Kaarte der Heerlijkheid Scherpenisse en Westkerke 1698, door de
Bie met Cavelingen
Kaarte van de Heerlijkheid Poortvliet en annexe Polders met
Cavelingen 1734
Kaarte van Zuijd Beveland, door Arlebout 1632
Kaarte van Walcheren, door Bernaards 1641
Vijf Kaartjes van de Rillandse en badse Schorren, 1748. ijder
Kaarten van Zeeland
door de Ingenieur Hattinga opgenomen 1750 etc. zoo als op de State
Kamers hangd
Een Kaarte van Noord Beveland
Kaarte van Schouwen en Duijveland 2 stukken
Overflakkée 2 stukken
Geheele Provintie van Zeeland met de Stroomen
Generale Lijst
van den Atlas bestaande in 15 deelen, superbe Ingebonden door Mandelgreen,
aankomende Mevrouw Wed. Hattinga
bestaande als volgt.
In de kisten N°. 8 en 9.
Leggen vijftien deelen ofte Atlassen, ijder omtrend in 50 stux bestaande, alle
op allerdikst Oliphants Papier, in Extra Keurlijke franse banden gebonden,
bestaande in Plans van Steden, Cavel en Landkaarten, zoo door de Hattinga
zelfs gemeten, als Authentique Copien, bevattende veele Oude rare Stukken
van 100 en 200 jaren Oud, zooals deze Landen terzelver tijd gelegen waren,
alsmede Capitale stukken van Limijtscheide en vremde territoiren etc. als volgt.
Staats Vlaanderen 5 deelen
Staats Braband 3 deelen
Gelderland Overijssel en Groningen 3 deelen
De Provintie Zeeland 4 deelen
Samen 15 deelen
welke van binden, papier en tekenen voor circa kosten £100.-.- aan verschot,
en is te krijgen voor een ducaat 't Stuk ijder kaarte veld. dus bij den geheelen
koop voor 750 Ducaten eens gevens.'
15.-.-
30.-.-
20.-.-
20.-.-
5.-.-
50.
100,
1 100,
1 200,
In dit verband is de 'Generale Lijst' natuurlijk het meest belangwekkend. Naar
het schijnt liet Willem Tiberius Hattinga dus een vijftiendelige atlassenreeks
van Staats-Vlaanderen, Staats-Brabant, Gelderland, Overijssel en Groningen
en de provincie Zeeland na, 'superbe ingebonden door Mandelgreen Sueno-
nius Mandelgreen17 was in 1736 al in Middelburg als binder werkzaam en
zou met enige fantasie ook de acht delen van Staats-Vlaanderen en Staats-
Brabant ten behoeve van de Raad van State in 1751 kunnen hebben ingebon
den.18
Willem v ging niet op de aanbieding in. Naar het schijnt, niet omdat de stad
houder alle aangeboden kaarten al had, maar gewoon omdat ze naar zijn of
210
zijn medewerkers' oordeel, te duur waren. De vraagprijs beliep tenslotte ruim
900 gulden voor de losse kaarten en de atlassen zouden bij elkaar nog eens
750 ducaten, dus bijna 4000 gulden, moeten opbrengen; totaal dus een kleine
5000 gulden, een veelvoud van wat jaarlijks aan kaarten ten behoeve van het
militaire kabinet werd uitgegeven.
Een presentje voor Willem George Frederik
De politieke ontwikkelingen in de patriottentijd noopten Stadhouder Willem
v met zijn gemalin Prinses Wilhelmina van Pruissen en zoons Willem Frede
rik (geboren 1772, later Koning Willem i) en Willem George Frederik (gebo
ren 1774) in september 1785 zijn woonplaats Den Haag te verlaten. Aanvan
kelijk vestigde het gezin zich op Het Loo en van daaruit bezocht het in juni
en juli 1786 de provincie Zeeland. Van de Perre was daar sedert 1779 geen re
presentant van Willem v meer, maar tijdens het bezoek werden de voortbe-
staande goede relaties met de prins zeer nadrukkelijk bevestigd.19 Zo zou Van
de Perre nogmaals kunnen hebben bemiddeld bij de onderhandelingen over
de aankoop door Willem v van de kaarten in het bezit van zijn 'oudtante' de
weduwe Hattinga, die kort tevoren zijn beslag had gekregen, zij het voor een
aanmerkelijk 'civilder' prijs dan in 1771 was gevraagd: 2050 gulden.20 Als be
heerder van 's stadhouders militaire kaartenkabinet moest adjudant Volkier
Rudolph Bentinck van Schoonheeten21 dit bedrag, zoals gebruikelijk, voor
schieten en kreeg het van de prins in termijnen terugbetaald; de eerste termijn
van 850 gulden al op 14 maart 1786, de tweede en derde van elk 600 gulden
in april 1787, respectievelijk augustus 1788. De beide laatste betalingen kwa
men ten laste van Willem v's privékas. De kasbescheiden bestaan nog, zoals22:
'Zyne Hoogheit last en ordonneert hier mede den Cassier G. C. Blanken om
aen den Quartiermeester Generael V. R. Bentinck van Schoonheeten te betae-
len de summa van ses hondert guldens ter voldoeninge van het tweede termijn
van betaling voor de inkoop der caerten van den geweze Ingenieur Hattinga
welke Zyne Hoogheit aen deszelfs zoon Willem George Frederik prince van
Orange en Nassau &c &c &c heeft geschonken. Zullende hem deze summa on
der productie dezer en van quitantie in deszelfs te doene rekeninge worden ge-
valideert.
Nijmegen den 1 April 1787.
W. Pr. v. Orange
Dit bovenstaande ontfangen s Hage,
den 10 April 1787
V. R. Bentinck.'
Dat de koop werd gedaan van de weduwe W. T. Hattinga blijkt uitdrukkelijk
uit de verantwoording van de eerste betalingstermijn door Willem v's thesau
rier en rentmeester-generaal.22 Helaas is geen nadere specificatie gevonden van
211