deelinventaris voor. Een belangrijk deel van de door mij geformuleerde te ver melden informatie is opgenomen in de inleidingen of een woord vooraf en daar door minder toegankelijk. Bijlagen zijn in ruime mate opgenomen, hoewel ik bij Zuid-Holland een lijst van illustraties mis. Alleen Nieuwland heeft in zijn inventaris (deel i) gezorgd voor drie indices op persoons-, geografische en zaaknamen, Pietersma en Kuipers zijn in deel n niet verder gekomen dan indices op zaaknamen. Zuid-Holland heeft in deel in een generale index toegevoegd, uitsluitend op persoons- en geografische na men in de deelinventarissen (waarom ook niet de inleiding en bijlagen daarin verwerkt?). In die generale index wreekt zich bovendien het feit dat de ver schillende inventarissen niet zijn doorgenummerd (bij Friesland wel). De raad pleger moet eerst geheimzinnige lettercodes ontraadselen om het betreffende archief te vinden en dan weer de algemene inhoudsopgave naslaan in welk deel de inventaris van dat archief voorkomt. Hopelijk heeft hij het inventarisnum mer genoteerd, zodat hij te langen leste bij de beschrijvingen kan komen. Een aparte eervolle vermelding verdienen de Zuidhollandse trefwoorden lijsten op basis van de onderwerpen in de repertoria op de resoluties, een lof felijke methode om de vele en vaak uiterst belangrijke informatie in die series toegankelijk te maken. Het is niet onbekend, dat onderzoekers de meeste tijd kwijt zijn aan de raadpleging van inhoudelijk niet toegankelijke series die vaak het grootste deel van een archief uitmaken. Daarom heb ik grote waardering voor het initiatief van Thomassen om de door hem geïnventariseerde archie ven van de Hollandse Staatscommissies tot de zaken van de voc beter raad pleegbaar te maken door een uitgebreid, gedegen repertorium (Zuid-Holland, deel lil, 545). Zijn inventaris is daardoor in het grote conglomeraat in meer dere opzichten een buitenbeentje. Met de opmerking over inhoudelijke consistentie trap ik natuurlijk een open deur in. Zoveel inventarisatoren, zoveel zinnen heeft in Zuid-Holland vooral, maar ook in Friesland een rol gespeeld. De Friese inventarisatoren erkennen dat ruiterlijk in hun woord vooraf. In Zuid-Holland heeft de eindredactie ge poogd achteraf die uniformering nog te realiseren, maar is daar begrijpelijk niet volledig in geslaagd. Organisatie van de inventarisatie In de voorgaande paragraaf is dit onderwerp al ter sprake gekomen. Even als de inventarisatie in Gelderland was in Zuid-Holland en Friesland geen sprake van een projectmatige aanpak vooraf. In Leeuwarden dacht men nog in 1975 het door één inventarisator te kunnen laten klaren, maar die gedachte moest men laten varen. In Den Haag (en Arnhem) werden archieven als examenpro ject successievelijk geïnventariseerd, totdat men zich de samenhang en bete kenis van het conglomeraat bewust werd. Achteraf besloot men alsnog een in ventarisatieproject te creëren en een eindredacteur of eindredactie (behalve in Friesland) kreeg de ondankbare taak voor voltooiing en stroomlijning te zor gen. Wanneer dan ook andere inventarisatoren van lopende inventarisaties wor den afgenomen, ontstaat natuurlijk een forse tijdsdruk. Tenslotte kampt vrij wel elke archiefdienst met beperkte middelen en menskracht en zo'n arbeids intensieve aanpak kan dan niet lang worden volgehouden. 98 Er is een traditie in ons vak dat een inventaris het geestelijk eigendom is van de inventarisator. Dat brengt van geval tot geval een grote vrijheid van aan pak en uiteindelijke vormgeving met zich mee. Bovendien zullen eindredac teuren, die ook in die traditie zijn opgevoed, behoedzaam zijn bij hun onver mijdelijke snoeiwerk. Vaak lenen zich daar alleen de onvoltooide examen inventarissen toe (zoals dat in Zuid-Holland het geval was). Het uiteindelijke resultaat is een onvolkomen compromis tussen respect voor het geestelijke eigen dom en streven naar eenduidigheid en gebruiksvriendelijkheid. Deze indivi dualistische benadering heeft de eindredactie in Zuid-Holland ook moeilijk heden opgeleverd bij de wenselijke invoeging van archieven. Die weg werd deels afgesneden door beslissingen van andere inventarisatoren, die slechts één ar chief inventariseerden en niet een volledig overzicht over een hele periode had den. Uit praktische overwegingen moest men de situatie dan maar zo laten (deel I, blz. 37). Ik vraag mij af of het archiefwezen zich de luxe van deze traditie kan blijven veroorloven. Het lijkt mij dat de vervaardiging van toegangen op archieven in een regulier produktieproces met behulp van geautomatiseerde inventarisa tiesystemen behoort te worden opgenomen. De archivaris wordt tenslotte be taald om archieven voor raadpleging toegankelijk te maken en niet om een uniek geestelijk werkstuk te creëren. Een dergelijke andere werkwijze vraagt om een mentaliteitsverandering en een weloverwogen aanpak en zal ook moe ten doorklinken in de opleiding en de examinering. In dit opzicht wil ik ver wijzen naar de projectmatige aanpak van selectie en inventarisatie bij de Cen trale Archiefselectiedienst te Winschoten. Een dergelijke projectorganisatie zou bij archiefbeherende diensten goed te realiseren zijn en kan leiden tot een doel matige inzet van mensen en middelen (zonder de arbeidsvreugde te verschra len) en tot een doelmatig en gebruiksvriendelijk product. In ven tarisatie-systemat iek Zowel voor Friesland als Zuid-Holland geldt dat men getracht heeft oude ordeningen (voor zover herkenbaar na eerdere inventarisaties en vele lotgeval len) consciëntieus te herstellen of althans het herstel gewetensvol te overwe gen. Het bestemmingsbeginsel is daarbij een leidende gedachte geweest (ge heel in de geest van de Handleiding) en wanneer men moest afwijken, is dat verantwoord en zoals meestal uit de verwoording blijkt, zelden met genoegen. In deze inventarissen blijkt overigens weer eens duidelijk dat de consequente toepassing daarvan op archieven van organen met een onduidelijke taakafba kening de toegankelijkheid niet verhoogt. Dit manifesteert zich bijvoorbeeld bij de archieven van het Provinciaal Comité van Holland en van de Departe menten van dat Comité. In de afdeling 'Bijzonder' van vier deelarchieven ko men financiële stukken voor en dus niet uitsluitend in het archief van het De partement van Financiën. Bovendien zijn ook in een rubriek 'Handel en Nijverheid' (blz. 214, nr. 274 en 275) financiële stukken aanwezig die daar op grond van hun onderwerp en niet van hun functie zijn ingedeeld. Als de inven tarisator al, blijkens zijn inleiding, geen haarscherp onderscheid tussen de be moeiingen kan aangeven, moet dat voor een willekeurige raadpleger nog moei lijker zijn. Een index op trefwoorden wordt dan wel erg gemist. 99

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1989 | | pagina 50