15 Dit fenomeen treffen we in die tijd ook in het
buitenland aan: vergelijk L. Stone, 'Prosopo-
graphy', in: Daedalus (1971) 46-79, aldaar 49.
16 De Jager, De Brielsche vroedschap'Voorbe
richt'.
17 Elias, 'Een overzicht', 20.
18 De Vos, De vroedschap van Zierikzeep. xxvii.
19 J. de Witte van Citters, Contracten van cor
respondentie en andere bijdragen tot de ge
schiedenis van het ambtsbejag in de Republiek
der Vereenigde Nederlanden ('s-Gravenhage
1873, 1875) p. iii; De Vos, De vroedschap van
Zierikzee, p. xxxviii. Vergelijk bespreking van
het werk van De Witte van Citters door
P.L. Muller, in: Bijdragen voor Vaderlandsche
Geschiedenis en Oudheidkunde, nieuwe reeks 8
(1875) 29-31 ('Verslag').
20 Bijvoorbeeld j. i. doorninck (ed.), 'Contracten
van correspondentie', in: Verslagen en Mede
delingen van de Vereeniging tot beoefening van
Overijsselsch Recht en Geschiedenis 9 (1874) 1-
19; 'De magistraatsbestelling te Utrecht onder
de Republiek', in: Kroniek van het Historisch
Genootschap 31 (1875) 289-331; j.h.w.unger
(ed.), 'De correspondentie in de Rotterdamsche
vroedschap', in: Rotterdamsch Jaarboekje 4
(1894) 1-105, 5 (1896) 183-215; r. broersma en
r.fruin (eds.), 'Correspondentiën in steden
van Zeeland', in: Bijdragen en Mededelingen
van het Historisch Genootschap (bmhg,) 23
(1902) 258-376; Idem, 'Correspondentiën te
Middelburg en te Goes', in: bmhg 26 (1905)
161-237.
21 th. jorissen (ed.), Memorien van tnr. Diderik
van Bleiswijk, 1734-1755. Werken uitgegeven
door het Historisch Genootschap (whg), nieu
we serie 45 (Utrecht 1887).
22 r.j.fruin, 'Over Simon van Leeuwen en zijn
bedenckingen over de stadthouderlijcke magt'
(1897), in: Idem, Verspreide geschriften vm,
95-113, aldaar 96.
23 g.w. kernkamp (ed.), De regeeringe van
Amsterdam soo in 't civiel als crimineel en mi
litaire (1653-1672) ontworpen door Hans Bon
temantel. whg, derde serie 7 en 8 (2 dln.; 's-
Gravenhage 1897) pp. xxxi,clxvii. Vergelijk
fruin, 'Over Simon van Leeuwen', 96-97.
24 roorda, Partij en factie, 30-32.
25 geyl, 'Historische appreciaties', 56, 70-71;
p.c.a.geyl, 'De Hollandsche Statenpartij'
(1950) in: Idem, Studies en strijdschriften
(Groningen 1958) 168-179, aldaar 170-172.
26 Ibidem, 177.
27 Vergelijk p.c.a.geyl, Geschiedenis van de Ne
derlandse stam (3 dln. over de periode tot
1751; Amsterdam 1930-1937) i, 366-375; ii,
644-669; ui, 309-339.
28 roorda, Partij en factie-, zie hiervoor noot 5.
Over de totstandkoming van dit proefschrift:
i.schöffer, 'D. J. Roorda historicus', in:
a. j. c. m. Gabriels e.a. (eds.), Rond prins en
patriciaat. Verspreide opstellen door
D. J. Roorda (Weesp 1984) 9-19, aldaar 11-15.
29 roorda, Partij en factie, 30.
30 g. de bruin, 'De geschiedschrijving over de
Gouden Eeuw', in: mijnhardt, Kantelend ge
schiedbeeld, 83-117, aldaar 106.
31 d.j.roorda, 'Party and faction. The riots of
1672 in the towns of Holland and Zeeland. A
trial of strength between parties and factions',
in: Acta Historiae Neerlandicae 2 (1967) 188-
221, aldaar 196.
32 l. b. namier, The structure of politics at the ac
cession of George III (2 dln.; Londen 1929).
33 roorda, Partij en factie, 33, 35; roorda,
'Party and faction', 196.
34 roorda, Partij en factie, 37.
35 d.j,roorda, 'The ruling classes in Holland in
the seventeenth century', in: J. S. Bromley en
E. H. Kossmann (eds.), Britain and the Nether
lands 2 (1964) 109-132; roorda, 'Regentenpa
triciaat': zie hiervoor noot 3.
36 roorda, 'Regentenpatriciaat', 234. Reeds in
1889 verkondigde Th. Jorissen hetzelfde stand
punt: zie het motto bij dit artikel.
37 e. a. engelbrecht, De vroedschap van Rotter
dam 1572-1795. Naar aantekeningen van
tV. J. L. Poelmans. Bronnen voor de geschiede
nis van Rotterdam 5 (Rotterdam 1973);
h.p.fölting, De vroedschap van 's-
Gravenhage 1572-1795 (Pijnacker 1985).
