het thema 'De plaats van gemeentearchieven binnen het nationale archiefwe
zen'. Onder voorzitterschap van K. Schmitz uit Pulheim in de Duitse Bonds
republiek kwamen diverse sprekers aan het woord om de situatie in hun eigen
land of taalgebied toe te lichten. N. Reimann van het Westfalisches Archivamt
te Münster fungeerde als main-speaker. Hij hield een zeer uitgebreid en dege
lijk betoog, waarmee hij aanvankelijk zoveel haast maakte dat de tolken be
gonnen te protesteren. Overigens was de simultaan-vertaling in het algemeen
van goed niveau en leken de tolken zich voldoende te hebben verdiept in de
vooraf verstrekte internationale archiefterminologie.
Reimann schetste eerst in kort bestek de ontwikkeling van de Duitse gemeen
tearchieven. Hun huidige karakter is bepaald in de vorige eeuw, een periode
waarin het gemeentelijk zelfbestuur en daarmee de plaats waar de lokale ar
chieven bewaard dienden te worden niet ter discussie stonden. In de jaren der
tig van de twintigste eeuw werden plannen ontwikkeld voor sterkere staatsin
vloed, maar omdat de nazi's relatief kort aan de macht waren en bovendien
andere zaken aan hun hoofd hadden, kwamen zij niet tot grote daden op het
gebied van centralisatie in het archiefwezen. Na de oorlog kwam het in Oost-
Duitsland wel tot een krachtige greep van de staat op de archieven, maar in
het westen kon de gemeentelijke autonomie op dit gebied blijven bestaan. Daar
omvat het zogenaamde kommunale Archivwesen, waartoe alle territoriale over
heden beneden staatsniveau zijn te rekenen, thans de archieven van steden,
gemeenten, Kreise en diverse samenwerkingsorganen, bij voorbeeld Land-
schaftsverbande. Kreise waren tot 1945 uitsluitend staatsorgaan, reden waar
om de oudere archieven van deze instellingen veelal terecht zijn gekomen in
De deelnemers aan het congres voor de trap van het Gemeentearchief van Amsterdam.
SS
staatsarchieven. Na de oorlog kreeg de Kreis een meer regionale betekenis, met
eigen bevoegdheden op het gebied van bestuur en archiefbeheer.
Het aantal Kommunalarchive stijgt bijzonder snel, van 665 in 1985 tot on
geveer 860 nu. Dit is niet in de laatste plaats te danken aan de stimulerende
invloed van instellingen als het Westfalisches Archivamt of de Archivbera-
tungsstelle Rheinland, die optreden als adviseurs voor archiefwezen en registra
tuur. Deze functie heeft zeker haar nut, omdat slechts in de grootste stadsar
chieven wetenschappelijk opgeleide archivarissen zijn aangesteld. Dit is volgens
de spreker grotendeels te wijten aan de beperkte capaciteit van de scholen in
München (voor Beieren) en Marburg (voor de rest van de Bondsrepubliek).
Een ander punt van kritiek op deze instituten was de eenzijdige gerichtheid
op de staatsarchieven en de onderbelichting van andere overheden. In
Nordrhein-Westfalen organiseren de beide Landschaftsverbcinde daarom aan
vullende cursussen over gemeente- en kerkarchieven, die duidelijk in een be
hoefte voorzien. Er dreigt thans echter een splitsing te ontstaan tussen archi
varissen die afhankelijk zijn van dergelijke regionale initiatieven en hen die
zijn opgeleid aan de staatsscholen van München en Marburg. Als bindmiddel
tussen de Kommunalarchivare fungeert de Fachgruppe 2 van de vereniging van
Duitse archivarissen.
Beter was Reimann te spreken over de voorzieningen die de archiefdiensten
in zijn land ter beschikking staan. De huisvesting is in het algemeen goed, zij
het vaak in historische panden die nogal wat aanpassingen behoeven. Deze
(bouw)technische tekortkomingen worden echter goedgemaakt door de emo
tionele waarde van zo'n monumentaal onderkomen. Foto- en kopieerappara-
tuur alsmede computers zijn in het algemeen wel voorhanden. Restauratieate
liers bestaan echter slechts bij de grootste stadsarchieven. Organisatorisch zijn
de archiefdiensten net als hier gewoonlijk ondergebracht bij de sector cultuur
of algemene zaken. Sinds 1987 worden in een aantal deelstaten wettelijke ka
ders geschapen voor het lokale en regionale archiefwezen.
Tenslotte wijdde de spreker enkele woorden aan de situatie in de ddr. Daar
heeft de staat het lokale zelfbestuur volledig de nek omgedraaid. De Kreis-,
stads- of gemeentearchivaris ressorteert ambtelijk onder interne zaken, vak
matig onder de Staatliche Archivverwaltung. Een vereniging van archivaris
sen bestaat niet. Ongetwijfeld zal de komende eenwording van de Duitslanden
voor het oosten betekenen dat de staatsinvloed sterk wordt teruggedrongen,
en dat een zelfstandige ontplooiing van het regionale en lokale archiefwezen
weer een kans krijgt.
In de discussie werd op dit laatste punt ingehaakt door K. Mlynek uit Han
nover, die tot de jaren zeventig in de ddr woonde. Kenmerkend voor de daar
bestaande situatie noemde hij het geval van een in ongenade gevallen hoge po
liticus, die niet ter dood werd veroordeeld, maar werd benoemd tot topman
van het archiefwezen. Volgens hem zal er rekening mee moeten worden ge
houden dat veel belangrijke archivarissen alleen tot hun hoge positie konden
opklimmen dankzij hun partijlidmaatschap. Dit kan bij hun integratie in het
Duitse of Europese archiefwezen ethische problemen oproepen. Overigens wees
Mlynek erop dat de Oostduitse archiefopleiding ondanks het veel kleinere grond
gebied waarvoor zij functionarissen moet verschaffen, dezelfde capaciteit heeft
als de Westduitse.
267