Bespreking van inventarissen
Een verslag van deze ixe Table Ronde wordt door Ketelaar2 gegeven in twee
afleveringen, totaal 30 bladzijden.
Een vaste rubriek isDesde el laboratorio' uit de technische afdeling). Hier
in komen ook buitenlanders aan het woord. Eugene Ostroff van het Smithoni-
an Institution geeft een uiteenzetting over de restauratie van fotocollecties (af
levering 1). Alan Calmes van de National Archives and Records Administration,
usa, ontvouwt een plan in zes etappes voor de restauratie van archiefstukken
(aflevering 3). Over de conservering van films schrij ft Fernando del Moral Gon
zalez, filmconservator te México (aflevering 2).
De archivistiek komt aan bod in de rubriek 'Instrumentos de trabajo' (hulp
middelen). Gunnar Mendoza, directeur van het Archivo General de Bolivia,
schrijft over de problemen van het ordenen en beschrijven van de historische
archieven in Latijns-Amerika (aflevering 1,19-35; aflevering 2,21-37). Hijhoudt
een pleidooi om het herkomstbeginsel consequent te gaan toepassen. De Latijns-
Amerikaanse archieven zijn veelal chronologisch geordend. De toegepaste or
deningssystemen waren erop gericht zoveel mogelijk stukken betreffende be
paalde historisch interessante periodes bijeen te brengen. Bovendien ging men
uit van het losse stuk dat zeer uitvoerig werd beschreven, hetgeen veel tijd verg
de, zodat men niet aan ordenen toekwam.
In aflevering 3 propageert José Ricardo Gallardo Taboada het 'Sistema Unico
de Clasificación Documental', een project van het Departamento de Investiga-
ción en Administración de Documentos y Archivos van het Archivo General
de la Nación te México. Het systeem zou op alle overheidsadministraties moe
ten worden toegepast.
Uiteraard treft men enig verenigingsnieuws en levensberichten aan. Er wordt
ook aandacht besteed aan het overlijden van bekende figuren buiten Latijns-
Amerika die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het archiefwezen. Het
tijdschrift vestigt ook de aandacht op speciale historische uitgaven of gebeur
tenissen. Zo wordt in aflevering 3 de uitgave vermeld van een stuk dat zich be
vindt in het Archivo General de México dat gaat over 450 jaar (1536-1986) San
tiago de Cali, een stad in Colombia. Uit alles blijkt dat Latijns-Amerika zich
rekent tot de ontwikkelingslanden die grote achterstand hebben op de geïndustri
aliseerde landen wat betreft het archiefwezen. Zij trachten op allerlei wijze die
achterstand in te lopen. Eén van de middelen daartoe is het op de hoogte zijn
van de vakliteratuur. Hiertoe is in 1984 het Centro de Documentación Archi-
vistica de Latinoamerica y el Caribe (cedalac) opgericht. Dit centrum heeft
onder andere tot doel een netwerk van informatie over archieven op te zetten.
Jorge Cobrera Bohórquez van het Archivo General de la Nación te México,
zetel van de cedalac, geeft in aflevering 2 een uiteenzetting over doelstelling
en werkwijze van het centrum naar aanleiding van de aankondiging van de eerste
internationale boekenmarkt op archiefgebied die van 23 tot 27 november 1987
gehouden is te Taxco, Guerrero, México.
W. Chr. Pieterse
Noten
1 Zie voor de cia Commissie Opleiding nab 91
(1987), 357-360.
2 Zie nab 91 (1987) 45-54.
90
Recent verschenen
c. p. F. andreas Inventaris van de archieven van de Nederlandse Israëlitische
gemeente, 1788-1960
Maastricht, 1983. Gemeentelijk archiefdienst, inventarisreeks nr. 3.
Van de recente door de gemeentelijke archiefdienst Maastricht uitgegeven in
ventarissen valt allereerst de moderne vormgeving op, het dikke papier en de
vele foto's waarmee de boeken zijn verluchtigd. De bladindeling, waarbij twee
verticale lijnen de bladspiegel verdelen in een betrekkelijk smalle middenko
lom met de teksten en links en rechts een blanco marge, waarin bij het inven
tarisgedeelte respectievelijk de inventarisnummers en de omvang van de stuk
ken wordt vermeld, heeft iets eigens, de voordelen zijn echter niet direkt
duidelijk. Bovendien heeft men de tekst sterk verkleind afgedrukt, wat de lees
baarheid niet ten goede komt. De inleiding op de inventaris van de archieven
van de Nederlandse Israëlitische gemeente is informatief, hoewel soms wat te
detaillistisch. Aardig is in dit verband het verhaal over de (her)ontdekking van
het archief in 1965, toen men op de vergaderkamer achter een betimmering met
twee dubbele kastdeuren onder meer het archief ontdekte.
De kern van het bestand wordt gevormd door het archief van de Nederland
se Israëlitische hoofdsynagoge (1788-1960). De meest indrukwekkende reeks
hierbij is de serie ingekomen en minuten van uitgaande stukken. Deze blijken
vanaf 1788 (hoewel niet altijd even uitbundig) aanwezig. De overige reeksen
(notulen bijvoorbeeld) en losse stukken beginnen pas medio 19e eeuw. Behal
ve het archief van de Maastrichtse synagoge bevat de inventaris ook de beschrij
ving van de archieven van een veertiental andere joodse instellingen, waarvan
de meeste echter klein tot zeer klein in omvang zijn.
j.j.g. luijten Inventaris van het archief van de familie Suringar, 1695-1925
Maastricht, 1984. Gemeentelijke archiefdienst, inventarisreeks nr. 4.
De titel van de inventaris suggereert helaas meer dan de inventaris waar maakt:
in feite bestaat het archief uit slechts enkele verdwaalde stukken van een vijf
tal Suringars, plus hun echtgenotes (26 nummers), aangevuld door nog enkele
losse stukken van oudere leden van de familie (4 nummers) en gedeelten van
de familiearchieven Roufflaer en Panneboeter. Met name het archief Roufflaer
lijkt interessante archivalia te bevatten, zoals ambtelijke stukken en documenten
over een jeneverstokerijeen olievolmolen, een graanmolen en dergelijke. Het
werkelijke belang van het archief lijkt mij overigens te liggen in de collectie hand-
91