Dr. H. M. Brokken biedt de Algemeen Rijksarchivaris het eerste exemplaar aan. man verlaat een bloeiend bedrijf, verlaat leerlingen en oud-leerlingen, die met talenten en toewijding een sieraad zijn voor de organisatie. Merci en de beste wensen. A.E.M. Ribberink Algemeen Rijksarchivaris. Bataafs-Franse tijd in Holland toegankelijk Gedurende een tiental jaren is door zeven medewerkers/stagiaires van het Rijks archief in Zuid-Holland gewerkt aan de inventarisatie van de archieven van de Gewestelijke Besturen 1795-1807 en daarmee samenhangende commissies. Teneinde de verschillende werkstukken persklaar te maken, lacunes aan te vullen en in het algemeen de laatste hand aan het project te leggen, werd in 1985 een uit drie personen bestaande eindredaktie gevormd (drs. L. P. E. Kretzschmar drs. P. J. Margry en mevrouw W. E. Meiboom), die haar ingewikkelde taak bin nen twee jaar afrondde. Op 26 mei 1987 kon het eindproduct, een driedelige inventaris, in aanwezig heid van een zeventigtal genodigden in de aula van het ARA-KB-complex wor den gepresenteerd. De rijksarchivaris van Zuid-Holland, dr. H. M. Brokken, heette de aanwezigen welkom en hield een korte voordracht over het project, waarbij hij de gelegenheid te baat nam om diverse personen te bedanken voor hun inzet. Vervolgens gaf prof. dr. A. HHuussen jr., hoogleraar Nieuwe Ge schiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, in zijn lezing een uiteenzetting van het belang van de geïnventariseerde archieven, waarna drs. L. P. E. Kretz schmar, medewerker en eindredacteur van het project, een referaat hield over de geschiedenis van de archieven en de inventarisatie en over de problemen die de bewerkers in de loop der jaren hadden moeten overwinnen. Na de lezingen werd de inventaris officieel door dr. H. M. Brokken aangebo- 280 Prof. dr. A. H. Huussen jr. den aan de Algemeen Rijksarchivaris, mr. A. E. M. Ribberink, die aansluitend in enkele welgekozen vriendelijke woorden zijn dank hiervoor uitsprak. De bijeenkomst werd besloten met een drankje in de hal van het Algemeen Rijks archief. Van de twee bovengenoemde lezingen van prof. dr. A. H. Huussen jr. en drs. L. P. E. Kretzschmar zijn hieronder enkele fragmenten afgedrukt. Onder de titel 'Revolutie, inventaris en geschiedschrijving' sprak prof. Huussen over de herdenkingen, waarmee wij ons de laatste jaren bezighouden en de komen de tijd nog bezig zullen houden. De inventiviteit van de Nederlandse herdenker wordt wel op de proef gesteld. Wie niet louter met de negatie wil blijven zitten - de nederlaag van 1787 - moet wachten tot 1995. De gegevenheden van de nationale geschiedenis schepen ons op met het probleem '1789'. Kan ons land blijven zwijgen, terwijl over de hele wereld wetenschappelijke, culturele en populaire manifestaties worden geor ganiseerd waarvan Ernest Labrousse schrijft: 'C'est une Exposition univer sale de la Révolution Fran^aise qui se trouve ici plus ou moins programmée'?1 Nee, natuurlijk! Het dilemma kan elegant worden opgelost door de gewichti ge omslagperiode van het einde van de achttiende en het begin van de negen tiende eeuw in haar geheel te belichten. De activiteiten voor dit jaar zijn ingeleid met een coproductie van Algemeen Rijksarchief en Rijksmuseum: de succesvolle expositie 'de Physique Existen tie dezes Lands' (over Jan Blanken), vergezeld van een fraai catalogusboek. Voor 1989 staat een groot congres van het Nederlandse Historisch Genoot schap op stapel over 'natievorming' en het ligt in de verwachting dat de voor bereidingen voor 1995 en 1998-in verband met onze eerste grondwet-dan weldra een aanvang zullen nemen. Ongetwijfeld zullen vele historici, studen ten en journalisten een beroep gaan doen op de archiefinstellingen. Verwend als zij zijn door de hapklare, helaas niet altijd kakelverse, brokken die uit bi- bliothecaire databestanden op beeldschermpjes geprojecteerd kunnen worden, 281

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 42