tonome republieken. Om de invloed van de Sovjetburgers op het beleid van de archiefbeherende instellingen te garanderen moet bij deze instellingen een soort van Adviesraden worden benoemd, waarin vertegenwoordigers van we tenschap, onderwijs, pers en andere maatschappelijke organisaties zitting heb ben. Alle burgers horen vrij toegang te hebben tot de archiefstukken, of ze daarvoor nu een officiële machtiging hebben of niet. De archiefambtenaren zijn verplicht de gevraagde stukken ter inzage te geven. Ook schriftelijke in lichtingen moeten gegeven worden en wel binnen een wettelijk bepaalde ter mijn. Ook in geval van wettelijke beperking van de openbaarheid (in verband met staatsgeheimen of bescherming van de persoonlijke levenssfeer) mogen archivarissen niet weigeren opgave te doen van de signatuur waaronder de be treffende stukken zijn geregistreerd. Vereniging van Archivarissen Ondertussen heeft een comité van voorbereiding de overheidsorganen en de Sovjetmaatschappij als geheel opgeroepen mee te werken aan de oprichting van een Vereniging van Archivarissen in de Sovjetunie. De activiteiten zijn er op gericht medio 1990 een constituerend congres te houden. Onder de doelstel lingen van de vereniging bevindt zich tevens de ontwikkeling van contacten en de samenwerking met wetenschappelijke, culturele en andere verenigingen in het land en het verlenen van medewerking aan het ontwikkelen van banden met buitenlandse archivarissen. In het kader daarvan zal de vereniging ook voor haar leden studiereizen in binnen- en buitenland organiseren. Hiermee zal een einde komen aan het contactenmonopolie van Glavarchiv, dat het Sovjetarchiefwezen tot nu toe vrijwel hermetisch op slot heeft gehouden. Ronde tafel Hoe verstard en krampachtig de situatie binnen het Sovjetarchiefwezen ook moge zijn, de Oostblokmode om rond vierkante tafels 'rondetafelgesprekken' te houden is ook het archief binnengeslopen. Tijdens een dergelijk rondetafel gesprek reageerden vertegenwoordigers van de Staatsarchieven voor Litera tuur en Kunst, van het Sovjetleger, voor Militaire Geschiedenis, van de Okto berrevolutie en voor Economie op de kritiek die de pers en de burgerij over het archiefwezen uitstorten, waarbij luidkeels geëist wordt dat de archieven open moeten. De Sovjetarchivarissen zijn er echter nog niet aan toe de deur open te zetten voor ieder die het archief in wil. Als argument voeren ze aan, dat ze niet bere kend zijn op een massale toeloop van publiek. Zelfs voor de onderzoekers met een officiële vergunning is in de studiezalen onvoldoende plaats. Er is nog veel te weinig gemicrofilmd, zodat de originelen te veel zouden lijden van frequent gebruik. Belangstellenden zullen daarom moeten aantonen, dat hun onderzoek noodzakelijk is. Bovendien vereist het zinvol gebruik van archiefstukken een grondige historische en specialistische kennis, zodat het onverstandig zou zijn zo maar iedereen toe te laten, zo vinden enkele deelnemers aan de bovenge noemde ronde tafel. 152 Mevrouw N.B. Volkova, directeur van het Staatsarchief voor Literatuur en Kunst onderstreept daarbij, dat bij alle lawaai in de pers over archiefgehei men' toch wel uit het oog verloren wordt, dat het behoud van stukken vooraf gaat aan de openbaarmaking ervan en dat de archivarissen op dat punt be langrijke resultaten hebben geboekt. Zij wijst erop, dat haar archief altijd zijn best heeft gedaan archiefmateriaal in handen te krijgen en in veiligheid te bren gen van personen die pas later weer 'accepté' werden. Zo ontdekten in 1948 medewerkers van haar archief bij de nalatenschap van S.M. Eisenstein** het archief van V.E. Meyerhold.3 Eisenstein heeft na de arrestatie en de dood van Meyerhold diens archief meegenomen en bij hem thuis in zijn landhuis ver borgen. In navolging van dit voorbeeld hebben de archivarissen herhaaldelijk archiefmateriaal meegenomen in afwachting van betere tijden. Volgens Vol kova kwam het ook in het verleden wel voor, dat officieel geheime stukken aan onderzoekers ter inzage werden gegeven. Maar van een frequent gebruik kon natuurlijk geen sprake zijn, omdat de inhoud van de stukken niet paste in het kader van de 'destijds heersende historische voorstellingen' of verbon den waren met het optreden van personen, die aan vervolging waren bloot gesteld. Bovendien was er geen enkele mogelijkheid resultaten van dergelijk onderzoek in de Sovjetunie gedrukt en verspreid te krijgen. Particuliere archieven V.V. Tsaplin, directeur van het Centraal Staatsarchief van de Economie en een van de deelnemers aan het genoemde rondetafelgesprek, is van mening dat de principes en methoden van de selectie van archiefstukken dringend ingrij pende veranderingen behoeven. Het archiefwezen moet niet meer, zoals in het verleden, alleen naar de staat en de heroïsche lijnen van de geschiedenis kij ken, maar zich 'de mens toewenden'. Het gaat om een vermenselijking van het archief. Er mag geen plaats zijn voor politieke vooringenomenheden bij de beoordeling van de waarde van archiefstukken. Overeenkomstig de geldende visie op de geschiedenis van de Sovjetstaat, waarin voor het individu geen plaats was, hebben tot nu toe vooral die documenten de status van archiefstuk ver kregen, welke getuigen van de ontwikkeling van de maatschappij, de staat, de economie, cultuur, industrie, technische verworvenheden en dergelijke Do cumentatie over privépersonen kwam het archief (meestal) niet in, of met een vertraging van 75 jaar. Daarom moet het archiefwezen oolc belangstelling wij den aan archieven van particulieren, van verenigingen, kerken en dergelijke, ongeacht hun 'profiel'. Daarbij is coördinatie dringend gewenst, omdat an ders verspreiding van archiefmateriaal over verschillende bewaarplaatsen dreigt. Overigens zullen de archieven nog een hele taak hebben aan het opbouwen van vertrouwensrelaties met de eigenaars van particuliere archieven. Opnieuw: naar een Archiefwet In tegenstelling tot de 'conservatieve' archiefwet, die zowat alles bij het oude laat, en tot de 'alternatieve', die hij 'onrealistisch' noemt vanwege zijn vele 153

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 25