delijk niet veel op, omdat deze depots aan veel hogere eisen voldoen dan die van commerciële bedrijven. Het is dan nodig om onderscheid aan te brengen tussen categorieën van archiefbestanden (bijvoorbeeld op termijn vernietig baar of niet) en de noodzaak tot raadpleging. Omgekeerd werd gesteld, dat omvangrijke vernietiging gekoppeld aan een goede WA-verzekering waarschijn lijk goedkoper is dan op termijn vernietigbare bescheiden in een commerciële archiefbewaarplaats onder te brengen. Daarbij werd nog zijdelings gevraagd of de Nederlandse rechter bereid is aan archivalia, die zijn overgebracht naar een particulier bedrijf en aldaar of bij de overheid zelf door particulieren zijn geschoond, even grote bewijskracht toe te kennen als aan overheidsarchivalia die dezelfde behandeling hebben ondergaan door de overheid zelf. Het maken van onderscheid tussen permanent of incidenteel uitbesteden dook bij de beantwoording van de vraag of uitbesteding aan particuliere bedrijven goedkoper is, steeds weer op. Zonder adstructie met cijfertjes werd zowel door de aanwezige particulieren (Varekamp voor archiefbeheer en Buro Den Boer voor archiefbewerking) als van de kant van de archiefdiensten onderschreven, dat bij incidentele inschakeling het bedrijfsleven goedkoper is. Men heeft het dan echter niet over archiefbeheer in de zin der wet, rechtszekerheid enzovoort. Inleider drs J.N.T. van Albada stelde dat de vraag of archiefbeheer door par ticulieren goedkoper is, niet relevant is zolang onze bestuurderen ons niet ge bruiken als bedrijfsarchivarissen, dienstbaar alleen aan het dagelijkse produc tieproces van het bedrijf. Zover zag hij het nog niet zo snel komen. Een voorbeeld uit de praktijk van bedrijfsmatig werken op financieel gebied was de inleiding van mevrouw drs A.E. Groeneveld van de Rijksdienst voor de Beeldende Kunst (rbk). Zij gaf allereerst aan, dat bedrijfsmatig werken voor haar dienst optimalisatie in plaats van maximalisatie van de productie betekent en dat voor kwaliteit nu eenmaal betaald moet worden. De totstand brenging en het 'afzetten' van ieder product wordt als project met bijbeho rend budget en informatiesysteem omschreven, de organisatie bestaat uit pro- ductgerichte eenheden (afdelingen, projectgroepen). Het geheel wordt voorzien van een duidelijke toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden op grond van een heldere functiescheiding in organisatorische en inhoudelijke werk zaamheden: 'door organisatorische werkzaamheden door daarvoor capabele mensen te laten verrichten creëer je meer tijd voor creatieve doeleinden'. Hier door en door de directe beschikking over de middelen die nodig zijn om het werk te sturen (geld, informatie en dergelijke) wordt de eigen invloed op het werk vergroot. Het is onmogelijk om tussentijds met budgetten van verschil lende projecten te schuiven. Alleen halverwege het jaar kan de directeur beslissen voor een bepaald project meer geld uit te trekken. De rigide kanten die dit sys teem in zich herbergt, worden desalniettemin door de voordelen gecompen seerd. Onvoorziene meevallers en sponsorgelden die bij onvoorziene tegenvallers zijn verworven, vallen buiten begrotingsverband. Voor sponsorgelden wordt geen aparte rechtspersoon opgericht. Dit zou volgens spreekster maar fraude in de hand werken. De inhoudelijke bemoeienis van het rijk wordt weieens als lastig ervaren. Dat wordt nog versterkt doordat de rbk per project door wvc gefinancierd wordt. Als voorbeeld noemde de spreekster de vraag van wvc, of het Nederlandse neo-classicisme wel een tentoonstelling waard was. 14 Automatisering Het was nu eens niet de bedoeling de nieuwste technische snufjes uit te wisse len, maar de personele, financiële en organisatorische aspekten alsmede uit besteding aan particuliere (software)bedrijven van automatisering aan de or de te stellen. J. Kloosterman, adjunct-directeur van het iisg, stelde dat de veel gevraagde kosten/batenanalyse in zijn algemeenheid niet te geven is. Er zijn wel een paar elementen te noemen: mits vergezeld van de nodige organisatorische maatregelen zal automatisering de arbeidsproductiviteit doen toenemen, hetgeen voor de subsidiegever ver heugend is dit leidt echter niet vanzelfsprekend tot besparing van arbeidskosten: men gaat problemen aanpakken die voorheen onoplosbaar waren. Wel bestaat er een tendens tot verdergaande arbeidsdeling, omdat duidelijk hoger en lager gekwa lificeerde werkzaamheden te onderscheiden zijn, wat differentiatie in inscha ling ten gevolge kan hebben. de toename in arbeidsproduktiviteit en verbetering van zoekmogelijkheden ver hogen de waardering van de gebruiker voor de instelling en soms het getal van de gebruikers. Dit werkt soms kostenverhogend, tenzij de subsidiegever de waar dering deelt en (materieel) beloont. hinderlijk voor de gebruiker en de instelling is echter het veel voorkomende verschijnsel dat automatisering leidt tot verveelvoudiging van het aantal toe gangsmiddelen. De oplossing van dit probleem is doorgaans kostbaar. vrijwel altijd zal rekening gehouden moeten worden met jaarlijks terugkeren- 15

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 8