Noten
Gebruikte afkortingen:
ara: Algemeen Rijksarchief
dgo: archief Dépöt-Generaal van Oorlog,
1806-1811 (ara)
kha: Koninklijk Huisarchief
na: Nederlands Adelsboek
nnbw: Nieuw Nederlands Biografisch Woor
denboek
rvs: archief Raad van State (ara)
Gebruik werd gemaakt van archivalia be
rustend in het Koninklijk Huisarchief en in het
Familiearchief Hattinga Verschure. De schrij
vers betuigen hun oprechte dank aan hm de
Koningin en aan prof. dr. J. C. M. Hattinga
Verschure die toestemming verleenden om de
respectievelijke bronnen te raadplegen en de re
sultaten van het onderzoek te publiceren. Ook
aan ir. J. A. van der Linden die door hem ver
zamelde gegevens bereidwillig ter beschikking
stelde.
1 Verwezen wordt naar: F.G.c. rothuizen, Enige
mededelingen over de kartografie van Zeeland
vóór 1800, ing. scriptie Onderafdeling der Geo
desie, th Delft 1952; j.keuning, 'De Hattin-
ga's', Tijdschrift Kon. Ned. Aardrijksk. Ge
nootschap lxxv (1958), 106-119; w.beks en
k.hesselink-duursma, Leven en werken van
W. T„ D. W. C. en A. Hattinga, doet. scriptie
Geografisch Instituut, ru Utrecht 1972;
f. w.j. scholten, De Atlas der frontieren van
Gelderland, Overijssel en Groningen samen
gesteld door W. T., D. W. C. en AHattinga,
doet. scriptie Geografisch Instituut, ru Utrecht
1973; W.J.M.HOOGENDOORN-BEKS en J.C.M. HAT
TINGA verschure, 'De Hattinga's en hun topo
grafische atlassen'. Inleiding bij de facsimilé-
uitgave: Topografische kaarten en plattegron
den van de Hattinga's, 1724-1755, Alphen a/d
Rijn 1977; c. koeman, Geschiedenis van de kar
tografie van Nederland, (Alphen a/d Rijn
1983) 153-162; r.m.haubourdin, 'De kaart van
Staats-Vlaanderen uit 1745 van dokter
W.T. Hattinga: uit liefhebberij of diploma
tie?', Caert-thresoor, 4 (1985), 2-9.
2 Gereproduceerd in c. de waard, Rijksarchief
in Zeeland. Inventaris van kaarten en teekenin-
gen, Middelburg 1916.
3 Zie noot 1, blz. 157-159.
4 Zie noot 1, blz. 157.
5 COLONEL berthaut, Les ingenieurs géographes
militaires 1624-1831 (Parijs 1902) tome n, 217.
6 Zie noot 5, blz. 423.
7 Op blz. 392 verhaalt Berthaut (zie noot 5) hoe
in het voorjaar van 1814 een militaire commis
sie bestaande uit drie Pruissische en drie
Oostenrijkse officieren (een Russische commis
saris kwam te laat om nog zaken te doen) zich
216
tot het Dépot de la Guerre wendde om de
eigendommen van de verbonden mogendheden
op te eisen. Op 9 april beëindigde de commis
sie haar werk: 'Les commissaires étrangers
avaient fait enlever de leur propre autorité et
sans controle une grande partie des instru
ments, environ 800 volumes de la bibliothèque,
presque toutes les cartes qu'ils avaient pu trou-
ver et le papier d'impression'. De 800 uit de bi
bliotheek ontvreemde banden omvatten een
deel van de bibliotheek van het Amsterdamse
Dépöt-Generaal van Oorlog en mogelijk ook
de vijftiendelige Hattinga-atlas.
8 Zie noot 1
9 Zie noot 1, blz. 158.
10 Zoals voorgesteld door een aantekening bij no.
v 91 in de negentiende-eeuwse inventaris Wel-
sink: 'Waarschijnlijk vroeger in het kabinet
van Willem v' (ara, omm inv. no. 261a).
11 f.w.j.scholten, Militaire topografische kaar
ten en stadsplattegronden van Nederland 1579-
1795 (Alphen a/d Rijn 1989) 94-95.
12 Willem Bentinck van Rhoon (1704-1774) en
Charles John Bentinck tot Nijenhuis (1708-
1779) waren zoons uit het tweede huwelijk van
Hans Willem Bentinck (1649-1709) met Jane
Martha Temple. Over Willem en Charles John
in nnbw deel i, kolom 301-303, respectievelijk
297-298, en bij p.-e.schazmann, The Ben-
tincks. The history of a European family,
(transl. Steve Cox), Londen 1976. Yöor hun
relaties met Prins Willem iv, Prinses Anna en
de Hertog van Brunswijk raadplege men
n. a. bootsma, De Hertog van Brunswijk 1750-
1759, Assen 1962.
13 Familiearchief Hattinga Verschure, doss, e no.
7.
