Bespreking van inventarissen E.D. Eijken Koch was niet vrij van fouten. Onhandigheden in zijn contacten met personen die hem minder la gen, en in zijn beleidsvoering maakten dat zijn vele kwaliteiten niet steeds die erkenning vonden die zij verdienden, al voerden zij hem wel tot een lidmaat schap van de Koninklijke Akademie van Weten schappen. Na zijn vervroegde pensionering in 1980 bleef Koch op vele terreinen actief. Tussen het schrijven van twee artikelen in, tijdens vacantie te Venetië, verraste hem op 25 september 1990 de dood. In Overijssel zal hij nog lang gemist worden. Noten 1 De rechterlijke organisatie van het graafschap Vlaanderen tot in de i)e eeuwAntwerpen-Amsterdam z.j. 2 Oorkondenboek van Holland en Zee land tot 12pp. Eind van de 7e eeuw tot 1222. 's-Gravenhage, 1970. 3 Het Bergkwartier te Deventer. Hui- zenboek van een middeleeuwse stads- wijktotióoo. Zutphen z.j. [1988]. 4 'Gent in de ydeen 10^eeuw. Enke le benaderingen.' Stadsarcheologie, bodem en monument in Gent, jaar gang 14 nr. 3 (Gent 1990), 3-34 (posthuum). [48] Bouwkunst J. Faber, B. Zwaan Inventaris van het archief van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst 1842- ipi8 Z.p., Rijksdienst voor de Monumentenzorg/ Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouw kunst 1988. Ondanks de scepsis die erover onder archivarissen soms bestaat, kan de categorale archiefbeherende instellingen in Nederland succes niet worden ont zegd. Bijvoorbeeld het kdc is met het geautoma tiseerd toegankelijk maken ver gevorderd en iisg en neha laten regelmatig goede en fraaie inventa rissen verschijnen. Onderzoekers staan vaak zeer positief tegenover dergelijke instellingen, waar ze gericht kunnen zoeken en tevoren min of meer we ten wat ze er kunnen aantreffen. Het nieuwe Neder lands Architectuur Instituut is een vergelijkbare in stelling die ook nogal wat archieven beheert. Nu sinds enkele jaren in de kringen van architectuur historici c.a. ook de behoefte aan archiefonderzoek sterk is gegroeid, is men gaan beseffen, dat er bij het voormalige Documentatiecentrum voor de Bouw kunst (opgegaan in het nai) aan archiefinventarisa tie nauwelijks iets was gedaan en dat er eigenlijk geen infrastructuur voor bestond. Een eerste aanzet tot verbetering daarvan werd gegeven vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Onze activiteiten resulteerden in 1988 in een eerste inventaris van het archief van de belangrijke 19e- eeuwse Maatschappij tot Bevordering van de Bouw kunst, een archief dat samen met dat van de Bond van Nederlandse Architecten (bna) tot de archief kern van het huidige Architectuurinstituut en tot de Fundgruben van het architectuurhistorisch onder zoek behoort. Deze inventaris zal de eerste van een reeks wor den. De inventaris werd vervaardigd als uitvloeisel van het doctoraalbijvak archiefwetenschap onder leiding van prof. C. Dekker en in verband met een onderzoeksproject over i9f-eeuwse bouwkunst aan de vu. Aangezien een bespreking in het Archie venblad ook vraagt om archivistische becommenta riëring, volgen hierna enkele kritische kanttekenin gen. De inventarisatie zelf en de begeleiding door archi varissen heeft geleid tot een 'klassieke' inventaris, met een onderverdeling naar stukken Algemeen en Bijzonder. Een verdeling die voor dit archief gemak kelijk weggelaten had kunnen worden: zonder kop pen Algemeen en Bijzonder. Immers onder Al gemeen worden alleen de notulen van bestuurs- en ledenvergaderingen en een deel van de correspon dentie opgevoerd, terwijl onder Bijzonder de kopjes Bestuur en Leden óók zijn opgenomen. Slechts de rubrieken zoals nu onder Bijzonder zouden hoeven te blijven, als een kopje Correspon dentie zou worden toegevoegd en de notulen onder Bestuur zouden worden gebracht. De plaatsing van de bestuurs- en vergaderstukken is helemaal wat moeizaam in de inventaris. Het weer onderbrengen van de agenda's en andere stukken betreffende de al gemene ledenbijeenkomsten onder kop Taken van de Maatschappij in de afdeling Bijzonder maakt een en ander erg onduidelijk. Evenmin wordt duidelijk welke volgorde voor de stukken is aangehouden die geplaatst zijn onder de verschillende rubrieken. De stukken onder de ru brieken Publikades en Tentoonstellingen (en el ders) lijken willekeurig, zonder rekening te houden met de chronologie, te zijn geplaatst. Met name on der Publikades is het storend omdat de stukken be treffende elkaar opvolgende tijdschriften kris kras door elkaar staan. Redactie had hier op eenvoudige wijze meer ordening aan kunnen brengen. Een wat streng formalisme heeft er ook toe geleid dat de oudste stukken - vier inventarisnummers - van de (Commissie van) Redactie van de Bouwkundige Bijdragen als een apart, gedeponeerd archief zijn be- [49]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1991 | | pagina 25