Bourgondische bezetting van Gelre: w.j.
alberts, 'De eerste Bourgondische bezetting
van Gelre (1473/1477)' in: w.j.alberts en
f.ketner, Nederrijnse Studiën XUIe-XVe eeuw
(Groningen 1954), 49-82; a.j.maris, 'De raad
kamers of hoven van Karei den Stoute in Gelre
en Zutphen, 1473-1477' in: Bijdragen en Mede
delingen 'Gelre' 56 (1957) 45-123.
9 r. vaughan Charles the Bold. The last Valois
duke of Burgundy (London 1973) 120: 'For
here indeed was a land which Charles, in his
own phrase, had reduced completely to my
obedience'.
10 Alberts, 'De eerste Bourgondische bezetting',
63-64; I. a. NiJHOFF, Gedenkwaardigheden uit de
geschiedenis van Gelderland door onuitgegeve-
ne oorkonden opgehelderd en bevestigd, v
(Arnhem 1851) xvi.
11 maris, 'De raadkamers', 46-58.
12 maris, 'De raadkamers', 52; de renversalen
van de rentmeesters in nijhoff, Gedenk
waardigheden, nr. 29, 30, 31 en 36.
13 rag, Hert. Arch., inv. 30, 44, 141, afdeling
Buren, inv. 88.
14 MEIJ, Het archief van de graven en hertogen,
61.
15 rag, Hert. Arch., afdeling Buren, inv. 88, nr. 5.
16 rag, Hert. Arch., afdeling Buren, inv. 88, nr. 6.
17 rag, Gelderse Rekenkamer, inv. 16; het op
schrift op folio lr luidt: 'Registre des lettres,
de gaigieres de et sur les rentes, demaine et of
fices des pays et duchie de Ghelres et conté de
Zutphen, tant de celles baillees et exhibees par
les gaigieres es mois de septembre et octobre
lan 1473 es mains des commissaires sur la re-
formacion du demain de treshault et trespuis-
sant prince monsieur le due de Bourgogne et
de Brabant etc., comme de celles que lesdis
commissaires ont depuis trouve et extraict des
registres et papiers es chambres des comptes et
chancellerye esdis pays pour ce par eulx veuz et
visitees'.
18 Zie het citaat in de voorgaande noot.
19 RAG, Hert. Arch., inv. 30, f. 110r-l 15r.
20 rag, Hert. Arch., afdeling Buren, inv. 88, nr.
22.
21 rag, Hert. Arch., afdeling Buren, inv. 88, nr.
23-24.
22 nijhoff, Gedenkwaardigheden, v, nr. 43.
23 Uitgegeven in G. van hasselt, Oorsprong van
het Hof van Gelderland (Arnhem 1793),
80-105.
24 rag, Hert. Arch., afdeling Buren, inv. 88, nr.
25-26.
25 nijhoff, Gedenkwaardigheden, v, nr. 43.
26 rag, Hert. Arch., inv. 141.12: 'dat ghij oick u
comende te Nymeghen ten heymelicsten dat
ghij kondt aen yemande vernempt hoe vele dat
die gruyte aldair jairlix soude moghen ghelden
ende weert zijn bij estimacien'. Volgens de
staat over 1473-1474 zou de jaaropbrengst
2.000 Rijnsche gulden bedragen comme Ion
dit\ in de staat over 1476-1477 wordt de jaar
opbrengst slechts op 500 Rijnsche gulden ge
schat.
27 Zie hiervoor j.kuys, De ambtman in het kwar
tier van Nijmegen (ca. 1250-1543(Nijmegen
1987), 17-29 en het kaartje achterin.
28 rag, Hert. Arch., inv. 49, f. lOv. Zie over de
ondergeschikte ambtsfunctionarissen kuys, De
ambtman, 29-31, 100-102.
29 rag, Hert. Arch., inv. 49, f.9r.
30 maris, 'De raadkamers', 52; kuys, De ambt
man, 73.
31 rag, Hert. Arch., inv. 49, f. lOv.
32 Zie over dit weduwegoed f.gorissen, 'Der
Kelch der Katharina von Kleve. Eine Untersu-
chung über das Schicksal der Burg Lobith und
ihre Schlosskapelle', in: Bijdragen en Medede
lingen 'Gelre' 60 (1961) 143-156, in het bijzon
der 145-149.
33 Aldus een aantekenbriefje ingebonden in rag,
Hert. Arch., inv. 48 tussen f. 51 en 52.
166
Résumé
Après l'occupation bourguignonne de Gueldre Charles le Téméraire a créé de
nouveaux offices et attribué un röle aux quatre quartiers du duché. Pour cha-
que quartier il nommait un gouverneur et de la même fagon un receveur.
Deux documents historiques, composés a cette période, se trouvent dans les
archives des anciens dues de Gueldre. Le premier document s'appelle 'Estat
de la recepte du demaine, rentes et revenues' et comprend une période d'une
année entière, commengant le 13 juillet 1473 et finissant le 12 juillet 1474. Le
titre du second document demeurera inconnu, mais il ressemble tout a fait au
premier état. 11 comprend la période 1476-1477.
Dans eet article l'auteur décrit l'origine, Ia fonction et le contenu des états
du domaine du quartier de Nimègue.
167
