Archieven
in de Europese gemeenschap
Groot-Brittannië
Aart Vos
pervlakteverlijming van het papier de proefre-
sultaten beïnvloedde. De lijralaag is daarom
van het papier afgeweekt, waarna de phloroglu-
cinetest herhaald is. De uitkomsten waren iden
tiek aan die te Eindhoven.
16 Dit is gedaan door middel van een regressie- en
discriminantanalyse.
17 Meten en regelen van de pH van papier. Verslag
themadag, s.l., Vereniging van Archiefrestaura
toren (1984).
Summary
A deterioration survey in archival collections of the 19th and 20th century is
done by the Streekarchief Regio Eindhoven Kempenland as part of a
preservation- and conservationplan. This stratified random sample survey is
based on a modification of the Stanford method, developped by Uppsala Uni
versity Library. While the character of archival collections differs from library
collections, we have modified the Uppsala method. Only the condition of the
paper is determinated. Three collections are survied: registry offices, registrars
offices and notarial acts. The paper condition is graded and the following pa
per analysis tests are made: paper categories (rag-paper vezelig; chemical pulp
and groundwood glad), phloroglucinol test, alum rosin sizing test and pH-
measuring. The data are analysed by the spss-pc package.
The paper gradings differ a lot for each collection, but also by the age of the
material. To find an explanation for the condition paper analysis tests are do
ne. Proved is that the correlation between the pH-values and the paper strength
is in a certain way a 'nonsense' correlation, mainly based on the difference in
paper category and date. Neither the contain of lignin nor the rosin sizing gave
an explanation for the differences in condition of the paper. Only the paper
category and its date in relation to the fold strength of the paper give a certain
indication for the deterioration in this archival collections.
68
In dit nummer van het Nederlands Archievenblad opent de redactie haar serie
'Archieven in de Europese Gemeenschap'. Het is de bedoeling dat alle twaalf
landen van de Europese gemeenschap aan de beurt komen. Opzet is niet een
organisatorisch verhaal, maar meer impressies, opinies en belevenissen weer
te geven. Een reisimpressie van Aart Vos, medewerker inventarisatie van het
Stadsarchief Den Bosch, over het archiefwezen in het Engelse Yorkshire, wordt
voorafgegaan door een korte samenvatting van enkele belangrijke wetenswaar
digheden over het Britse archiefwezen.
Archieven in Groot-Brittannië1
De ontwikkeling van het archiefwezen in het Verenigd Koninkrijk is eerst in
de loop van de twintigste eeuw in een stroomversnelling geraakt. Weliswaar
werd al in 1838 het Public Record Office het centrale archievendepot voor
de staatsinstellingen - opgericht, een echte beroepsvereniging voor archivarissen
kwam pas in 1946 tot stand. Ook de regelgeving op het terrein van de archief-
zorg is veel later tot ontwikkeling gekomen dan in Nederland. Pas de Public
Records Act van 1958 maakte het mogelijk dat vele archieven van rijksinstel
lingen met een lokale strekking naar gemeentearchieven konden worden over
gebracht. De overgebrachte archieven van het rijk zijn in Groot-Brittannië in
beginsel openbaar na dertig jaar. De ministeries zijn verantwoordelijk voor
selectie en overdracht van de archieven, maar een en ander vindt plaats onder
toezicht van het Public Record Office. Er is geen wettelijke vernietigingsplicht.
De archiefzorg door de lagere overheden, zowel op het niveau van de coun
ties als op dat van de gemeenten, is van ouds sterk wisselend van omvang en
kwaliteit. Er is geen wettelijke regeling van de openbaarheid van lokale en
county-archieven. Toezicht op de zorg, zoals in Nederland, ontbreekt nage
noeg. Provinciale archiefinspecteurs of functionarissen van dergelijke aard zijn
69