In memoriam
Onno Hartong 1940-1989
Vrijdag 28 april 1989 overleed, in zijn woonplaats Hoogezand, Onno Adolf
Mark Willem Hartong, hoofd van de Centrale Archief Selectiedienst te Win
schoten.
Onno bracht zijn jeugd door in Geertruidenberg, waar hij op 7 december
1940 was geboren. De middelbare school in Breda verwisselde hij voor het In
stituut Hommes in Hoogezand. Met enkele korte onderbrekingen is hij daar
zijn verdere leven blijven wonen. De studierichting die hij aanvankelijk koos,
beviel hem slecht. Na de vervulling van zijn dienstplicht stond hij voor de vraag
om een nieuwe studierichting te kiezen. Om de tussenliggende tijd te overbrug
gen stapte hij in de loop van 1964 naar het Rijksarchief in Groningen om wat
meer te weten over zijn Groningse voorvader, aan wie hij zijn eerste voornaam
te danken had, namelijk jonker Onno Tamminga. De liefde voor de genealo
gie had hij van zijn vader meegekregen. Aanvankelijk kwam hij in de studie
zaal als een rustige bezoeker met weinig vragen, die stil zijn gang ging. Maar
geleidelijk aan raakten wij aan de praat en ontstond er een vriendschap voor
het leven. De interesse voor het archiefwezen groeide bij Onno en een loop
baan in die richting trok hem erg aan.
Per 1 juni 1966 ving hij zijn stage aan bij het Rijksarchief in Groningen voor
de opleiding van middelbaar archiefambtenaar. De stage doorliep hij onder
mijn leiding, maar onder supervisie van de rijksarchivaris dr. W. J. Formsma.
Door Onno's beminnelijk karakter en zijn grote interesse in het archiefwezen
en in de historie van Groningen raakte ook Formsma erg op hem gesteld. Het
speet beiden dan ook zeer, dat er na het behalen van het diploma voor middel
baar archiefambtenaar in juli 1967 geen vacature bij het Rijksarchief in Gro
ningen was. In de loop van 1967 werd Onno aangesteld als ambtenaar bij het
gemeentearchief in Arnhem.
Om privéredenen was het wenselijk dat zijn gezin in Hoogezand bleef wo
nen. Ook een weekendhuwelijk was echter niet ideaal en toen er een nieuwe
plaats bij de provinciale archiefinspectie in Groningen kwam, was de keus snel
gemaakt. Hoewel de archiefinspectie niet direct dat is wat een archiefambte
naar met een sterke historische interesse voor ogen staat, heeft Onno zich won
derwel aangepast. In die tijd was de rijksarchivaris in Groningen tevens pro
vinciaal inspecteur. Het spreekt vanzelf dat de inspecteur weinig tijd beschikbaar
had om zich van deze taak te kwijten. Onno, die als eerste aan deze dienst toe
gevoegd werd, had een braak arbeidsterrein voor zich liggen. Met veel overga
ve heeft hij tot 1980 gewerkt om de administratie van de inspectie op poten
te zetten. Een zekere mate van vrijheid had hij bij de indeling van zijn werk
zaamheden. Het bureau was gevestigd in een bijgebouw van het provinciehuis,
op een steenworp afstand van het Rijksarchief.
Vele reizen maakte Onno samen met de inspecteur, mr. J. H. de Vey Mest-
dagh, in de provincie om de gemeenten en waterschappen te bezoeken. Vaak
werden zij vergezeld door Marco Douma, fotograaf van het Rijksarchief. De
inspecteur maakte in zijn dubbelfunctie van de gelegenheid gebruik om op de
ze reizen een groot deel van de interessante objecten in de provincie te fotogra
feren voor de collectie foto's van het Rijksarchief. De voorbereiding van deze
tochten en de vaststelling van hetgeen gefotografeerd moest worden werd aan
Onno toevertrouwd. Dat was een kolfje naar zijn hand en met grote energie
heeft hij dit, meestal met behulp van een plaatselijke gemeenteambtenaar, ver
richt. Hieraan is het te danken, dat het Rijksarchief beschikt over een groot
aantal foto's van gemeentelijke archiefbewaarplaatsen die een haast middel
eeuws gezicht opleveren.
Zolders, kelders en kasten waren geliefde plaatsen om het oud-archief op
te bergen en het statisch of semi-statisch archief in de kluis. In samenwerking
met zijn vader ontwierp Onno in deze tijd verplaatsbare archiefbewaarplaat
sen, die gemakkelijk bij het gemeentehuis geplaatst konden worden. Dit om
het grote gebrek aan doelmatige kluizen bij veel gemeenten op te heffen. Over
de isolatie van de archiefbewaarplaats verscheen van zijn hand een artikel in
het Nederlands Archievenblad van 1974. Op den duur voldeed deze oplossing
echter niet aan de verwachtingen. Voor overleg met de provinciaal inspecteur
of voor andere zaken bezocht Onno veelvuldig het Rijksarchief. De band met
het personeel werd op die manier bewaard en verstevigd. Hij was een graag
geziene gast en ook de nieuwe rijksambtenaren, die hem niet uit zijn stagepe
riode kenden, nam hij direct voor zich in. Een opbeurend woord konden velen
wel gebruiken, leder heeft hieraan de beste herinneringen.
Inmiddels had Onno ter assistentie enige wsw-ers gekregen. Bij de vernieti
ging van de op de meeste gemeentehuizen nog bewaarde kwitanties en reke
ningen, soms vanuit het midden van de negentiende eeuw, heeft hij met zijn
assistenten een fraaie collectie briefhoofden voor de ondergang weten te red
den. Deze collectie wordt in het Rijksarchief bewaard. Vrachtauto's vol met
papieren werden op de binnenplaats van het provinciehuis afgeleverd.
Voor zijn werk bij de provinciale inspectie heeft hij de soD-opleidingen ge
volgd en later is hij jarenlang als docent verbonden geweest aan deze oplei
dingsorganisatie. Ook heeft hij jaren deel uitgemaakt van de Beoordelings
commissie voortgezette vorming archiefbeheer van de sod. Sinds 1975 was hij
lid van de Landelijke Commissie voor Provinciale archievenoverzichten. Vanaf
zijn stagetijd lid van de VAN heeft hij van 1978 tot 1983 in het bestuur van deze
258
259