Archivarissen tussen twee vuren
Jan van den Broek
Sinds in de Sovjetunie de glasnost heerst, kan men geen tijdschrift opslaan of
er staan wel onthullingen in over wantoestanden. Over incompetente bestuur
ders, verkommerde ziekenhuizen, onherstelbare bodemvervuiling, corruptie
en een welig tierende misdaad. Het lijkt erop alsof het aan de kaak stellen van
de leugenachtigheid en achterlijkheid van de Sovjetsamenleving een nationale
sport is geworden. Ofschoon er natuurlijk ook sprake is van overdrijving en
daartegen hier en daar wat zwak protest opklinkt, dringt zich het beeld op van
een vloedgolf die alles op zijn weg meesleurt. Wat wij in het westen ervan waar
nemen, is in feite maar het topje van de ijsberg. Wij beperken ons immers vooral
tot het lezen van kranten en tijdschriften op Unieniveau. In ieder geval heeft
de golf van openheid en kritiek geleid tot een indrukwekkende mobilisatie van
de publieke opinie. De redacties van alle periodieken ontvangen dagelijks mas
sa's brieven van burgers die ook zo hun verhalen hebben over gevallen van
wanbeheer, machtsmisbruik en bedrog in hun eigen omgeving. Het is dan ook
geen wonder, dat uit kringen van archivarissen de wens wordt vernomen die
ingezonden brieven, waarvan natuurlijk maar een fractie kan worden geplaatst
of besproken, voor het nageslacht te bewaren. Zij geven, na al die jaren van
huichelarij, een werkelijk beeld van de Sovjetstaat. Inmiddels heeft het door
alle kritiek ontwaakte zelfbewustzijn ook tot de nodige daden geleid. Nog voor
dat via de verkiezingen in de meeste regionale besturen hervormingsgezinde
meerderheden hun intrek namen, zijn overal in de Unie al talloze functiona
rissen van hun comfortabele posities in bedrijven en bestuursdienst verjaagd.
Lippendienst aan de glasnost
Vanzelfsprekend worden in deze golf van kritiek ook de Sovjetarchieven niet
gespaard. De kritiek op de archieven is zelfs van een bijzondere geladenheid,
wat geen verwondering mag wekken, als men bedenkt dat de nieuwe openheid
een gigantische vraag naar waarheid, dus ook historische waarheid heeft los
gewoeld. De Sovjetburger wil nu eindelijk wel eens weten hoe het werkelijk
zat. Waar zijn verwanten gebleven zijn, natuurlijk, maar ook wie hem dit of
dat geintje heeft gelapt, wat voor gif er toen en toen in de rivier is geloosd of
wie verantwoordelijk zijn voor het verpeste leefklimaat in zijn stad. Antwoord
142
Het gebouw van de Hoofddirectie der archieven (Glavarchiv) en het Centraal Staatsarchief
van Oude Akten aan de Grote Pirogovskajastraat in Moskou.
op al die vragen kun je krijgen door in de archieven te kijken, meent hijMaar
de archieven zijn nauwelijks toegankelijk, en als je er al binnenkomt, kan of
wil niemand je vertellen wat voor archiefmateriaal er is. Bestandsoverzichten
zijn er ook niet. Dat wekt woede en achterdocht. Geen wonder dat er verhalen
gaan over weigerachtige archivarissen en geheime archieven. Toch heeft ook
de Sovjetarchiefdienst, als brave dienaar van zijn superieuren, al een beetje
meegedaan met de glasnost. Men is begonnen de archieven die inderdaad ach
ter slot en grendel lagen en niet ter inzage mochten worden gegeven, van het
merkteken 'geheim' te ontdoen. Zoals mevrouw S.M. Zjitomirskaja en na haar
mevrouw Patricia Grimsted in hun artikelen in de Literatoernaja Gazeta van
vorig jaar1 betoogden, zet deze 'ontheimelijking' echter maar weinig zoden
aan de dijk, als er geen bestandsoverzichten en toegangen worden gemaakt.
Met deze actie verricht het archiefwezen hooguit lippendienst aan de huidige
mode.
Artikelen van deze soort hebben onze Sovjetcollega's moed gegeven, lijkt
het, want inmiddels is het geducht gaan rommelen in het brave archiefwezen.
Natuurlijk voelen de Sovjetarchivarissen zich aangesproken door de kritiek
in de pers en de maatschappijmaar tegelijkertijd weten ze dat ze zichzelf nau
welijks iets te verwijten hebben. De achterlijkheid van hun dienst is het regel
rechte gevolg van de ideologische dictatuur van de bolsjewistische partij en
haar pseudowetenschappelijke kijk op de geschiedenis.