maanden. We waren er al zeker van dat onze noti
tie ergens in de krochten van het bureaucratische
apparaat was blijven steken en waren blij, dat een
woedende uitbrander in ieder geval was uitgeble
ven. Maar plotseling kwam er een telefoontje en
werden we uitgenodigd voor een gesprek.
Het bleek dat ons papier juist op tijd gekomen
was. In de kring rond Chroesjtsjovwerd iets uitge
broed, wat twee jaar later rond het zoe partijcon
gres rijp was.12 In het kader van de nieuwe politiek
was het noodzakelijk Stalins Korte cursus te ver
vangen door een nieuwe historische conceptie.
Hierdoor kwam de kwestie van de archieven op
het voorste plan. Volgens de ijzeren traditie van
het commando-administratieve systeem moest el
ke overheidshandeling worden voorgesteld als een
antwoord op een wens van het volk. Welnu, onze
notitie bleek een geschikte uiting van het 'volks
verlangen. Goedkeuring was ons deel, we kregen
schouderklopjes en het tijdschrift Vraagstukken
der GeschiedenisvittA bevolen onze notitie onmid
dellijk en met voorrang te publiceren, vanzelfs
prekend in een zeer gefatsoeneerde versie. Eind
1954 verscheen het tijdschrift. Het was de eerste
zwaluw.
We kunnen echter niet zeggen, dat dit artikel
het begin was van de omwenteling in het archief
wezen die wij hadden voorgesteld. Het systeem
gaf slechts langzaam terrein prijs. Pas in i960 werd
het monopolie van het Ministerie van Binnen
landse Zaken op de archieven geliquideerd. Er
kwam toen een burgerlijk beheer. Maar toch
bracht de tweede helft van de jaren vijftig al zekere
veranderingen: het werd gemakkelijker om ar
chiefinstellingen binnen te komen, de publikatie
van gidsen over archieffondsen werd ter hand ge
nomen en de discussies over de belangrijkste ta
ken van de archiefinstellingen werden hernieuwd.
Bloei
Hun grootste bloei, althans voor wat betreft de
Sovjetperiode, beleefden de archieven in de eerste
helft van de jaren zestig.
Het politie-achtige systeem dat in het archief
wezen heerste was hecht. Maar onder invloed van
de maatschappelijke opleving van die jaren be
gonnen zijn pijlers toch een beetje te wankelen.
De oude functionarissen waren afgelost door een
nieuwe generatie archivarissen met een wat rui
mere kijk op de dingen en andere opvattingen
over de eigen taken. De jongeren waren ook niet
meer wars van de ervaringen in het buitenland.
De bij Glavarchiv ingestelde Interdepartementale
Raad bracht de beste wetenschappelijke krachten
van ons vak bijeen. Er kwamen betere contacten
tussen de archieven en de wetenschapsbeoefe
naars, die overal zitting kregen in wetenschappe
lijke adviesraden.
Maar ook in dit decennium bleef de almacht
van de departementen over hun documentatie
volstrekt onaangetast. De ambtenaren van de ar
chiefvormende instellingen gaven door merkte
kens op de stukken aan welke stukken geheimge
houden moesten worden. Daarmee onttrokken zij
de meest waardevolle bronnen voor de politieke,
sociale en economische geschiedenis van het land
voorgoed aan het onderzoek. Het zal wel geen be
toog behoeven dat de archieven van staatsorganen
als de kgb, het leger en het Ministerie van Bin
nenlandse Zaken volstrekt achter slot en grendel
bleven en dat niemand iets over deze archieven te
zeggen had dan deze departementen zelf.
Tijdens de repressie onder Stalin werden vele ar
chieven van arrestanten als corpora delicti in be
slag genomen. Toen eind jaren vijftig, begin jaren
zestig een begin werd gemaakt met de revisie van
dit soort zaken, was ik betrokken bij het uitzoe
ken van in beslag genomen handschriften van
schrijvers en geleerden. Of stukken van deze soort
al dan niet bewaard gebleven waren hing helemaal
af van de rechter van instructie, die de betrokken
zaak had geleid. We hadden te maken met drie
soorten van gedrag van de Tsjekisten. In veel ge
vallen waren de stukken domweg vernietigd. Het
kwam echter ook voor, dat ze manuscripten had
den bewaard en in enkele gevallen lukte het ook
de papieren nalatenschap van overleden schrijvers
in handen te krijgen en aan normale archiefinstel
lingen over te dragen. De derde mogelijkheid
deed zich voor, wanneer de rechter van instructie
geletterd genoeg was geweest om te bevroeden,
dat de in beslag genomen stukken op zijn minst
een materiële waarde vertegenwoordigden. In
[110]
zo'n geval eigende hij zich de manuscripten toe en
verkocht ze vervolgens met behulp van stroman
nen. Zo is bijvoorbeeld een opmerkelijke collectie
autografen van Russische schrijvers, die in beslag
genomen was bij de arrestatie van de vooraan
staande filoloog en historicus Joe. G. OksmanT
aan het Poesjkinhuis en de Openbare Bibliotheek
in Leningrad verkocht.
