genwicht te bieden is anderzijds een kunsthistorische plaatsbepaling van het hoofdgebouw geformuleerd. Bij de afweging rond het al dan niet beschermen van het integrale complex is het daar helaas niet meer van gekomen. Gezien het grondige onderzoek van ir. E. J. Nusselder, gepubliceerd in het nab eind 1985, wordt de bijzondere typologische en architectuurhistorische positie van het depotgebouw hier slechts in het kort aangestipt. 1 Het dunne vernis van een 'beschermd' monument 11 De waardebepaling en plaatsingsprocedure De moeizame en nimmer voltooide emancipatie tot 'beschermd monument van het ARA-complex startte in 1978 met het proefschrift van de plaatsvervan gend algemeen rijksarchivaris, F. C. J. Ketelaar. Daarin luidt stelling vin: 'Het gebouw van het Algemeen Rijksarchief aan het Bleyenburg te 's-Gravenhage verdient op de monumentenlijst geplaatst te worden wegens zijn betekenis voor de geschiedenis van de bouwkunst.'1 Deze toen zeker in 'monumentaal' Ne derland niet algemeen gedeelde mening is inmiddels ten aanzien van het de potgebouw volop bevestigd. Ten tijde van Ketelaars voorzitterschap van de 1 Het frontaanzicht van het Algemeen Rijksarchief, gebouwd door Jacob van Lokhorst in 1898-1902. De architectonische detaillering van met name gootrand, dakkapellen en topgevel heeft geleden onder verwaarlozing en vervuiling. (Foto's: Wies van Leeuwen). t/ecr.I 2 Langsdoorsnede en plattegrond van de eerste verdieping van het ara-complex. De 'kop-hals-romp'-structuur is duidelijk zichtbaar. Het trappenhuis toont de uit de wanden van de lichtschacht 'gesneden' bogen. Vereniging van Archivarissen in Nederland deed het bestuur een verzoek aan de minister van wvc om opname van het complex op de monumentenlijst. Me dio vorig jaar zag het er naar uit dat dit in vervulling zou gaan: 19 juli 1985 werd het depotgebouw door de minister van wvc op de voorlopige monumen tenlijst geplaatst. Hiermee wordt ingevolge de Monumentenwet een periode van belangenafweging ingeluid, die maximaal twee jaar mag duren. Daarna zal het voorgedragen gebouw hetzij definitief geplaatst, hetzij worden afge voerd. Dit laatste geschiedde even snel als geruisloos op 17 februari jongstle den.2 Ondanks de indrukwekkende architectuur- en archiefhistorische bete kenis van het ara en zijn meerwaarde als incunabel van het cultuurbeleid in Nederland. 291

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1988 | | pagina 2