Curagao berustende bestanden tot 1846 te beschrijven en te filmen zal zijn uit
gevoerd.
FVA
Inventaris van de archieven van de Dienst der Zuiderzeewerken, na 1977 de
Directie Zuiderzeewerken, 1915-1982, en van de Staatscommissie inzake hoo-
ge waterstanden in verband met afsluiting Zuiderzee, 1903-1931. Winschoten
1989, CAS-inventaris nr. 47. ƒ71,10 isbn 90-5164-147-8
Bij Koninklijk Besluit van 13 juni 1918 werd de Wet tot afsluiting en gedeelte
lijke droogmaking van de Zuiderzee afgekondigd. Met de uitvoering van de
werken die middels deze wet werden beoogd, werd de Dienst der Zuiderzee
werken belast (mei 1919). In 1926 werd de strikt uitvoerende taak afgestoten
en beperkte de dienst zich tot het ontwerpen en het voorbereiden van de uit
voering van Zuiderzeewerken. Na de bouw van de Afsluitdijk beheerde de dienst
de werken binnen het IJsselmeergebied totdat dit beheer werd overgedragen
aan een regionale directie van de Rijkswaterstaat, een provincie, gemeente of
een waterschap. Vanaf 1975 opereerde de dienst zelf als een regionale directie
van de rws de wijziging van de naam in Directie Zuiderzee van de Rijkswa
terstaat kwam in 1977 tot stand.
In de beschrijving van het directie-archief is een caesuur aangebracht in 1975,
omdat toen een nieuw ordeningsstelsel werd ingevoerd. De archieven van de
afdelingen zijn apart beschreven. De stukken met betrekking tot de door de
dienst uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan het eiland Schouwen-Duiveland
na de februari-storm van 1953 zijn in deze inventaris opgenomen, evenals het
archief van de in 1918 ingestelde 'Staatscommissie inzake hooge waterstanden
in verband met afsluiting Zuiderzee' (Commissie Lorentz): de werken die de
commissie in haar eindverslag bepleitte, werden uitgevoerd door de Dienst der
Zuiderzeewerken.
Overzichten van de inrichting der directie per 25 november 1976, uittreksels
van ordeningsplannen, overzichten van objecten van de dienst, van afdelin
gen, van bestekken, en een lijst van afkortingen zijn in bijlagen opgenomen.
De verschillende toegangen van de archiefvormer worden toegelicht in een hand
leiding voor de gebruiker.
Het archief berust momenteel in het Rijksarchief in Overijssel, maar zal te
gelegener tijd worden overgebracht naar het Rijksarchief Flevoland.
FVA
Inventaris van het archief van het ministerie van Maatschappelijk Werk (1912,
1937-) 1952-1965 (-1974). Winschoten 1989, CAS-inventaris nr. 45. ƒ93,15 isbn
90-5164-143-5
Het departement, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 1 september 1952, werd
belast met een aantal taken, die voorheen waren uitgevoerd door de ministe-
298
ries van Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken en Volksgezondheid en Unieza
ken en Overzeese Rijksdelen, namelijk regelingen met betrekking tot de Ar
menwet; maatschappelijk werk met uitzondering van bijstandsregelingen; de
opvang van Nederlandse gerepatrieerden uit en het begeleiden van Nederlan
ders in Indonesië. Een aantal taken op het gebied van maatschappelijk werk
bleef ook na de totstandkoming van dit nieuwe departement onder verschil
lende andere ministeries ressorteren.
Een in 1954 doorgevoerde reorganisatie leidde tot de vorming van twee hoofd
afdelingen, die tot 1963 hebben gefunctioneerd. Onder de eerste, Individueel
Maatschappelijk Werk en Maatschappelijk Opbouwwerk, vielen onder ande
re regelingen met betrekking tot vluchtelingen, woonwagenbewoners, thuislo
zen, zorg voor gehandicapten, bejaarden en ongehuwde moeders. De hoofd
afdeling Maatschappelijke Voorzieningen hield zich onder meer bezig met de
voorbereiding van nieuwe wettelijke regelingen op het gebied van maatschap
pelijke zorg, toepassing van de wet buitengewone pensioenen, voorzieningen
voor watersnoodslachtoffers en opvang van gerepatrieerden uit Indonesië. Naast
deze hoofdafdelingen opereerden de afdelingen Internationale Betrekkingen,
Landelijk Contact (met in de diverse provincies gevestigde kerkelijke en parti
culiere instellingen die zich met maatschappelijk werk bezighielden) en het Com
missariaat Ambonnezenzorg.
Het ministerie werd in 1965 opgeheven: de taak werd overgedragen aan het
ministerie van wvc.
Bij de inventarisatie werd de zaaksgewijze ordening gehandhaafd. Concor
danties van dossier- naar inventarisnummer en van afdeling - bureau naar in
ventarisnummer werden in de bijlagen opgenomen. Enkele categorieën stuk
ken (bijvoorbeeld ministerraadsstukken, stukken met betrekking tot koninklijke
onderscheidingen en afkomstig van het bureau van de secretaris-generaal) wer
den niet bewerkt. De inleiding wordt afgesloten met een handleiding voor de
onderzoeker. Organisatieschema's, overzichten van woonwagenkampen en van
Ambonnezenwoonoorden zijn eveneens in de bijlagen opgenomen. De inven
taris is een degelijk en verzorgd werkstuk.
FVA
r. kramer, Inventaris van de archieven van het ministerie van Waterstaat,
Handel en Nijverheid 1877-1905. Band 1 's-Gravenhage 1988, Algemeen Rijks
archief, Tweede Afdeling, ƒ23,isbn 90-71238-15-6
Het aantreden van het nieuwe kabinet Kappeijne van de Copello had de instel
ling van het ministerie van whn op 6 november 1877 tot gevolg: bij de kabi
netsformatie was besloten dat J. R. H. Tak van Poortvliet deze portefeuille zou
gaan beheren. Van het ministerie van Binnenlandse Zaken werden de afdelin
gen waterstaat, spoorwegen en nijverheid overgenomen, en van het ministerie
van Financiën de afdelingen posterijen en telegrafie.
Uitbreiding en intensivering van de overheidsbemoeienis leidde tot herschik
king en verschuiving van taken bij de departementen van algemeen bestuur.
Ook het departement van whn bleef daar niet vrij van. Zo werd in 1893 van
299