richt. Deze gaf een eerste inzicht in de variatie aan papier en categorieën stuk ken in het archief, dat in het zo heterogene geheel voorkomt. Op basis hiervan is een gericht vervolgonderzoek gepland. Bijlage 2 Metingen onderzoek 1 Bepaling handvouwgetal Het handvouwgetal is het getal van het aantal vou wen, waarbij het papier afbreekt. De onderzoekspagina's worden in de rech terbovenhoek gevouwen. Per inventarisnummer zijn drie bladzijden onderzocht: één van de eerste pagina's (uitgezonderd het schutblad), één in het midden en één achterin (ook weer uitgezonderd een eventueel schutblad). Bij notariële archieven zijn de bij een inventarisnummer opgenomen repertoires niet on derzocht, omdat deze meestal later gevormd zijn en veelal van een afwijkende papiersoort zijn. De lengte van de vouwsnede dient ongeveer 3 tot 4 centimeter lang te zijn en wordt de eerste keer tussen duim en wijsvinger aangewreven (zonder daar bij de nagels te gebruiken). De gevouwen hoek wordt vervolgens omgeklapt en tussen de twee genoemde vingers aangedrukt. Dit wordt herhaald tot in to taal zes keer gevouwen is (drie maal naar voren en drie maal naar achteren). Hierna wordt de omgevouwen hoek tussen duim en wijsvinger gehouden om vervolgens loodrecht op de richting van de vouwsnede aan het papier te trek ken. De trekkracht die men uitoefent, mag slechts een weinig groter zijn dan de kracht die uitgeoefend wordt op het punt waarop men weerstand voelt. Voor dit onderzoek definiëren wij het papier als respectievelijk goed, slecht of brittle, wanneer het handvouwgetal de hierna omschreven waarde heeft: Goed is wanneer geen breuk optreedt na meer dan tien vouwen Slecht is wanneer bij zeven tot en met tien vouwen het papier breekt Brittle is wanneer breken bij zes of minder vouwen gebeurt. Bepaling zuurgraad De oppervlakte-pH van het papier is bepaald op drie punten van de onderzoekpagina, te weten in de linker bovenhoek, in het mid den (vanuit de lengte en de breedte van het blad) en in de rechter beneden hoek. In de hoeken is het ongeveer twee centimeter vanuit de randen gebeurd. De linker bovenhoek is gekozen om eventuele invloed van de inwerking van licht en vervuiling mee te nemen, de rechter benedenhoek om de mogelijke in vloed van het gebruik (ombladeren) te kunnen bepalen. In het midden van de pagina is gemeten, omdat hier de minste beïnvloeding door externe factoren is te verwachten. De meting is uitgevoerd met een digi tale pH-meter (Toptronic) en een oppervlakte-electrode (Schott) volgens 'Me ten en regelen van de pH van papier'.17 Onder de te meten pagina is een vel siliconenpapier gelegd om eventuele invloed van onderliggende bladen uit te sluiten. Op de meetplaats is circa 0,2 ml gedemineraliseerd water aangebracht, waarop de pH-electrode in een standaard is geplaatst (vast houden met de hand heeft trillingen en verplaatsing tot gevolg, wat het meetresultaat onbetrouw baar maakt). Na tien minuten is de waarde afgelezen. Daarbij is notitie ge maakt over de aanwezigheid van inkt op de meetplaats, dit om de mogelijke beïnvloeding daarvan vast te kunnen stellen. 64 Beoordeling verbruining, scheurtjes en randen Van ieder inventarisnummer als geheel is nagegaan of het papier scheurtjes vertoonde, dan wel of er reeds stukjes afgebrokkeld waren. Van de randen van het boekblok is gecontroleerd of deze gaaf zijn, dan wel licht of ernstig zijn aangetast. De bladen zijn beoor deeld op het voorkomen van verbruining. Definitie: Scheurtjes 1 geen 2 enkele 3 veel, of ontbrekende stukjes Randen 1 recht, onaangetast 2 licht aangetast 3 zwaar aangetast Verbruining 1 geen 2 randen 3 egaal Temperatuur en relatieve vochtigheid Om de mogelijke invloed van de ver schillen in de omgevingstemperatuur en relatieve vochtigheid te kunnen vast stellen zijn deze gegevens geregistreerd met behulp van een thermohygrograaf. Bijlage 3 Metingen onderzoek 2 Bepaling handvouwgetal Uit het eerste onderzoek is duidelijk geworden dat er geen systematisch verschil tussen het breken van de voor-, midden- of ach terpagina bestaat. Aangezien wel duidelijk werd dat de boekbanden zuur kar ton bevatten, is nu als proefpagina een willekeurig blad middenin het register gekozen om een eventuele beïnvloeding door het karton bij voorbaat uit te slui ten. Bij het eerste onderzoek kregen wij na zes keer vouwen geregeld het ge voel dat de hoek na één of twee keer doorvouwen wel zou breken. Besloten is daarom om bij dit onderzoek tot 20 vouwen door te gaan. Bepaling zuurgraad De zuurgraad is bij dit onderzoek op dezelfde manier bepaald als bij het eerste onderzoek. Er is alleen een verandering in de duur van de meting doorgevoerd. Bij het eerste onderzoek merkten wij dat de pH na een paar minuten gestabiliseerd was. Volgens mededeling van de heer Porck hadden proeven bij de kb en het Centraal Laboratorium dit bevestigd. De pH- waarde is bij deze onderzoeken dan ook na maximaal twee minuten genoteerd. Bepaling papiersoort Na de testfase is de papiersoort bepaald als een van de grootheden, die informatie verschaffen over de samenstelling van het papier. Aanvankelijk werd het aantal soorten papier op vijf a zes manieren omschre ven, doch bij nadere beschouwing bleek een indeling in twee soorten te volstaan. De papiersoort is bepaald door het papier tussen duim en wijsvinger te ne men en daarmee licht over het papier te wrijven. Voelde men vezels op het pa pier, dan is het als vezelig gedefinieerd. Verondersteld is dat dit papier lompen 65

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 22