van circa 80 km. In 1984 werd de tweede eenheid in gebruik genomen, in 1992
zal de derde eenheid beschikbaar komen. Op dit ogenblik is 170 km planklengte
bezet. Bij het centrum werken circa 60 mensen. De leiding bestaat uit drie ar
chiefambtenaren en drie computerspecialisten.
Het systeem van overbrenging van de ministeries naar dit centrum is als volgt.
Een twintigtal archiefambtenaren, in dienst van het Nationaal Archief, werkt
als chef de mission bij de verschillende departementen. Zij acquireren semista-
tische archieven, verrichten selectiewerkzaamheden, ordenen, coderen en be
schrijven de bestanden en geven adviezen. Het departementaal personeel on
dersteunt hen bij hun werkzaamheden. Vervolgens worden de bestanden naar
Fontainebleau gebracht. Hier worden ze volgens vastgestelde bewaarcondities
gearchiveerd, worden zo nodig extra ontsluitingen gemaakt, wordt termijn
vernietiging uitgevoerd en worden de bestanden ter inzage gegeven. In decem
ber 1987 had men de dossiers gearchiveerd van drie ministeries: Transport,
Industrie en Landbouw.
De Franse collega s beschouwen de archiefbestanden bewaard bij het cac
van fundamenteel belang voor de geschiedenis van deze tijd. Krachtens de wet
van 3 januari 1979 zijn de archieven in Frankrijk na dertig jaar openbaar, be
houdens de bekende uitzonderingen op het gebied van 'het belang van de staat',
privacy, medische gegevens, gerechtelijke gegevens etc.
Desgewenst kunnen archiefstukken uit Fontainebleau ook bij het Nationaal
Archief in Parijs worden geraadpleegd. Het is dus niet zo dat de archieven na
bewerking in Fontainebleau naar Parijs worden overgebracht. Wel werd het
Centrum speciaal opgericht en opereert ook nu om het hoofd te bieden aan
een 'toenemende overproductie aan administratieve stukken'.
Aan het centrum zijn faciliteiten verbonden voor microverfilming, geauto
matiseerd bestandsbeheer en klimaatcontrole, bewaring van microfilms, van
andere audio-visuele bestanden en computerbanden. Er is ruimte voor de opslag
van 40.000 computerbanden. Er wordt jaarlijks circa 10 kilometer archief ver
nietigd en 7 tot 10 kilometer netto aan het archievenbestand toegevoegd.
Het bezoek met rondleiding was te kort en de explicatie niet altijd even goed
toegesneden op de bezoekers om een goed beeld te krijgen van de automatise
ringstoepassing. Wel hadden wij de gelegenheid om uitgebreide informatie aan
te vragen, die ons inmiddels is toegestuurd. Het viel ons op dat er op een door
deweekse werkdag een diepe stilte in het gebouw heerste die alleen werd on
derbroken door het lawaai van de computer. Voorwaar een forse investering,
deze enorme dp 57/80 Bull computers.
Eveneens is behoorlijk geïnvesteerd in de computeruitrusting, een gekoelde
bandenopslag en de ontwikkeling van speciale programma's. Er is een pro
gramma voor het bestandsbeheer, de klimaatcontrole en de vernietiging res
pectievelijk verpakking van archiefbestanden. Voorts een afzonderlijk program
ma ten behoeve van een goede communicatie bij de beantwoording van de
15.000 vragen per jaar, met name vanuit de administratie. Een derde programma
wordt gebruikt bij de raadpleging van de beschrijvingen en indices op de bestan
den. Ten slotte is in 1978 het programma Constance ontwikkeld, dat sedert
1983 operationeel is, voor het beheer en de opslag van computerbanden, mag
netische dragers en de bijbehorende documentatie.
We kregen de indruk, dat hier veel te leren viel en dat de drie uur die we
60
Het caran in Parijs.
ter beschikking hadden hiervoor uiteraard te kort waren. Er bleven voor ons
vele vragen open. Hoe effectief is het systeem van de inzet van archivarissen
ten departemente voor het in gereedheid brengen van over te dragen archie
ven? Wordt er in Fontainebleau wel voldoende vernietigd? Hoe effectief is de
communicatie met de studiezalen van het Nationaal Archief te Parijs (de stu
diezaal in Fontainebleau was leeg en maakte een weinig toegeruste indruk)?
Zijn de archieven voldoende toegankelijk (uitspraken van onderzoekers zijn
niet erg positief)? Hoe doordacht is het automatiseringssysteem en heeft het
enig rendement in de vorm van efficiënter werken? Allerlei vragen waar ook
de afsluitende film geen duidelijk antwoord op gaf.
Centre d'Accueil et de Recherche des Archives Nationales (caran) te
Parijs J. A. M. Y. Bos-Rops
Sinds maart 1988 zijn de publieke ruimten van het Franse Algemeen Rijksar
chief ondergebracht in een nieuwe moderne behuizing. Veel collega's lieten
zich dan ook tijdens het congres de kans niet ontgaan om daar een kijkje te
nemen. In vergelijking met de oude situatie is er nogal wat veranderd. De be
zoeker moet niet meer naar het vanouds bekende adres 60, rue des Francs Bour-
gois, maar naar een daaraan parallel-lopende straat, de Rue des 4 fils, iets ver
der naar het noorden. Daar wordt hij niet geconfronteerd met de elegante
voorplaats van het achttiende-eeuwse Palais Soubise (en zijn altijd wat have
loos lijkende entree), maar met een strak en goed beveiligd (door camera's,
een stevig hek en gepensioneerde Parijse brandweermannen) nieuwbouwcom-
plex.
In de hal van caran bevindt zich, naast een kleine expositiemogelijkheid
en een koffiehoek, het Bureau d'Accueil, de plaats waar iedere bezoeker heen
61