HTEPATyPHM X3E1A £v. OPHVH nPABJIEHllH COJ03.V IIHCATEJIEft «biHWT no cPEfi*M Kop van de Literatoernaja Gazeta In de Sovjet-Unie betekende, zeker tot voor kort, 'toegankelijkheid' of je al dan niet tot de archieven werd toegelaten en of men al dan niet inzage kreeg van de stukken die men nodig had. In de democratische landen wordt onder 'toegankelijkheid' verstaan de beschikbaarheid van complete informatie over de bewaarde documenten. De laatste twee, driejaar kan men veel gemakkelij ker terecht in de Sovjet-archieven. Bestanden die vroeger gesloten waren wor den nu opengesteld en de historici staan in de startblokken om onderzoek te gaan doen. Maar de archieven zelf zijn er niet klaar voor. Een historicus, zo schrijft Grimsted, kan zich immers niet op een onderzoek voorbereiden, als hij niet beschikt over minimale informatie. De Leninbiblio- theek (de grootste van het land) heeft niet meer dan vijftig recente archiefgid- sen. De schrijfster had in het vaktijdschrift Sovjet-archieven gelezen, dat er in 1983 een gids was verschenen voor de bestanden in het Centrale Staatsar chief van het Moskouse district en zijn filiaal in Bronnitsy. Ze had die gids tot driemaal toe in de Leninbibliotheek ter inzage gevraagd en driemaal een weigering gekregen. Men had haar zelfs willen wijsmaken, dat het boek hele maal niet bestond. Ze hield echter voet bij stuk en na een maand kwamen de bibliotheekmedewerkers triomfantelijk met de gids aanzetten. Er stond nog geen nummer of stempel op, het kwam vers van het archief. Ze bedankten de schrijfster voor haar vasthoudendheid. Die had hen geholpen de gids te be machtigen. Dit voorbeeld illustreert de algehele situatie. Nergens zijn gidsen te vinden. Zelfs bij 'Glavarchiv' beschikt men niet over een complete set gid sen voor de republieks- en districtsarchieven. Indien onderzoekers geen weet hebben van het bestaan van toegangen heb ben die toegangen geen zin. De kwaliteit van de bestaande toegangen is vol gens Grimsted trouwens onder de maat. De gidsen uit de jaren veertig en vijf tig, toen het archiefwezen onder beheer stond van het ministerie van Binnenlandse Zaken, vindt ze beter dan die welke tegenwoordig gemaakt wor den. Gidsen zijn echter nog maar het eerste niveau van de ontsluiting. Belangrij ker zijn de inventarissen. Hier constateert de auteur een duidelijke vooruit gang. Vroeger kregen buitenlanders helemaal geen inventarissen te zien en waren volledig afhankelijk van de kunde en nauwgezetheid van de archiefmedewer kers. Het is echter wel treurig, dat de beste inventarissen van voor de revolutie dateren! Een van de belangrijkste oorzaken van het verval van de archieven ziet Grimsted in de klassenstrijd', die sinds het eind van de jaren twintig in het 328 archiefwezen woedde. Hooggekwalificeerde specialisten werden eruit gezet, omdat ze objectieve inventarissen hadden gemaakt en vreemde talen kenden (en dus 'spion' konden zijn). Maar zelfs de bestaande inventarissen worden niet gepubliceerd, hetgeen de ontwikkeling van het onderzoek frustreert. Verbreiding van informatie inza ke de archieven door middel van computersystemen staat nog slechts in de kin derschoenen. Zolang de toestand blijft zoals hij nu is kunnen historici geen eerlijke en waarheidsgetrouwe boeken schrijven, hoe graag ze dat ook willen. De meest actuele opgave van 'Glavarchiv' is het verstrekken van adequate in formatie over de bewaarde bestanden. Maar om deze opgave te vervullen moet 'Glavarchiv' zelf veranderen. De archiefdienst moet in handen van geleerden zijn. Toch signaleert Grimsted positieve ontwikkelingen, zoals de nieuwe gids over de achttiende-eeuwse stukken in het Archief van de Buitenlandse Politiek. Van een echte perestrojka zal in het archiefwezen echter pas sprake zijn, wan neer er een revolutie komt in het toegangsapparaat. Maar die zal nog wel lang op zich laten wachten Achterstand bij het Westen N.N. Bolchowitinov, corresponderend lid van de Akademie van Wetenschap pen van de USSR, wijst in zijn reactie op de verschillen tussen het Westen en de Sovjet-Unie. Volgens hem heeft zich in de archieven en bibliotheken van de westerse landen de laatste decennia een revolutie voltrokken die de werk methoden van de onderzoekers grondig heeft veranderd. Hij signaleert het ont staan in de vs van grote databanken, de volledige microverfilming van belang rijke bestanden en de verspreiding van microcopieën over de hele wereld, de invoering van computers en kopieerapparaten en de vrije toegang tot alle be waarde stukken, waarop slechts zelden en dan nog met opgave van redenen uitzonderingen worden gemaakt. In de Library of Congress kan de bezoeker met het indrukken van enkele toetsen volledige informatie krijgen over de boe ken en tijdschriften die hem interesseren. Het zal wel tot de 21e eeuw duren voordat de katalogus van de Leninbibliotheek op zo'n manier toegankelijk zal zijn, meent de briefschrijver. Bolchowitinov heeft geen hoge dunk van de productiviteit van de Sovjet archivarissen. Hij constateert bitter dat het handjevol medewerkers, dat in het begin van de negentiende eeuw in het archief van het ministerie van Buiten landse Zaken werkzaam was, meer toegangen wist te produceren dan de meer dan honderd archivarissen, die er nu werken. Tot op de dag van vandaag is de leiding van de Leninbibliotheek er trots op, dat ze 'orde op zaken' heeft gesteld in de manuscriptenafdeling. 'Ideolo gische vijanden' zijn hermetisch afgeschermd. Zoiets is bij de Library of Con gress ondenkbaar. Daar kan iedereen de manuscripten inzien die hij wil en zo veel kopieën krijgen als hij nodig heeft. En dat alles zonder paspoort of ander identiteitsbewijs te overleggen! Volgens de schrijver is er inderdaad een revo lutie nodig. Maar opheffing van 'Glavarchiv', zoals Zjitomirskaja bepleit, lost volgens hem niets op. Er moet immers een wetenschappelijk-methodologisch centrum zijn. Wanneer men de noodzaak van een Uniewet op de archieven 329

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1990 | | pagina 19