Reactie
Maar laat ons terugkeren naar de jaren zestig. In
weerwil van de destijds opgebloeide illusies over
een fundamentele omwenteling in de richting van
'het echte socialisme' bleef het machtssysteem in
feite ongeschokt overeind staan en lieten de reac
ties niet op zich wachten. Opnieuw 'sloten' we
weer veel van het materiaal dat we gedurende de
voorbije jaren hadden weten te ontsluiten, de
progressieven werden uit de leiding van de archie
ven verjaagd en de orthodoxe stalinisten staken de
kop weer op. Met nieuwe kracht verspreidde zich
weer het obscurantisme rond de toelating van bui
tenlandse onderzoekers in de archieven. Een ka
rakteristiek voorbeeld van dit obscurantisme is
met name de geschiedenis met het archief van Mi-
chaïl Boelgakov.^ Overigens voel ik mij daarbij
wat ongemakkelijk, omdat deze geschiedenis
rechtstreeks verbonden is met mijn persoonlijk
lot.
Het persoonlijk archief van Boelgakov werd
een kwart eeuw lang bewaard door zijn weduwe.
Ondanks de tegenwerking van de toenmalige Mi
nister van Cultuur, Jekaterina Foertseva,1* slaagde
de afdeling handschriften van de Leninbiblio-
theek er eind jaren zestig in het archief te verwer
ven. Nog meer moeite kostte het de publikatie te
regelen van de wetenschappelijke inventaris van
dit archief. Wanneer deze inventaris eenmaal ge
publiceerd was, zo dachten wij, zou het geen ver
schil meer maken wie er in de bibliotheek de baas
was. Dan zou het onmogelijk zijn bezoekers inza
ge in de stukken te weigeren door het bestaan er
van eenvoudig te ontkennen. Zowel Sovjet- als
buitenlandse geleerden begonnen druk gebruik te
maken van het archief. Men kan zich voorstellen
hoe geïrriteerd de autoriteiten waren nu door ons
toedoen iedereen kennis kon nemen van het tragi
sche lot, dat deze grote schrijver in zijn eigen had
moeten ondergaan.
De greep van de reactie was ondertussen steeds
knellender aan het worden. Mensen die zich met
dit soort drieste handelingen hadden ingelaten
moesten weg, de een met pensioen, de ander naar
een andere baan. Het archief van Boelgakov werd
onmiddellijk gesloten voor onderzoekers. Maar
hiermee was de kous nog niet af. Zes jaar later, in
het stikdonkere begin van de jaren tachtig, werden
we door de partij ter verantwoording geroepen.
Onder de beschuldigingen figureerde niet alleen
het aan buitenlandse wetenschappers ter inzage
geven van stukken uit het archief van Boelgakov,
maar ook een hele serie volstrekt dwaze beschuldi
gingen van dezelfde soort, die betrekking hadden
op andere buitenlandse onderzoekers en geheel
andere archieffondsen. Het meest interessante was
nog dat voor geen van deze beschuldigingen enige
wettelijke grond aanwezig was, zelfs niet bij ons
dubbelzinnige recht. Alle in het dossier vermelde
stukken bevonden zich in open bewaring en kon
den vrij ter inzage gegeven worden. Maar dat inte
resseerde niemand. Ik werd uit de partij gezet,
mijn voormalige plaatsvervangster kreeg een boe
te en pas in 1987 werd de straf verzacht.
Perestrojka
Tien jaar heeft de voorzichtige vooruitgang ge
duurd. Maar gedurende de daarop volgende vijf
tien jaren, die tegenwoordig bij ons volkomen ten
onrechte 'jaren van stagnatie' worden genoemd,
kregen de reactionaire principes opnieuw de over
hand. De machine werkte weer volgens de ver
trouwde vaste patronen en de prille hoop was
voorgoed vervlogen. Zo stond de zaak ervoor te
gen april 1985.
De perestrojka wierp de knuppel in het hoen
derhok, stimuleerde intellectuele en politieke ac
tiviteiten, maakte, althans in de wetgeving, een
einde aan het machtsmonopolie van de Commu
nistische Partij, bracht de glasnostvoon en opende
de pers voor de waarheid. Zeker, het oude systeem
is nog levenskrachtig en taai. Het houdt nog altijd
de maatschappij in zijn greep. We zijn nog lang
in