeleid
geleid, maar sindsdien heeft Binnenlandse Zaken
evenmin een duidelijke structuur aan de archief-
De Landsarchiefdienst
Hoewel er al jaren een Landsarchiefdienst bestaat,
is deze momenteel in zekere zin non-existent. De
dienst kan haast op geen enkele wijze zijn doelstel
lingen waarmaken. Hij beschikt niet over redelij
ke archiefdepots, de huisvesting in het algemeen is
ver onder de maat, er is veel te weinig gekwalifi
ceerd personeel en archiefmateriaal kan er eigen
lijk niet worden ingezien. In het kantoor annex
zorg kunnen geven. Met name voor de moderne
archieven is het noodzakelijk om te komen tot een
modern en efficiënt opgezet archiefbeheer. Bin
nenlandse Zaken moet hierin initiëren en coördi
neren. Er moeten richtlijnen worden uitgevaar
digd, waarin staat aangegeven hoe de organisatie
dient te zijn: het gebruik van archiefcode's en -sys
temen, personeelsaangelegenheden, vernietiging,
inspectie en overbrenging. Het is noodzakelijk dat
er een min of meer uniform archiefbeheer voor de
gehele overheid komt.
De deskundigen uit Nederland onthaald op een
smakelijke roti-maaltijd bij een van medewerkers
van het Landsarchief, rechts op de foto landsarchiva
ris H.A. Telgt
[215]