sche waarde verliezen. In een recente bronnenuitgave van archivalia van Da
niël van der Meulen staan vele voorbeelden opgesomd van het onoordeelkun
dig scheiden van stukken en het herordenen van de handelscorrespondentie
in kunstmatige categorieën.2
De correspondentie in de praktijk van de firma Hope Co
Voor een uiteenzetting over de behandeling van de handelscorrespondentie is
het verhelderend en interessant de ordening van de correspondentie van een
of ander handelskantoor van nabij te bekijken. De omvangrijke handelscor
respondentie van de internationaal vermaarde effecten- en bankiersfirma Ho
pe Co te Amsterdam leent zich zeer goed voor een nadere oriëntatie.
De inventarisatie van dit veel geraadpleegde archief, lopend vanaf het mid
den van de achttiende eeuw, heeft veel gegevens opgeleverd die meer inzicht
geven in de behandeling van de correspondentie in het verleden. Het belang
van dit bedrijfsarchief is in de eerste plaats dat de firma Hope Co, aan het
einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw één van de meest
vooraanstaande handelshuizen in Europa was met een uitgebreid netwerk van
contacten in Europa en Amerika. Daarvoor hield de firma na het uitwijken
van de firmanten in 1795 tevens kantoor te Londen. Belangrijker is evenwel
dat de firma veel zorg besteedde aan de correspondentie. Ook na de afdoening
werd de nodige aandacht besteed aan de bewaring van het oud-archief. Zo zijn
er al vanaf het begin der negentiende eeuw lijsten van bewaarde en vernietigde
archiefbescheiden.3
De correspondentie van de firma Hope Co is gescheiden naar stukken opge
maakt en ontvangen door de kantoren in Amsterdam en (na 1795) Londen.
Beide kantoren hielden zich met de uitvoering van dezelfde handelsactivitei
ten bezig. Het gevolg van deze betrokkenheid van beide kantoren is dat stuk
ken aan het ene kantoor gericht wel eens terecht zijn gekomen bij het andere
kantoor. De correspondenties van het Amsterdamse en het Londense kantoor
zijn bij elkaar aangetroffen. De bestanden van Amsterdam en Londen zijn in
het algemeen goed te onderscheiden omdat tot ver in de negentiende eeuw de
adressen nog niet op enveloppen, maar achterop de brieven geschreven wer
den. Dit geldt ook voor de doorgezonden brieven.
De correspondentie bevat ook stukken die aan firmanten, gemachtigden en
klerken van de firma Hope Co gericht zijn terwijl zij niet in Amsterdam of
Londen maar elders verbleven, bijvoorbeeld in Petersburg, Hamburg, Ant
werpen of Parijs. Bovendien zijn er nog brieven opgenomen die aan derden
geadresseerd zijn, bijvoorbeeld poste restante Hope Co Amsterdam.
De firma Hope Co hanteerde bij de behandeling en opberging van de in
gekomen en uitgaande stukken niet een vaste methode, maar verschillende
'systemen' naast elkaar. Dit heeft tot gevolg dat niet alle ingekomen stukken
onder de correspondentie terecht gekomen zijn. Ook treft men afschriften van
brieven aan in de registers met 'Diverse documenten', registers met handelsin
lichtingen en in de omslagen en pakken met stukken betreffende bijzondere
onderwerpen.
118
Een correspondent aan het werk. Kooplieden lieten niet alleen brieven na, maar lieten
zich zelfs met de ganzeveer in de hand op het doek afbeelden.
Robert Voute schreef bijvoorbeeld aan het einde van de 18e eeuw veel brieven uit
Petersburg (Leningrad) naar de firma Hope Co in Amsterdam en Londen.
Voüte-vereniging, Amsterdam. Foto Pieter Boersma, Amsterdam.
Uitgaande stukken
De correspondentie van de afzonderlijke kantoren bestaat uit de uitgaande en
binnengekomen stukken, die niet altijd van elkaar gescheiden zijn. De uitgaande
brieven zijn in de eerste plaats in registers afgeschreven en voorzien van alfa
betische indices op naam van de geadresseerden. De indices op deze registers
behoren tot de weinige nadere toegangen die destijds door de klerken van de
firma op de archivalia gemaakt werden. De indices stellen de onderzoeker in
staat na te gaan met wie de firma zoal correspondeerde en van wie men inge
komen brieven in het archief zou kunnen tegenkomen.
Naast de algemene series zijn er ook registers van uitgaande brieven die al
leen betrekking hebben op brieven aan nader genoemde geadresseerden-
119