..- i literal ]cuy~i> ts. QtffitSl 2lf?7 cr-£$L to- /U~L MTV -fffft Cf-LjUSTLirb - ,y-v s, r J-,,,_v JfSS"7 Een drietal voorbeelden van veel voorkomen de dorsale aantekeningen op ingekomen stukken uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Archieven Burlamachi en Hope Co. Veel nuttige gegevens over de negentiende-eeuwse praktijk van financiële ad ministraties kan de inventarisator van bedrijfsarchieven vinden in het zeer waar devolle en omvangrijke Woordenboek voor de effecten-, wissel- en speciehan del, het assurantiewezen en het boekhouden van Weeveringh uit 1888. Naast een opsomming van allerlei soorten brieven geeft hij een korte beschrijving van de gangbare methode van postbehandeling. Deze komt overeen met de hierboven geschetste praktijk van handelskantoren van de zestiende tot de ne gentiende eeuw.5 124 Toch blijkt er al in de zestiende eeuw een schrijver geweest te zijn die melding maakte van dezelfde methode van postregistratie. Hoe weinig bijzonder de me thode op zichzelf ook is, het is toch wel opmerkelijk dat deze werkwijze zich over een periode van meer dan drie eeuwen in het bedrijfsleven heeft kunnen handhaven. Bij de verschillende overheden vonden in die tijd wel grote veran deringen plaats in het archiefbeheer, bijvoorbeeld de introductie van agenda's. De expliciete formulering van de methode van postbehandeling en de verschij ning ervan in druk maakt het wellicht tot een van de eerste gedrukte richtlij nen in de geschiedenis van de registratuur, in het bijzonder voor het beheer van losse stukken. Het is niet voor niets dat we voor de herkomst van deze publicatie terug moeten gaan naar Antwerpen, toentertijd de belangrijke ver bindingsschakel tussen het centrum van de wereldhandel, het Middellandse zee gebied, en de opkomende handelssteden in Noordwest-Europa. In 1543 verscheen daar postuum een publicatie van de hand van de koop man Jan Ympyn Christoffels over de in die tijd opgang makende methode van het dubbel of Italiaans boekhouden. De grote betekenis van dit werk voor de ontwikkeling van het moderne boekhouden staat zo langzamerhand wel vast. De Belgische historicus De Roover liet zich duidelijk uit over de betekenis van het werk van Christoffels. 'Hoewel Ympyn geen woordkunstenaar was en zijn Vlaams niet sierlijk is, zijn Franse vertaling zwaar, barbaars en doorspekt met Vlaamse uitdrukkingen, had zijn boek, doordat het in drie talen verscheen, ongetwijfeld grote invloed en stond het model voor verdere werken in de Ne derlanden, Engeland en elders.' Ympyn gaat in zijn Nieuwe instructie in een afzonderlijk hoofdstuk ook in op behandeling door de koopman van de vele losse bewijsstukken voor de boek houding. Daaronder konden ook brieven vallen vanwege hun nauwkeurige vast stelling van zaken. Wat hij over de postbehandeling vermeldde, was hoogst waarschijnlijk al ver vóór die tijd in Italië in gebruik. Een deel van zijn betoog is gebaseerd op een werk van de Italiaan Pacioli uit 1494. Daarbij heeft Ym pyn zich ook uitgelaten over de ordening en bewaring van de losse stukken. Vanwege de grote betekenis van deze verhandeling voor de praktijk van het beheer van losse stukken is de gehele tekst integraal in een bijlage opgenomen.6 Van de archivering en opberging van de losse stukken kunnen we ook een in druk krijgen op enkele afbeeldingen die gemaakt zijn van kooplieden in hun kantoor. Een tweetal voorbeelden uit 1516 en 1694 laat zien dat handelsbrie ven aan de wand werden opgeborgen in zakken of vakken, zoals ook bekend is uit de praktijk van overheidsinstellingen. De indeling van de stukken geschied de naar de landen op plaatsen van herkomst van de brieven. Of er ook spe ciaal meubilair voor de bewaring van de archivalia tot de boedel van koop lieden behoorde, afgezien van de archiefkist, ben ik nog niet expliciet tegengekomen.7 125

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 9