Nederlands
Archievenblad
Vereniging van
Archivarissen
in Nederland
rijkste. Heeft men te maken met een persoon van naam, dan zal vaak gekozen
worden om die naam nadrukkelijker te vermelden dan de titel van het boek.
Volgens de conventie is de titel het belangrijkste, daarna de auteursnaam of
de subtitel en als laatste de naam of het embleem van de uitgever.
1 2 De rugregel
Op de rug van het boek moeten wederom de naam van de schrijver, de titel
van het boek en de naam van de uitgever komen. Meestal is het zo dat deze
meldingen in de lengte van de rug staan. Is de rug van het boek voldoende dik,
dan zal ervoor gekozen worden de gegevens recht (leesbaar) te plaatsen.
Hoe plaatsen we de tekst op de rug? In Nederland is er sprake van normali
satie. De tekst wordt van boven naar beneden geplaatst. Ligt een boek op een
stapel, met het omslag naar boven, dan is de rug leesbaar. In andere landen
is de normalisatie nog niet zover. In Duitsland en Amerika wordt er óók geko
zen voor een tekstplaatsing van beneden naar boven. Zie hiervoor het onder
deel van de bibliotheek waar de buitenlandse boeken staan en bezorg u zelf
een dosis nekklachten.
Het weglaten van de rugregel - hoe dun ook - is zéér storend. Zo'n uitgave
verdwijnt in de boekenkast en is nooit meer terug te vinden. Op een stapel heeft
zo'n uitgave het zelfde effect als de meeste tijdschriften. Ze brengen met het
kleine vlak waarmee ze zichtbaar zijn geen informatie over, of de uitgave moet
boven op de stapel liggen.
1 1-3 Het achterplat
Tenslotte heeft een boek een achterplat. Dit is een logische plaats om informa
tie over het boek te geven. Er kan een biografie staan van de schrijver of een
beschrijving van het boek. Momenteel wordt er ook vaak voor gekozen om
sappige passages uit het boek op het achterplat te plaatsen of een aantal goede
recensies uit bladen. Mijn voorkeur gaat uit naar een korte krachtige omschrij
ving welke de lezer duidelijk maakt of hetgeen hij of zij wil lezen ook in het
boek staat.
1-4 Vormgeving van omslagen
Deze is vrijwel onbeperkt, als hetgeen op het omslag staat maar duidelijk over
komt bij de gebruiker. Geen in elkaar gedrukte kapitalen (hoofdletters), bij
woorden op het einde van een regel, geen of te weinig interlinie (witruimte)
tussen de regels, een lange en daardoor onleesbare titel, verklarende onderti
tels etc.
Wel is het wenselijk dat er een soort innerlijke verwantschap bestaat tussen
de typografie van het binnenwerk en het beeld van het omslag. Vaak wordt
ervoor gekozen de typograaf van het binnenwerk ook de typografie van het
omslag te laten verzorgen. Een illustratie op het omslag wordt verzorgd door
een illustrator, fotograaf etc, maar altijd in samenwerking met de typograaf
(de ontwerper) van het omslag. Het is namelijk niet zo dat een goed typograaf
ook een goed illustrator is.
244
Voorbeeld van een typografisch twee-kleuren-
omslag. Op dit kleine formaat is de tekst nog
goed leesbaar.
Voorbeeld van een twee-kleurenomslag met af
beelding. Slecht leesbare tekst.
Full-colour-omslag
245