Hoe klantvriendelijk is het archief? Een enquête onder de bezoekers van de studiezaal in het gemeentearchief van Zwolle F. C. Berkenvelder 6 h. w. en k. wiersma, Bewijs door geschriften, deel 2 van veegens-wiersma, Het nieuwe be wijsrecht in burgerlijke zaken (Zwolle 1988), 121-122. In de oudere juridische literatuur over het onderwerp akte, bij voorbeeld a.pitlo, Be wijs en verjaring, bewerkt door t.r.hidma, Arnhem 1981, deel 4 in: pitlo, Het Nederlands Burgerlijk wetboek, 54-55, wordt bij van de overheid afkomstige stukken ook het woord 'authentiek' toegevoegd; deze auteur meent zelfs, dat alle ambtelijke geschriften authentie ke akten zijn: 'wel nimmer (zal) een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie een geschrift opmaken dat niet bestemd is om tot bewijs te dienen'. Deze juristen verliezen uit het oog, dat bij voorbeeld ambtelijke adviezen zeker geen akten zijn, laat staan authentieke. 7 Zie veegens-wiersma, deel 2, 121-124. 8 Artikel 184 1 Authentieke akten leveren tegen een ieder dwingend bewijs op van hetgeen de ambtenaar binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft ver klaard. 9 Het is mij niet duidelijk waarom de tekst in Burgerlijke Rechtsvordering het woord gehele (afschriften) vermeldt, en niet een formulering is gekozen als in artikel 8 van de Archiefwet 1962; vergelijk veegens-wiersma deel 2, 148- 149; een notariële grosse mag wèl in bepaalde gevallen een uittreksel zijn, bij voorbeeld boe delscheiding en veiling van onroerend goed, en wel op grond van de definitie van grosse in ar tikel 43 van de Wet op het Notarisambt. Of een door de archivaris opgemaakt uittreksel, dat niet een volledige tekst van een authentieke akte bevat, wel dwingend bewijs levert is de vraag; ongetwijfeld is het op zichzelf een au thentieke akte, ongeacht de status van het ge kopieerde stuk (dat kan namelijk ook een on derhandse akte of 'overig geschrift' zijn). Voor een archivistische beschrijving is deze vraag echter niet relevant. 10 Zie voor buitenlandse terminologie overigens: iso-norm 5127 Documentation and information - Vocabulary, part. 4. Archival documents (1984) (Engels en Frans). De term akte of iets dergelijks komt daarin echter niet voor. Vocabulaire des archives. Archivistique et di plomatique contemporaines. afnor, Paris 1986 (Frans, met Engelse equivalenten). h.o. meissner, Archivalienkunde vom 16. Jahr- hundert bis 1918 (Göttingen 1969), 34-82 (Duits). Elsevier's Lexicon of archive terminology (Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, Ne derlands), Amsterdam 1964. Dictionary of Archival Terminology, München 1984 en 1987 (2de druk). Deze voegt daar het Russisch aan toe. Voor het begrip akte (en ook voor vele andere) is echter de behandeling in Elseviers Lexicon veel beter dan in de onder ling verschillende twee drukken van de Dictio nary. 11 Mogelijk is 'rechtsgeldig' ooit in de definitie gekomen ter onderscheiding van historisch be wijs; ik meen, dat er geen verwarring tussen beide 'bewijsvormen' ontstaat, als men er van uit gaat dat archiefstukken in beginsel admi nistratieve stukken zijn, die in hun ont staansperiode het historisch bewijs niet als bestaansreden hebben. Een eerste steen met in scriptie is een historisch bewijsstuk, maar geen archiefstuk. 12 Zie noot 3, pagina 38. 13 Deel 2, pagina 51-56; een ondertekening is een geheel van lettertekens in het handschrift van de ondertekenaar waardoor deze hetzij zijn naam schrijft zoals hij gewoonlijk doet, hetzij zich anderszins individualiseert zoals hij ge woonlijk doet. Een analfabeet kan dus geen ak te opmaken, omdat een kruisje, zelfs met een getuigenverklaring, geen ondertekening is; een handtekeningstempel daarentegen weer wel. 14 Zie: J. l. van den gouw, 'Munimenta et monu- menta', in nab 84 (1980), 510. 15 Wetboek 1809, artikel 1; grondwet 1815 artikel 162: 'In naam des Konings'; wet van 22 juni 1891 Stb. 125: 'Wanneer eene Koningin de kroon draagt,' worden de woorden in het for mulier 'des Konings' vervangen door 'der Ko ningin'. Besluit van 1 december 1813 Stb. 3 en Besluit van 11 december 1813 Stb. 10, artikel 32: 'In naam van den hooge Overheid'; grond wet 1814 artikel 99 'In naam van den Souverei- nen Vorst'; paragraaf 6 van de Verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandse gebied, 29 mei 1940 nr. 3: 'In den naam van het Recht'. Tijdens de Republiek voor elk gewest andere formules, in Holland bijvoorbeeld meestal 'uit den naam en vanwe gen de hoge Overheid en Grafelijkheid van Holland en Westvriesland'. 132 Archieven worden bewaard om gebruik! te kunnen worden. Een belangrijke vraag is: hoe ervaart de onderzoeker zijn bezoek? Een antwoord daarop kan van belang zijn voor het beleid. De Zwolse gemeentearchivaris drs F. C. Ber kenvelder heeft zelf een enquête ontwikkeld om er achter te komen hoe klant vriendelijk zijn archief is. Hij beschouwt de enquête als een eerste aanzet en wekt Landelijke Kring en Rijksarchiefdienst op met deskundige hulp een model enquêteformulier te ontwikkelen. Inleiding Archieven zijn er om te gebruiken. Anders zijn archiefgebouwen pakhuizen vol papier, waar niemand iets aan heeft. Daarom staat de gebruiker bij het gemeentearchief van Zwolle centraal. Al jaar en dag wordt de prioriteit van de inventarisatiewerkzaamheden bepaald door de gebruikers. Daartoe leggen de studiezaalambtenaren hun oor goed te luisteren: zij vragen aan de onder zoekers welke categorieën van archieven en verzamelingen zij het eerst ontslo ten en nader toegankelijk gemaakt willen zien. Dit wordt met de archivaris besproken en op grond hiervan wordt ieder jaar in gezamenlijk overleg de voor deze werksoort ter beschikking staande tijd verdeeld. Dagelijks wordt door ieder lid van het archiefpersoneel de op die dag aan de verschillende werksoor ten bestede hoeveelheid tijd vermeld. Iejier kwartaal vindt een voortgangscon trole plaats waarbij gekeken wordt of de uitkomsten overeenkomstig de plan ning waren, hoe de vorderingen waren, welke problemen zich hebben voorgedaan en of zich wellicht problemen zouden kunnen voordoen. Wensen van gebruikers worden meegedeeld en geregistreerd om te laten meedingen bij de vaststelling van de volgorde van de prioriteiten bij de eerstvolgende jaar planning. Bij een overheidsinstelling met een monopoliepositie als een archiefdienst zal immers de kwaliteit van de dienstverlening voorop dienen te staan. Alleen 133

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 15