inkomsten voorzien, waar als zodanig mainmorte en keurmede worden ver
meld (folio 33v). Onder de hoofdstuktitel zijn evenwel in het geheel geen posten
of bedragen ingevuld. De staat over 1476-1477 kent ook een dergelijke hoofd
stuktitel, waaronder een geschat bedrag zonder specificatie is ingevuld.31
Het laatste hoofdstuk van de inkomsten is qua omvang het grootste, het
geen een twijfelachtige eer is, omdat het de verpande en vervreemde domeinen
betreft (folio 34r-49r). We krijgen hier een goed beeld van de geleidelijke af
braak van het Gelderse hertogelijke domein, die sinds het begin van de vijf
tiende eeuw had plaatsgevonden. Uit de staat blijkt dat tegenover een jaarop
brengst van de domeinen van 5233 pond als geschatte jaaropbrengst van de
verpande en vervreemde domeinen een bedrag van 11.703 pond staat! De lan
ge lijst van verpande en vervreemde domeinen weerspiegelt de financiële pro
blemen waaronder wijlen hertog Arnold vrijwel permanent gebukt was gegaan.
De situatie zal de commissarissen van het domein en hun superieuren grote
zorgen gebaard hebben en hen des te meer hebben gemotiveerd om alle bezit
ters van verpande en vervreemde domeinen bij zich te roepen om hun rechten
te kunnen onderzoeken. Zoals hiervoor reeds is gemeld had Karei de Stoute
in 1473 bij wijze van represaille alle verpandingen en vervreemdingen van Gel
derse hertogelijke domeinen ongeldig verklaard. Dit is de reden waarom de
verpande en vervreemde domeinen in de staten van het domein onder de in
komsten zijn gerangschikt. Dat de werkelijkheid anders was, werd door de com
missarissen wel degelijk beseft en daarom hebben zij in de staten de totale waarde
van de verpande en vervreemde domeinen weer op het totaal van de berekende
inkomsten in mindering gebracht (folio 56v).
De domeinen waren op verschillende manieren uit handen van de Gelderse
hertogen geraakt. In de staten van het domein kunnen onderscheiden worden:
1 verpandingen - hierbij is in de regel een 'terugkoopprijs' (Frans: rachatover
eengekomen. Verpandingen vormen de overgrote meerderheid van de gevallen.
2 verkopen - de staten noemen het verpandingen zonder terugkoopmogelijkheid.
3 weduwegoed van Katharina van Kleef, de weduwe van hertog Arnold.32
4 beleningen - enkele domeinen zijn in leengoed omgezet.
Op de domeinen drukte een aantal vaste lasten, die in de staten in een afzon
derlijk hoofdstuk worden opgesomd (folio 50r-56r). Het betreft onder andere
lijfrentes, rentelenen uit tollen en jaarsalarissen voor functionarissen zoals burg
graaf, ambtmannen, de rentmeester van het kwartier, tollenaars en kasteleins.
Besluit
De staten werden hoogstwaarschijnlijk door de commissarissen van het do
mein ter controle aan de Rekenkamer voorgelegd. De controlerende werkzaam
heden van de Rekenkamer blijken naar onze mening uit de talloze marginale
aantekeningen. Welke andere instantie dan de Rekenkamer zou ze geplaatst
kunnen hebben? De aantekeningen bij de inkomsten bevatten veelal suggesties
om die te verhogen. Soms wordt specificatie geëist van te globaal omschreven
inkomstenposten. Bij domeinen die onverpacht zijn gebleven, wordt opgemerkt
dat opnieuw getracht moet worden om ze in het openbaar bij opbod te ver-
164
pachten. Meer nog dan de inkomstenposten waren de opsommingen van ver
pandingen en vervreemdingen van domeinen aanleiding voor het plaatsen van
marginale aantekeningen. Hierin vindt men bij voorbeeld gegevens over de ge
schiedenis van de verpanding, naam en hoedanigheid van de pandhouder van
dat moment. De aantekeningen stellen ook vragen over de waarde van domei
nen die niet teruggekocht kunnen worden.
