Bespreking van boeken degen inleiding waarmee de onderzoeker zeker zijn voordeel zal kunnen doen. Na deze correct geannoteerde inleiding volgt een lijst van 'Geraadpleegde bronnen en literatuur', waarin naar mijn mening ook nog wel wat algemene werken inzake procesrecht en rechterlijke organisatie in burgerlijke en straf zaken hadden kunnen worden vermeld. Te denken valt daarbij bij voorbeeld aan: w. hugenholtz, Hoofdlijnen van Nederlands burgerlijk procesrecht, be werkt door W. H. Heemskerk en a. j. blok en l. Ch. besier, Het Nederlandsch strafproces, waarin de onderzoeker dan zelf de antwoorden op diepergaande vragen zou kunnen opzoeken. Na een tweetal bijlagen, 'Plattegrond van een rechtszitting in straf- en bur gerlijke zaken' en 'Functionarissen bij de rechtbank' volgt de inventaris. De indeling van het geheel is klassiek en laat eigenlijk niets te wensen over, terwijl ook de verdeling van de archivalia over de diverse rubrieken en subrubrieken weinig aanleiding tot kanttekeningen oplevert. Opvallend is dat men in 1838 bij sommige series geen nieuw register heeft aangelegd, maar is voortgegaan in een al in gebruik zijnd register. Dit heeft natuurlijk consequenties voor de beschrijving van de verwante rechterlijke archieven van 1811 tot 1838. De beschrijvingen zelf zijn beknopt en uitermate duidelijk. Slechts hier en daar laat de inventarisator een steekje vallen. Zo begint de beschrijving van inventarisnummer 109 met 'Ordonnantiën der raadkamer in criminele en cor rectionele zaken tot aanhouding,Gebruikmakend van wat modernere ter minologie spreek ik liever over 'Bevelschriften'. Bij de inventarisnummers 562- 575 onder de rubriek 'Buitengerechtelijke of extrajudiciële zaken' is sprake van 'Akten en processen-verbaal van de rechtbank Inde nota bene onder de beschrijving wordt daaraan toegevoegd dat zich hierin hoofdzakelijk processen-verbaal van getuigenverhoren bevinden. Horen die verbalen dan niet tot procesgang? Waarschijnlijk niet. Gezien de plaatsing onder de rubriek 'Bui tengerechtelijke zaken' hebben wij hier vermoedelijk te maken met getuigen verhoren in rogatoire commissie, dat wil zeggen op verzoek van andere rech terlijke colleges. Als dit werkelijk het geval is, was het correcter geweest dat ook in de nota bene te vermelden om alle mogelijke verwarring uit te sluiten. Deze kleine vergissingen vermogen echter niets aan het grote geheel der be schrijvingen af te doen. De inventaris doorgelezen hebbende, kan ten aanzien van de archieven als zo danig nog worden opgemerkt dat het rechtbankarchief tamelijk compleet tot ons is gekomen. Echt bijzonder is dit niet, want dit komt ook in andere arron dissementen wel voor. Wel buitengewoon is de volledigheid van de beide an dere archieven. Zelden zal men zulke complete archieven van het parket van de officier van justitie en van de ambtenaar van het om aantreffen. Dit is zeer uitzonderlijk. R. Huijbrecht 98 Onderzoekgidsen Met de toenemende belangstelling voor de verschillende vormen van historisch onderzoek en de daarmee parallelle groei van het archiefbezoek ontstond de behoefte aan gidsen die de onderzoeker op weg zouden kunnen helpen. Voor de begeleider van de onderzoeker, een studiezaalmedewerker of een docent van een cursus lokaal historisch onderzoek bijvoorbeeld, betekent zo'n gids een ver lichting van zijn taak: hij kan er naar verwijzen. De onderzoeker kan zich met hulp van zo'n gids voorbereiden, informatie verzamelen en het gevonden ma teriaal verwerken. In de jaren tachtig zijn verschillende gidsen verschenen. Dat zij voorzien in een behoefte blijkt alleen al uit het feit dat sommige reeds aan hun tweede of derde druk toe zijn. Nieuwe gidsen zijn in voorbereiding. Naar hun aard en opzet kunnen wij een aantal typen onderscheiden: een gids voor onderzoek bij een bepaalde archiefdienst, voor genealogisch onderzoek in een provincie of voor lokaal en regionaal historisch onderzoek. Hierna wor den van elk type enkele gidsen besproken. Het doel is niet alleen de direct geïn teresseerden, zij die onderzoek willen doen bij de betreffende archiefdienst of in juist die provincie, attent te maken op het bestaan ervan. De besprekingen laten ook zien dat het nuttig is zich bij het opzetten van een gids te oriënteren in bestaande gidsen om te zien in hoeverre deze model kunnen staan. Onderzoek bij een archiefdienst h.j.a.g. metselaars, Onderzoek in het Rijksarchief in Noord-Holland. Haarlem 19883. Uitgave Rijksarchief in Noord-Holland, isbn 9071238288. r. de herst en J. vannieuwenhuyse, Historie op perkament. Op zoek naar het verleden in het Gentse Stadsarchief. Gent 1988. Uitgave Dienst voor Cul turele Zaken Stadsarchief Gent. De gids voor onderzoek in het Rijksarchief in Noord-Holland opent met kor te inleidingen over literatuur- en archiefonderzoek en behandelt vervolgens de belangrijkste daar aanwezige archieven, gegroepeerd in drie hoofdstukken: ar chieven van rijksorganen, van provinciale organen en van particulieren. Daarna volgen hoofdstukken over het verzamelen van gegevens over de geschiedenis van een familie en van een plaats of streek. De gids besluit met een aantal prak tische wenken. De Gentse uitgave Historie op perkament is verschenen ter gelegenheid van een tentoonstelling waarin de geschiedenis van Gent werd geïllustreerd aan de 99

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 39