Het beheer van de handelscorrespondentie tot circa 1900 -X B* i P.Wiirfj Jtttw j wlv«f Voo ■w* Jan C. A. Blom .CÖBjFVGGEft 1L. Vv J f - li Correspondentie in bedrijfsarchieven vormt een ondergewaardeerde bron voor historisch onderzoek. Het probleem voor archivaris en onderzoeker is de orde ervan. Is er een oude orde te herkennen en zo ja, moet deze hersteld worden? Of is het beter alle ingekomen en verzonden brieven te herordenen volgens een afgesproken systeem? Drs. Jan C. A. Blom, medewerker van het gemeentearchief in Amsterdam, pleit voor handhaving van de oude orde. De correspondentie in bedrijfsarchieven is ondanks de waarde ervan als histo rische bron pas voor een deel geïnventariseerd. Dit heeft uiteraard te maken met de onvolwaardige positie die oude bedrijfsarchieven bij de bedrijven zelf en tot nog toe bij de openbare archiefbewaarplaatsen innemen. Wel is al heel wat meer bekend over de theorie en de praktijk van de financiële administra ties van bedrijven. Gedeeltelijk is dit het gevolg van het feit dat er vele leer- en handboeken over boekhouden bewaard zijn gebleven en gebruikt werden voor de inventarisatie van financiële administraties. Daarnaast biedt de uit voering van de boekhouding in omvangrijke registers meer aanknopingspun ten voor een min of meer systematische analyse van de boekhouding. Dat het uiteenrafelen van het systeem toch vaak met veel problemen gepaard ging, heeft menig inventarisator inmiddels ondervonden.1 Het ontbreken van een enigszins herkenbare oorspronkelijke ordening in de losse ingekomen stukken heeft er tot nu toe vaak toe geleid dat er van de oorspronkelijke orde weinig overbleef. Zo hebben onderzoekers, die de han delscorrespondentie raadpleegden voordat deze geïnventariseerd was, wel eens naar eigen goeddunken met de losse brieven en andere stukken geschoven en de orde aan hun eigen wensen aangepast. Het gevolg hiervan was dat een in ventarisator geen oude orde in de correspondentie kon vaststellen. Voor een goede toegankelijkheid van de losse stukken leek het dan beter niet een onvolkomen uitgevoerde orde te handhaven, maar om het geheel vol gens een consequent systeem te rangschikken, bijvoorbeeld op naam van de afzenders, op datum of op onderwerp. Het gevolg kan zijn dat stukken, die slechts in relatie tot andere stukken betekenis hebben, hun eigenlijke, histori- 116 JsC Afbeelding uit 1516 van het kantoor van Jacob Fugger en van zijn boekhouder. Stukken werden per plaats, land opgeborgen. 117

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 5