Door hun gedetailleerdheid waren de Gelderse staten van het domein een
ideaal instrument om de rekening van een kwartierlijke rentmeester te contro
leren. Men hoefde de staat van het domein slechts naast de rekening van de
rentmeester over hetzelfde boekjaar te leggen om na te gaan of alle in de staat
genoemde inkomstenposten met de voorziene opbrengst in de rekening waren
opgenomen. Hierdoor kon de rentmeester voor elk geval waarin de opbrengst
in vergelijking met de opgave in de staat lager uitviel, ter verantwoording wor
den geroepen. De rentmeester werd verplicht om aan de commissarissen van
het domein of de Rekenkamer drie schuldbekentenissen af te geven met een
totale waarde die overeenkwam met de in de staat van het domein berekende
netto-opbrengst. Hierdoor verplichtte hij zich om op respectievelijk Maria Licht
mis, Pasen en 12 juli (folio 56v) delen van de berekende netto-opbrengst te
voldoen.33 De rentmeester verplichtte zich dus op voorhand om de verwachte
netto-opbrengst ook daadwerkelijk binnen te halen.
De staten van het domein van de Gelderse kwartieren uit de tijd van Karei
de Stoute hadden derhalve een tweeledig doel. Ze moesten inzicht verschaffen
in de toestand van de landsheerlijke domeinen in Gelre en ze dienden tevens
als instrument om de ontvangsten van de kwartierlijke rentmeesters te contro
leren. De nauwgezetheid waarmee ze zijn samengesteld, heeft met zich meege
bracht dat ze heden ten dage belangrijke bronnen zijn voor de lokale, regiona
le en bestuurlijke geschiedenis van Gelre. In hoeverre ze ook belangrijke bronnen
voor de geschiedenis van de Bourgondische staat zijn, zou nader onderzocht
moeten worden.
Noten
1 Dit archief bevindt zich in het Rijksarchief in
Gelderland (rag) en wordt meestal Hertogelijk
Archief (Hert. Arch.) genoemd. Zie over dit
archief p.j.meij, Het archief van de graven en
hertogen van Gelre graven van Zutphen. Sa
menstelling en inventarisatie met lijst van toe
gangen door A. H. Jenniskens (Arnhem 1977),
Gelderse inventarissenreeks 2. De inventaris
nummers van het Hertogelijk Archief zijn
voorlopige inventarisnummers.
2 De auteur wijdde reeds eerder een korte notitie
aan deze stukken onder de titel 'Deux exemples
de l'administration financière bourguignonne:
les 'estats du demaine' du quartier de Nimègue
de 1473-1474 et de 1476-1477' in: Revue du
Nord 66 (1984) 396-398.
3 De twee staten berusten in rag, Hert. Arch.,
inv. 48 en 49.
4 rag, Hert. Arch., inv. 784, 785, 788, 790, 795,
799. Van het Overkwartier van Gelre zijn geen
staten van het domein uit de Bourgondische
periodes bekend.
5 m. a. arnould, 'Une estimation des revenues et
des dépenses de Philippe le Bon en 1445', in:
m.a. arnould e.a., Recherches sur l'histoire
des finances publiques en Belgique, m (Bruxel-
les 1974) Acta Historica Bruxellensia ui, 131-
219. Zie ook idem, 'Le premier budget du due
Charles de Bourgogne (1467-1468)' in: Hande
lingen van de Koninklijke Commissie voor Ge
schiedenis 150 (1984) 226-271.
6 arnould, 'Une estimation', 134-145; idem, 'Le
premier budget', 228 vermeldt als oudst beken
de état die van de rentmeester van het domein
van Lens in Artois voor het boekjaar
1390-1391.
7 Zie aan het einde van dit artikel onder
'Besluit'.
8 Zie W.J.Alberts, Geschiedenis van Gelderland
van de vroegste tijden tot het einde der middel
eeuwen ('s-Gravenhage 1966), 115-119 en de
daar aangehaalde literatuur. Zie over de eerste
165