Bespreking van boeken Internationaal hommage voor Duits toparchivaris Aus der Arbeit der Archive. Beitrdge zum Archivwe- sen, zur Quellenkunde und zur Geschichte. Festschrift für Hans Booms, herausgegeben von Friedrich P. Kahlenberg. Harald Boldt Verlag, Boppard am Rhein 1989, deel 36 in de serie Schriften des Bundes- archiv. Per 30 juni 1989 trad prof. dr Hans Booms terug als directeur van het Bundesarchiv te Koblenz. Bij die gelegenheid verscheen een album amicorum, een Festschrift, dat met zeventig medewerkenden en 68 artikelen de forse omvang van 988 pagina's be reikte. Het door de Harald Boldt Verlag te Boppard de gelijk en ondanks de omvang toch nog hanteerbaar uitgegeven werk kreeg de titel mee 'Aus der Arbeit der Archive'De achtenzestig bijdragen zijn in vier hoofdstukken ondergebracht, respectievelijk 'Inter nationale Zusammenarbeit der Archive', 'Archiv- theorie, archivische Praxis und Archivgeschichte', 'Quellenkundliche Studiën' en 'Historische Stu diën'. In de laatste twee hoofdstukken overwegen bijdragen over de jongste geschiedenis, het eigen studieterrein van Hans Booms, een specialisme dat hem goed van pas kwam op het jonge Bundesarchiv te Koblenz, waar hij in 1955 werd aangesteld en waar van hij onder de titel 'President' de top bereikte. Het aardige van een bundel als deze is dat zij ver over de grenzen van de Bondsrepubliek uitgaat. De langdurige activiteiten van Booms op het gebied van de Internationale Archiefraad, en in het bijzon der zijn voorzitterschap van het dagelijks bestuur tussen de internationale congressen van Bonn en Parijs (1984-1988) worden weerspiegeld in tal van bijdragen die niet alleen geplaatst zijn onder het hoofdstuk 'Internationale samenwerking'. Zo tre den Favier (Frankrijk) en Spang (Luxemburg) op als auteurs onder het hoofdstuk archivistiek en geschie denis van het archiefwezen. Faviers onderwerp 'Les Archives et leur public: le cas de la France' behan delt de stroomversnelling in het gebruik van archie ven en de getroffen maatregelen om de publieke functie van de archieven hoog te houden. Spangs bijdrage is autobiografisch: 'Mein Umweg zum Ar- chiv', een omweg op rekening van de Tweede We reldoorlog, toen Luxemburg van het vervloekte Derde Rijk deel uitmaakte. Het verhalen van zo'n geschiedenis is niet zinloos. Ook voor Booms waren de laatste oorlogsjaren geen logische voorbereiding op zijn latere loopbaan. Maar wellicht juist door die ervaringen kon Booms als President van het Bun desarchiv zo aanvaardbaar zijn als een vertegen woordiger van het andere Duitsland, die het ver trouwen van leidinggevende generatiegenoten in het buitenland genoot. De onophoudelijke besprekingen in Oost en West om archieven waarvan de Tweede Wereldoor log de natuurlijke verblijfplaats had verstroord, weer te verenigen met de conglomeraten waartoe ze behoorden, komen ook in deze bundel aan de orde en wel in het bijzonder in Klaus Oldenhage's bijdra ge, historische bijdrage mag men wel zeggen, 'Ar- chivbeziehungen zur d d r' Aanknopingspunten met Nederland biedt de bundel ook. Annette Meiburg en Mathias Rest be handelen de economische roofondernemingen van de Nazi's in ons land onder de titel 'Der Zugriff auf das wirtschaftliche Vermogen in den besetzten Nie- derlanden'. Van geheel ander karakter is het aandeel van Ribberink in dit Festschrift. Zijn pennevrucht 'Zwischen Djakarta und Den Haag' geeft een sta- tus-bericht over de vruchtbare coördinatie tussen het Arsip National en het Algemeen Rijksarchief. Een zwakke band met Nederland verbindt W. A. Eckhardts bijdrage over de ontwerpen van een gete kend en uitgevoerd ontwerp voor het vorstelijke ar chief te Dillenburg, bewaard in het Koninklijk Huisarchief. [54] Van de twee artikelen over de opleiding van archiva rissen en het probleem van aansluiting van de be- staande 'archiefscholen' en voortgezette opleidingen op dat van de hedendaagse praktijk is dat van Brach- mann (ddr) weinig informatief. De aanwezigheid van zijn artikel onderstreept echter wel de groeiende intensiteit van de contacten op archiefgebied van wat toen nog de beide Duitslanden waren. Veel le zenswaardiger is het artikel van Rumschöttel. Zijn pleidooi voor aanpassing van bestaande opleidingen wordt voorafgegaan door een kundige samenvatting van het karakter der negentiende- en vroeg-twintig- ste-eeuwse archiefopleidingen. In veel landen heeft de dominantie van de mediaevistisch bepaalde his torische hulpwetenschappen te lang een stempel op het beroepsbeeld en de opleidingen gezet. Ik acht het niet onwaarschijnlijk dat in Nederland dat stempel, hoewel tot omstreeks 1968 aanwezig, toch niet zó overheerste als in Duitsland, Frankrijk en Italië. In ieder geval preludeert Rumschöttels plei dooi voor modernisering op de ongewoon felle dis cussie tijdens de Duitse Archiefdagen van oktober 1990. Waar de stagnatie te lang geduurd heeft, zoals volgens sommigen te Marburg, vervalt men licht in een radicalisering, waarbij de twintigste eeuw en dan nog liefst het tweede deel daarvan tot uitgangs punt voor de opleiding verheven dreigt te worden, een dominantie even ongepast als die voorheen van de historische hulpwetenschappen. Het gaat te ver om alle bijdragen stuk voor stuk te vermelden, laat staan te bespreken. Uit de interna tionale kring van collega's noem ik nog de auteurs Kescemeti (ica), Walne (Engeland), Alsberg (Is raël), Franz (brd), Grispo (Italië) en broederlijk na elkaar Rhoades (usa) en Waganov (ussr). Aan het slot van deze bespreking mogen drie bijdragen over Booms zelf natuurlijk niet onvermeld blijven. In de eerste plaats het voorwoord van Kahlenberg, vervol gens een laudatio van Booms' studiegenoot en vriend professor Martin Broszat en tenslotte van de Koblenzer collega (Staatsarchiv) en vriend Frans Jo seph Heyen onder de titel 'In Emmerich geboren Eine Nachlese'. Dat Booms in Emmerik geboren was, dat wisten zijn Nederlandse collegas! Zo dicht bij de Duits-Nederlandse grens opgevoed was ons land voor Booms geen onbekende grootheid. Me nigmaal heeft hij uitnodigingen aanvaard om op studiedagen of andere bijeenkomsten in Nederland aanwezig te zijn en te spreken. Allerhartelijkst was altijd de begroeting van Nederlandse collega's in Duitsland. Bijzondere herinnering bewaart een groepje van ons aan het bezoek aan het nieuwe ge bouw van het Bundesarchiv in 1987, waar Booms zelfs tijd voor de excursiegangers had vrijgemaakt. Het tekent deze met vele werkzaamheden belaste ar chivaris, dat hij aandacht bleef houden voor een zo eenvoudig treffen. Het Bundesarchiv, de Duitse en de internationale archiefwereld hebben een verdiende hulde aan Hans Booms gebracht. Het Festschrift behoort door velen gelezen te worden en mag in een goede archiefbibli otheek niet ontbreken. B. Woelderink [55]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 28