ook niet als het een onderwerp betreft waarvan verwacht mag worden dat vele vakgenoten in hun dagelijks werk met. het onderwerp te maken hebben of bin nenkort zullen krijgen. Naar het bestuur vermoedt spelen hierbij meerdere fac toren een rol, zoals een verschuivende belangstelling, een kritischer afweging van kosten en uiteraard de ook binnen de archiefdiensten verdergaande spe cialisatie. Het bestuur beraadt zich op een manier waarop een behoeftepeiling kan wor den verricht, zodanig dat aan de hand daarvan voor de komende jaren de acti viteiten zo effectief en tegelijkertijd ook zo efficiënt mogelijk kunnen worden opgezet. Intussen zal worden voortgegaan met het aan de orde stellen van on derwerpen, waarvan wij menen dat de aandacht van de leden daarvoor moet worden gevraagd. Zo zal in het najaar een bijeenkomst worden georganiseerd waar zowel de praktische kanten als ook de theoretische problemen van de mas saconservering aan de orde zullen komen. Het afgelopen jaar is een vergade ring besteed aan de automatisering, een zaak waarmee steeds meer vakgeno ten nu ook in hun dagelijkse functioneren te maken krijgen. Ik kom daar straks nog op terug. In die discussie over de opzet van vergaderingen is ook even aan de orde geweest de rol van de huishoudelijke vergaderingen en daarbij is ook de vraag bezien in hoeverre de jaarrede van de voorzitter een zinvol instrument in de communicatie tussen bestuur en leden is. Sinds een zestal jaren geleden Nieuws van Archieven is gestart, is de oorspronkelijke bedoeling van de jaarrede weg gevallen. Het jaarlijkse overzicht van het wel en wee van de vereniging, gelar deerd met vele personalia, verslagen van commissies en dergelijke bereikt u nu sneller via ons maandelijks periodiek. Wat sindsdien de inhoud van de jaar redes heeft bepaald, namelijk een wat afstandelijker beschouwing over beleids aspecten of ethische kanten van ons vak - het laatstgenoemde werd door mijn voorganger mr. Ketelaar geïntroduceerd - kan nu voor een deel ook worden opgenomen in de opzet van de studiedagen. Zo heb ik vorige maand, op 17 maart, met onze vice-voorzitter, de heer van Albada, de degens mogen krui sen over de vraag of er in het toekomstige informatietijdperk nog wel plaats zal zijn voor de archivaris. Ondanks die nieuwe ontwikkelingen is er naar ons oordeel tijdens de jaar vergadering nog genoeg mee te delen door de voorzitter. Persoonlijk stel ik het op prijs op die wijze in commentariërende zin een aantal ontwikkelingen van het afgelopen jaar onder de loep te kunnen nemen. Daarnaast zult u kun nen billijken dat wij de traditie van een jaarlijkse toespraak door de voorzitter minstens willen voortzetten tot ons eeuwfeest in 1991een zaak waarvoor ove rigens in het achter ons liggende jaar al veel voorbereidend werk is verricht. Het werk gaat gewoon door en - u heeft het al gemerkt - u krijgt weer gewoon de jaarlijkse toespraak. Vorig jaar in de jaarvergadering, op 1 april in Den Briel, werd een belangrijk deel van de bijeenkomst besteed aan de nieuwe Archiefwet. De heer Buijs heeft toen enige sluiers rond de interne gang van zaken ten departemente opgelicht en ons achtergelaten in de verwachting dat in de loop van 1987 een concept wetstekst tegemoet kon worden gezien. Het is sindsdien wat stil geworden rond dit onderwerp, maar dat wil zeker niet zeggen dat er niets gebeurd zou zijn 110 in het afgelopen jaar. Over de feitelijke gang van zaken binnenskamers bij wvc kan ik u niet zoveel meedelen omdat-en dit in tegenstelling tot de periode van de soms rollebollende Commissie Nota archiefbeleid - er thans ten depar temente een windstilte heerst waar het gaat om het verstrekken van inlichtin gen. In het periodiek overleg met de plaatsvervangend directeur-generaal cul turele zaken, de heer J. Jessurun, is ten aanzien van de procedure meegedeeld dat dezer dagen de laatste vergadering van de voorbereidingscommissie wordt gehouden en dat intussen aan de minister van wvc een advies op hoofdpun ten is voorgelegd, waarna het kan komen tot interdepartementaal overleg met de twee meest betrokken ministeries, die van Financiën en Binnenlandse Za ken. Gelet op de problemen die in dat overleg aan de orde zullen komen, is het thans een open vraag op welk tijdstip een definitief ontwerp aan de Twee de Kamer zal kunnen worden voorgelegd. Het duurt dus toch nog weer langer dan vorig jaar werd verwacht, maar desondanks zei ik u, is er het afgelopen jaar het nodige gebeurd in het voorbereidende traject. Zoals u heeft kunnen volgen is een van de belangrijkste terreinen van het archiefbeleid en van de archiefwetgeving waarop wijzigingen kunnen worden verwacht het gebied van de dynamische en semistatische archieven. Het bestuur is daar zeer gelukkig mee, omdat een van de hoofdpunten van het commen taar van onze vereniging op de Nota archiefbeleid was het ontbreken van een samenhangende visie op de gehele levenscyclus van archiefbescheiden. Op rijks niveau hebben in het afgelopen jaar ontwikkelingen plaatsgevonden die heb ben geleid tot een versterkte aandacht voor dit onderwerp. In november 1987 is door de Algemene Rekenkamer uitgebracht een nota in zake het archiefbeheer en het archiefbehoud bij de rijksdienst. Het rapport is nog niet openbaar, maar zal het een dezer dagen worden. Zoals vorig jaar enkele tippen van sluiers over de nieuwe Archiefwet werden opgelicht, zo kan thans al iets gezegd worden van de effecten van dat rapport ten aanzien van de nieuwe Archiefwet. De Rekenkamer uit dezelfde kritiek als onze vereniging op het ontbreken van samenhang in wetgeving en beleid ten aanzien van de archieven in hun verschillende levensstadia. Op rijksniveau leidt dat onder meer tot de constatering dat de aansluiting tussen de beheersing van het archiefpro ces door de minister van wvc en de beheersing van dat proces door diens ambt genoot van Binnenlandse Zaken ontbreekt. De Rekenkamer stelt dat als gevolg daarvan het niet lukt om de noodzake lijke voorwaarden te scheppen waarmee het archiefproces optimaal beheerst kan worden. Een en ander heeft negatieve gevolgen voor het behoud van rijks archiefbestanden als cultuurgoed. Verder betwijfelt de Rekenkamer of de ge volgen van een eventuele verkorting van de overbrengingstermijn wel kunnen worden opgevangen. Ook twijfelt de Rekenkamer over de vraag of er voldoende waarborgen aanwezig zijn om het teloorgaan van archiefbestanden als onder deel van het Nederlands cultuurgoed als gevolg van tekortschietende huisvesting en voldoende bescherming tegen de milieuverontreiniging te voorkomen. Het bestuur is verheugd over de mededelingen in het overleg met de heer Jessurun, die kunnen worden gezien als een reactie op het rapport. Verwacht kon immers worden dat de aangesproken instanties de gebruikelijke reactie zouden vertonen: het ontkennen of bagatelliseren van de gesignaleerde knel- 111

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 2