Conservering en restauratie vi G. de Bruin en T. AG. Steemers - Informatie over stof en schimmelallergenen Schimmels en schimmelsporen komen overal in grote aantallen voor. De ont wikkeling van schimmel is echter van een aantal factoren afhankelijk, namelijk: zuurstof: schimmels zijn obligaat aëroob temperatuur: voor de meeste schimmels ligt het temperatuuroptimum tussen de 20° en 30 °C vochtigheid: sporen kunnen pas gaan kiemen bij een relatieve vochtigheid (rv) boven 65 a 70%. Deze regels gelden voor schimmels in het algemeen. Er zijn echter ook vocht- minnende (hygrofiele) schimmels (rv 90%) en droogteminnende (xerofiele) schimmels (rv <80%). Hiervoor gelden wat de relatieve luchtvochtigheid be treft dus andere normen. De tabel van G. Schoben geeft een overzicht van de relatieve vochtigheidsbehoefte van een aantal verschillende Aspergillusoorten. Relatieve luchtvochtigheid en groei van xerofiele schimmels (gewijzigd naar Bronswijk, 1981) Taxon relatieve luchtvochtigheid I II Aspergillus amstelodami 70- 99 70 (25) A. candidus 75-100 75 (25) A. chevalieri 71 (31) A. gracilis O O 1 O oo 80 A. halophilicus 68- 94 68 A. ochraceus 77-100 75 (25) A. penicilloides 70- 99 70 A. repens 71- 99 71 (21) A. restrictus 75- 99 75 (25) A. ruber 70- 99 70 (25) A. sydowii 78 (25) A. versicolor 78 (25) Wallemia sebi 75- 98 75 (22) I range. II minimale vochtwaarde voor ontwikkeling: tussen haakjes de erbij beho rende temperatuur. 346 De voor de mens schadelijke schimmels, wat infectieziekten betreft, hebben een temperatuur optimum tussen de 32° en 38 °C. Enige Aspergillussoorten kunnen ernstige aandoeningen aan de luchtwegen veroorzaken. Ze kunnen ech ter ook gehoor, voorhoofdholten, hoornvlies, lever en centraal zenuwstelsel aantasten. De Aspergillus Fumigatus is de gevaarlijkste voor de mens. Het tem peratuuroptimum van deze schimmel ligt rond de lichaamstemperatuur van de mens (37 °C-42C). Bij veelvuldig, langdurig verblijf in een met een over maat aan schimmelsporen geïnfecteerde lucht kunnen allergische reacties op treden zoals hoesten, niezen, loopneus, misselijkheid, koorts en astmatische reacties. Er bestaat echter nog geen normgetal voor kve (Kiem Verwekkende Een heden) en allergische reakties zijn sterk persoonsgebonden. Airconditioning is het meest geavanceerde middel om bacteriën en schimmels op grote schaal te kweken. In de filters en bevochtigers van deze installaties kunnen zich diverse bacteriën, schimmels en algen explosief ontwikkelen, waar na ze vrolijk de ruimte in geblazen worden. Mensen met een allergische consti tutie zullen daar ongetwijfeld last van krijgen. Men kan over het algemeen stellen dat de mens pas reageert op een allergeniserende stof, wanneer hij herhaalde lijk en langdurig in een hoge concentratie van deze stof verblijft. Aangezien het niet de bedoeling is dat er in depótruimten gewerkt wordt, zal langdurige blootstelling niet voorkomen. Uit de publikaties in het Vakblad voor Biologen (67 [15] 1987) blijkt dat de mens in zijn eigen woonomgeving voortdurend risico's loopt. In de praktijk is het aantal mensen dat allergisch op schimmelsporen reageert, echter relatief gering. Het afweermechanisme van een gezond lichaam is doorgaans voldoende in staat om allergische reacties te onderdrukken. Men dient zich echter wel ter dege bewust te zijn van de mogelijke problemen die zich in de werkomgeving voor kunnen doen. Het is echter een kwestie van good housekeeping om nega tieve effecten voor te blijven: 1 Binnenkomend besmet archief eerst laten ontsmetten voordat er mee gewerkt gaat worden 2 Aanwezige airconditioningsinstallaties minimaal twee tot drie maal per jaar schoon laten maken 3 Raadpleging van ontsmet archief zou voorafgegaan dienen te worden door rei niging van dit archief 4 Mensen die met besmet archief dat binnenkomt of al binnen is moeten wer ken, dienen zichzelf te beschermen door middel van een stofmasker, gesloten stofjas en lange wegwerphandschoenen 5 Depotruimten dienen regelmatig schoongemaakt te worden 6 Het is niet aan te bevelen om mensen met een allergische constitutie veelvuldig met archiefmateriaal te laten werken. Voorlopige conclusie is dat de relatie tussen allergene reacties en archiefmate riaal nog niet echt duidelijk is. Het ontbreken van een norm voor de grens waarde van kve maakt een voorspelling van de schadelijke gevolgen nagenoeg onmogelijk. Hierdoor is het niet duidelijk of werken in een archief een groter yj

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 28