3
Provincie Flevoland
Artikel 12, tweede lid, van de Archiefwet 1962 bepaalt dat er in de hoofdplaats
van elke provincie een rijksarchiefbewaarplaats is gevestigd. Bij de voorberei
ding van de wet van 27 juni 1985, Stb. 360, tot instelling van een provincie
Flevoland, stelde de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zich
op het standpunt dat het voorshands niet wenselijk zou zijn een rijksarchief
bewaarplaats in de nieuwe provincie te vestigen. Voorlopig zouden de taken
van een rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Flevoland vervuld kunnen
worden door de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Overijssel. De archief-
raad was het daarmee eens.6 Hij adviseerde om een aan artikel 12, tweede lid,
derogerende bepaling op te nemen in de wet tot instelling van de provincie Fle
voland. De minister van Binnenlandse Zaken meende evenwel dat voor de pro
vincie Flevoland de normale bestuurlijke verhoudingen dienen te gelden. For
meel is er dus in de hoofdstad van de provincie een rijksarchiefbewaarplaats.
Materieel echter is er in de nieuwe provincie geen vestiging van de rijksarchief
dienst, maar behartigt de beheerder van de rijksarchiefbewaarplaats in de pro
vincie Overijssel de belangen van het nu nog slechts op papier bestaande rijks
archief in Flevoland
4
Archiefbescheiden van landelijke instellingen in de rijksarchiefbewaarplaat
sen in de provinciehoofdsteden
Artikel 13, derde lid, van de Archiefwet 1962 verleent de regering de bevoegd
heid te bepalen dat archiefbescheiden van overheidsorganen waarvan de func
ties zich over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uitstrekken, worden bewaard
met (zoals het eerste lid van artikel 13 voorschrijft) in de algemene rijksarchief
bewaarplaats, maar in de rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats van de
provincie, waarin deze overheidsorganen gevestigd zijn of geweest zijn. Van
deze bevoegdheid is gebruik gemaakt in het Koninklijk Besluit van 30 mei 1985,
Stcrt. 148. Het kb is tot stand gekomen op initiatief van het Convent van rijks
archivarissen.
Tot de in artikel 1, onder d, bedoelde instellingen van onderwijs vallen niet
alleen rijksscholen voor voortgezet onderwijs, maar ook onderwijsinstellin
gen als de Nederlandse Politie Academie, het Koninklijk Instituut voor de Ma
rine, de Koninklijke Militaire Academie en de Rijksluchtvaartschool. Tot de
in artikel 1, onder g, bedoelde instellingen van wetenschappelijk onderzoek
behoren onder meer het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en
de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Het kb heeft, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, derde lid, van de
wet betrekking op 'overheidsorganen', niet slechts op rijksorganen. De in ar
tikel 1, onder i, bedoelde universiteiten en hogescholen zijn aan te merken als
openbare lichamen als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Archiefwet 1962
De onder a-h bedoelde organen zijn rijksorganen. Het is niet nodig dit uit-
rukkehjk te vermelden. Immers, de functies van, bijvoorbeeld, provinciale
en gemeentelijke musea kunnen, ook al zijn zij van bovenprovinciaal onder-
318
scheidenlijk bovengemeentelijk belang, niet geacht worden zich uit te strek
ken over het gehele rijk.
Het is opvallend dat het énige orgaan dat in de memorie van toelichting9
bij artikel 13, tweede lid, van de wet, bij wijze van voorbeeld, was vermeld - de
Rijksmunt te Utrecht - niet valt onder één van de in dit kb bedoelde organen.
Het archief van de Rijksmunt zal dus naar de algemene rijksarchiefbewaar
plaats moeten worden overgebracht.
5
Uitkeringen aan gemeenten
In verband met de door de minister van Financiën aangekondigde sanering
van de specifieke uitkeringen door het rijk aan gemeenten, is in 1983 subsidië
ring op grond van artikel 27, tweede lid, van de Archiefwet 1962 stopgezet.10
Bij de Tweede Kamer is in 1985 een voorstel tot schrapping van artikel 27, tweede
lid, aanhangig gemaakt.11
6
Gemeentelijke herindeling
Artikel 42 van de Wet algemene regelen gemeentelijke indeling (wet van 24
oktober 1984, Stb. 475) bepaalt:
1 Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en in artikel 43 gaan op de datum van her
indeling de archiefbescheiden van een gemeente die bij een herindelingswet wordt opge
heven, over naar de gemeente waaraan het gebied van de op te heffen gemeente wordt
toegevoegd, dan wel, wanneer dat gebied aan meer dan één gemeente wordt toegevoegd,
naar de in de betrokken herindelingswet aan te wijzen gemeente.
2 Eveneens onverminderd het bepaalde in artikel 43 gaan op de datum van herindeling
alle gemeentelijke archiefbescheiden, uitsluitend betrekking hebbend op overgaand ge
bied, over naar de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, met dien verstande
dat de overbrenging als bedoeld in artikel 5 van de Archiefwet 1962 ten aanzien van de
ze bescheiden geschiedt als had geen herindeling plaatsgevonden. Van de overgang wordt
een verklaring opgemaakt volgens de krachtens artikel 2, tweede lid, van genoemde wet
voor vervreemding van archiefbescheiden gestelde regels.
3 Het bestuur van een gemeente waaraan gebied is toegevoegd, heeft van de datum van
herindeling af het recht te allen tijde kosteloos inzage te nemen van de archiefbeschei
den der gemeente waartoe dat gebied voor die datum behoorde, dan wel der gemeente
waarnaar die archiefbescheiden krachtens het bepaalde in het eerste lid zijn overgegaan,
en op kosten van zijn gemeente afschriften van of uittreksels uit die archiefbescheiden
te vorderen, voor zover deze mede betrekking hebben op het toegevoegde gebied.
4 Indien een wijziging van de gemeentelijke indeling gepaard gaat met wijziging van een
provinciale grens, is het bepaalde in het tweede en derde lid van overeenkomstige toe
passing ten aanzien van de overgang van provinciale archiefbescheiden.
Artikel 43 van deze wet bevat bepalingen met betrekking tot het bevolkingsre
gister.
De regeling van artikel 42, tweede lid, is overeenkomstig advies nummer 114
van de Archiefraad.12 De bedoeling is te zorgen dat, overeenkomstig het struc
tuurbeginsel en het bestemmingsbeginsel, de archieven van de bij gebiedso-
vergang betrokken gemeenten elk een geheel blijven en voorts dat de door de
'oude' gemeente gevormde archiefbescheiden onderdeel blijven van het door
319