100
80
percentage
-
60
40
20
0
-
-
1820 1840 1860 1880 19X1
Figuur 4 Papierbreuk naar ouderdom archief bevolkingsregisters
1920
De correlatiecoëfficient tussen zuurgraad en optreden van papierbreuk bedraagt, over
alle metingen genomen, 0,25.12 Maar, zoals al in paragraaf 3.2 is opgemerkt, krij
gen we pas een zuiver beeld van de relatie die tussen die twee grootheden bestaat,
door deze te corrigeren voor de verschillen in ouderdom. Als we dit doen, dan vinden
we een merkwaardig resultaat. Het blijkt dat in de periode 1840-1880 de hypothese,
dat zuurdere stukken kwetsbaarder zijn, bevestigd wordt, maar dat het voor de re
gisters uit de periode 1880-1910 eerder andersom ligt: daar breekt papier met een ho
gere pH eerder. Figuur 5 geeft inzicht in de verschillende pH-waarden voor de groep
met en zonder papierbreuk.
De correlatiecoëfficient tussen het handvouwgetal van tien of minder en de lage pH
van het papier bedraagt over de periode 1840-1880 0,50 en over de periode 1880-1910
-0,25. Hoewel er dus sprake is van een significant verband, is de verklarende waarde
daarvan toch beperkt. Met andere woorden: het is niet zo eenvoudig dat papier uit
1840-1880 boven een bepaalde pH-waarde goed is en daaronder grote kans op breken
heeft; evenmin is het zo dat voor het tijdvak 1880-1910 de omgekeerde situatie geldt.
In de pH-rpnge van goed naar slecht papier is dusdanig veel overlapping, zoals in fi
guur 5 duidelijk is te zien, dat de zuurgraad nauwelijks een indicator is voor de papier
kwaliteit. Terzijde is het hierbij misschien goed op te merken dat we ons ervan verge
wist hebben dat de pH van het papier zo goed mogelijk gemeten is.13
Al met al concluderen we dat de zuurgraad niet als duidelijk kenmerk van het pa
pierverval is aan te wijzen. Nader onderzoek is dus noodzakelijk. In navolging van
het Zweedse onderzoek is daarom de samenstelling van het papier nader bekeken.
Aangezien ons de mogelijkheid ontbreekt om het papier te analyseren naar de aanwe
zige vezelsoorten is gekozen voor een onderscheid in papiersoort, namelijk in vezelig
of glad aanvoelend papier.14 Daarnaast is de aanwezigheid van lignine en aluin-rosin-
lijm getest.
58
6.5
6.0
5.5
5.0
nnnni slecht
4.5
4.0
1860
1880
1900
1920
1820
1840
Figuur 5 Zuurgraad naar ouderdom archief bevolkingsregisters
PH-verschil goed/slecht papier
In figuur 6 is het voorkomen van de papiersoort, aluin of lignine in de loop
van de tijd weergegeven. Het blijkt dat het papier van vóór 1870 overwegend
vezelig is, terwijl de registers van na 1880 grotendeels van glad papier zijn. Veel
van het onderzochte papier bevat aluin, vanaf 1880 komt het echter minder
frequent voor. Lignine treffen we veel minder vaak aan, alleen een klein deel
van de stukken uit 1880-1910 is lignine-positief.
Deze uitkomst wekt bevreemding, omdat in Uppsala en in de Nederlandse
kb veel meer lignine is aangetroffen. Nader onderzoek in de kb gaf evenwel
een bevestiging van de door ons gevonden resultaten.15 Om nu een beter in
zicht te krijgen in de papierkenmerken, die samengaan met het al dan niet bre
ken van het papier in relatie met de pH, hebben we de onderlinge relaties tus
sen de factoren nader onderzocht. Het blijkt dat bij vezelig papier een laag
handvouwgetal gemiddeld overeenkomt met wat lagere pH-waarden (periode
1850-1870). Het gemiddelde breukpercentage is daar 30%. Opvallend is ook
dat de zuurgraad lager wordt naarmate de stukken jonger zijn. Bij glad papier
zien we een heel ander beeld. Tussen 1840 en 1860 ligt de pH nagenoeg geheel
onder de vijf en is de breukscore zeer hoog (75%). Vanaf 1870 komt breuk
zowel bij relatief hoge als lage zuurgraadwaarden voor, het gemiddelde breuk
percentage is dan circa 40%.
Papier met lignine heeft vaak een laag handvouwgetal. Toch mogen we nog
niet de conclusie trekken dat lignine een belangrijke factor in het papierverval
is. Al onze ligninehoudende stukken vallen in de categorie glad papier uit een
periode, waarin ook de meeste niet ligninehoudende stukken snel breken. Uit
de metingen blijkt dat aluin geen invloed heeft op de papierkwaliteit, in alle
tijdvakken was er geen significant verschil in breukpercentages tussen wel en
niet aluinhoudend papier.
59
j==
papier
cm] goed
papier