De betekenis van zijn werk is voor weinigen zichtbaar geweest. Rudolf nam initiatieven, bedacht originele oplossingen, stimuleerde, doceerde en begeleidde op elk van de gebieden waarop hij aktief is geweest: in zijn werk, in vereni gingsverband, internationaal en in het archiefonderwijs. Begin 1985 openbaarden zich de symptomen van een ziekte, waarvan hij wist dat hij niet meer zou genezen. Zijn levenslust hield de hoop wakker op het vinden van nieuwe medicijnen. Hij bleef dan ook tot enkele weken voor zijn overlijden plannen maken voor de toekomst. Hij heeft zijn lot in een zekere berusting, maar vooral waardig gedragen. Op 31 januari 1987 overleed Rudolf, in aanwezigheid van zijn naaste fami lie. Bij zijn crematie, die in besloten kring plaatsvond, waren geen genodigden uit het archiefwezen, behoudens een enkele persoonlijke vriend. Rudolf zelf had een jaar eerder al emotioneel van het archiefwezen afscheid genomen. H.A.J. van Sc hie In memoriam H. J. van Meerendonk 1922-1987 Henk van Meerendonk, die zich sinds 1952 wijdde aan het bevorderen van de samenwerking tussen archivarissen en registratoren, overleed onverwacht op zaterdag 1 augustus 1987 vroeg in de morgen. Hendrik Johannes van Meerendonk werd op 4 maart 1922 te Dordrecht ge boren. De zware ernst van de Zuidhollandse eilanden bleef hem zijn leven lang bij, ook na zijn overgang in 1940 tot het rooms-katholieke geloof. In 1936 werd hij, 14 jaar oud, met twee jaar ULO-onderwijs op zak, jongste bediende, eerst enige maanden op het Nationaal Hoofdkwartier der Nederlandse Padvinders en vervolgens gedurende een aantal jaren bij een assurantiemaatschappij. Van oktober 1944 tot eind februari 1946 was hij in dienst van de gemeente Den Haag en was hij bij het bureau huisvesting/verzorging oorlogsslachtoffers belast met de zorg voor het archief. Toewijding en precisie kenmerkten er zijn werk en een goed functionerend archief was het resultaat. Op 1 maart 1946, 23 jaar oud, trad hij als arbeidscontractant in dienst bij de registratuur van het mi nisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap. Tien jaar later werd hij be vorderd tot commies. Hij had vier jaar avondhandelsschool achter de rug en had in 1948 het diploma archiefverzorging-A van de sod behaald. In 1961 werd hij hoofd van de centrale archiefbewaarplaats van het ministerie van Onder wijs en commies-A en in 1965 plaatsvervangend hoofd post- en archiefzaken en hoofdcommies. Een alleszins rustige en respectabele carrière. Van Meeren donk had zich er aan gewend zo'n 60 tot 70 uur per week te werken. Hij had een sterk gevoel voor hiërarchie en was van een onvermoeibare dienstvaardig heid. De Archiefwet 1962, die gezien het gebrek aan ruimte, personeel en organisa tie bij de rijksarchiefdienst, eerst in 1968 in werking kon treden, eiste samen werking tussen registratuur en archief. Met het oog daarop vroeg de Algemene 372 373

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 43