14 Scholten (zie noot 1) opperde de mogelijkheid
dat Hattinga zijn vier delen van Zeeland niet
aanbood omdat de Prinsen van Oranje die al
in hun bezit hadden. Dit zou kunnen, maar
van een uitdrukkelijke opdracht om zo'n vier
delige atlas te maken is niets gebleken en als
deze delen in 1759 al in stadhouderlijk bezit
waren, zou Hattinga dat dan niet in zijn 'me
morie' hebben vermeld, evenals hij vermeldde
dat de Raad van State een atlas had?
15 Encyclopedie van Zeeland, deel n (1982) 496 en
497; maar vooral ook h.j. zuidervaart, Mr.
Johan Adriaen van de Perre (1738-1790). Por
tret van een Zeeuws regent, mecenas en lief
hebber van nuttige wetenschappen, Kon.
Zeeuws Genootschap der Wetenschappen, Mid
delburg 1983.
16 kha, archief Prins Willem v, inv. no. 219.9.
Dat W.T. Hattinga's grootvader van moeders
kant nog een broer was van Van de Perre's oud
overgrootmoeder heeft het doen van de onder
handse aanbieding misschien vergemakkelijkt.
17 Over hem leze men a. m. ledeboer, De boek
drukkers, boekverkopers en uitgevers in
Noord-Nederland sedert de uitvinding van de
boekdrukkunst tot den aanvang der negentien
de eeuw (Deventer 1872), 305.
18 Dr. J. Storm van Leeuwen (persoonlijke mede
deling) kon inmiddels door vergelijkend stem-
pelonderzoek met zekerheid vaststellen dat de
acht banden van de Raad van State (ara, omm
343-350) inderdaad door Mandelgreen werden
vervaardigd.
19 Zuidervaart (zie noot 14).
20 Op 3 juli 1789 werd aan Bentinck nogmaals
600 gulden uitbetaald (kha, archief Fl, inv.
no. 159). Deze uitgave werd echter niet nader
gespecificeerd en zou ook voor zijn jaarsalaris
kunnen zijn geweest, dat tevens 600 gulden be
liep. Zo niet, dan kunnen de kaarten 2650 gul
den hebben gekost. Mogelijk kocht Willem v
hiervoor alleen de atlassen.
21 nnbw deel n, kolom 125. Volkier Rudolphs
overgrootvader was Hans Willem Bentincks
(zie noot 12) broer Eusebius Borchart (1643-
1710); na 1940, 178-179.
22 kha, archief Fl, inv. no. 102.2.
23 'agt honderd en vijftig guldens, weegens den
eersten termijn van den koop ten behoeve van
Zijne Hoogheid gedaan, van kaarten, plans
etc. van de weduwe W. T. Hattinga... 14 Maart
1786...' (kha, archief Fl, inv. no. 192, fol.
67).
24 Hoogendoorn-Beks en Hattinga Verschure (zie
noot 1) hebben op grond van het door Ber
thaut medegedeelde (zie noot 5) hier al op ge
wezen.
25 n.japikse, De geschiedenis van het Huis van
Oranje-Nassau, deel n (Den Haag 1938) 182.
26 Zie noot 10.
27 m. d. lammerts, 'Het Depot-Generaal van Oor
log', in Tijdschrift voor Kadaster en Land
meetkunde 1942, 51-57.
28 Zie noot 5.
29 dgo inv. no. 8
30 dgo inv. no. 12.
31 Haubourdin (zie noot 1) verhaalt hoe deze
kaart in 1924 in Middelburg weer boven water
kwam.
31 Dit blijkt uit een lijst van verzending die
ir. J. A. van der Linden in 1968 vond in het ar
chief van de Service Historique de l'Armée de
Terre te Parijs; zie zijn Topografische en mili
taire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden
(Bussum 1973), 58, noot 11. Ir. van der Linden
was zo vriendelijk een afschrift van deze lijst
ter inzage te verstrekken.
33 rvs inv. no. 292, fol. 627v.
Summary
The Hattinga maps and atlases are generally considered to be among the best
of 18 th century Dutch cartography. Of the atlases three manuscript copies are
known, all in the Netherlands State Archives. Indirectly it could be inferred
that Prince Willem v of Orange, the last stadtholder of the United Republic,
possessed a, probably bound, 15-volume copy of the atlas, to be taken from
his cabinet by the French after his going into exile and their conquest of the
country in 1795. A direct indication that and how the prince indeed acquired
such an atlas failed however sofar. The fate of the alleged princely copy after
1814 is unknown. It has been argued that the 8-volume bound copy of the at
las presently at the General State Archives could be its remainder. Recent in
vestigations of the sources at the Archives of the House of Orange-Nassau re
veal that in 1786 prince Willem v bought - possibly among a collection of
other maps a 15-volume bound atlas from the inheritance of Willem Tiberi
us Hattinga, as a present to Prince Willem George Frederik, the stadtholder's
12-year old son. A complementary investigation of the sources at the General
State Archives indicates that the 8-volume bound copy preserved there, must
be the one W. T. Hattinga completed in 1751 on the order of the Council of
State. Where the princely Hattinga-atlas went in and after 1814 remains, as
yet, unresolved.
217