38 Vergelijk smit, 'Amersfoortse regentenpatrici
aat', 5-7; vergelijk bespreking van het werk
van Engelbrecht door o. schutte, in: De Ne-
derlandsche Leeuw (nl) 90 (1973) 221-223; ver
gelijk idem door n. plomp, in: Holland 6 (1974)
225; vergelijk idem door j.a.f. de jongste, in:
Tijdschrift voor Geschiedenis TvG90 (1977)
542-543; vergelijk bespreking van het werk van
Fölting door j.g.smit, in: nl 103 (1986) 317-
318; vergelijk idem door a.j.c.m. Gabriels, in:
Bijdragen en Mededelingen betreffende de Ge
schiedenis der Nederlanden (bmgn) 101 (1986)
638; vergelijk s.ac.dudok van heel, 'De niet-
waar-gemaakte pretentie van 'de Vroedschap
van 's-Gravenhage 1572-1795", in: Holland 19
(1987) 30-42; vergelijk de repliek hierop van
h.p.fölting, 'Commentaar op de recentie van
'de Vroedschap van 's-Gravenhage", in: Ibi
dem 43; vergelijk idem door l.kooijmans, in:
TvG 100 (1987) 266-267.
39 elias, 'Een overzicht', 21, 32-33.
40 j.e. elias, Geschiedenis van het Amsterdam-
sche regentenpatriciaat ('s-Gravenhage 1923).
41 Al in 1906 had G. W. Kernkamp laten zien dat
men Elias' Vroedschap niet alleen voor politie-
218
ke kwesties, maar ook voor economische pro
blemen kon gebruiken: g.w.kernkamp,
'Amsterdamsche patriciërs', in: Vragen des
tijds (1906) 1-41.
42 a. porta, Joan en Gerrit Corver. De politieke
macht van Amsterdam, 1702-1748 (Assen
1975). Vergelijk bespreking van het werk van
Porta door m. van der bijl, in: TvG 90 (1977)
551-552. Vergelijk j. aalbers, De Republiek en
de vrede van Europa (Groningen 1980) 361,
noot 174.
43 p.burke, Venice and Amsterdam. A study of
seventeenth-century élites (Londen 1974).
44 d.j.roorda, 'Eeuw tegen eeuw' (1971), in: Ga
briels, Rond prins en patriciaat, 54-67; h. van
dijk en d.j.roorda, 'Sociale mobiliteit onder
regenten van de Republiek', in: TvG 84 (1971)
304-328.
45 Vergelijk a.c.carter e.a., 'Survey of recent
Dutch historiography', in: a.c.carter e.a.
(eds.), Historical research in the Low Coun
tries 1970-1975. A critical survey ('s-
Gravenhage 1981) 1-26, aldaar 13-14.
46 h. van dijk en d.j.roorda, 'Het patriciaat in
Zierikzee tijdens de Republiek', in: Archief.
Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen (1979) 1-126,
aldaar 2.
47 d.j.roorda, 'Een onderzoek naar de vroed
schap en het patriciaat van Zierikzee', in: bwe
2 (1980) 31-37, aldaar 34.
48 m. van der bijl, Idee en interest. Voorgeschie
denis, verloop en achtergronden van de politie
ke twisten in Zeeland en vooral in Middelburg
tussen 1702 en 1715 (Groningen 1981).
49 Vergelijk bespreking van het werk van Van der
Bijl door a.h.huussen jr., in: bmgn 98 (1983)
233-235. Vergelijk idem door j.j.woltjer, in:
TvG 96 (1983) 623-625.
50 In 1985 verscheen een korte samenvatting van
dit werk, waarin met name Van der Bijls be
vindingen met betrekking tot het Middelburgse
regentenpatriciaat de aandacht kregen: m. van
der bijl, 'Das Patriziat der Stadt Middelburg
von 1650 bis 1750', in: schilling en diederiks,
Bürgerliche Eliten, 149-164.
51 j.a.f. de jongste, Onrust aan het Spaarne.
Haarlem in de jaren 1747-1751 (Amsterdam
1984), met name hoofdstuk 2: 'Het regentenbe
wind'.
52 roorda, 'Het onderzoek naar het stedelijk pa
triciaat', 136, 138-139 (zie hiervoor noot 3);
vergelijk roorda, 'Het onderzoek naar de
vroedschap', 34.
53 j. de jong, a. de jongh, l.kooijmans en r. de
wit, 'Onder regenten. Een onderzoek naar de
elite in drie Hollandse steden in de eerste helft
van de achttiende eeuw' (Doctoraalscriptie ge
schiedenis; Utrecht 1979); Over dit onderzoek:
l.kooijmans, j. de jong en a. de jongh, 'Een
onderzoek onder regenten: Hoorn, Gouda, Go-
rinchem, 1710-1740', in: bwe 2 (1980) 23-30.
54 Deze doctoraalscripties waren het uitgangspunt
voor onder andere de volgende publikaties:
l. j. j. p. cortenraede, 'Wijk bij Duurstede in
de ban van haar regenten', in: Jaarboek Oud-
Utrecht (1983) 61-81; j.l. kool-blokland, De
elite van Heusden, 1700-1750. Een prosopogra-
fische analyse (Tilburg 1985); m. e. van rijn,
"Mijn nichtje draagt een vroedschapsplaats
onder haar schortekleedje'. Demografische
aspecten van de Delftse vroedschapsleden,
1700-1750', in: bwe 7 (1986) 44-52.
55 Het onderdeel over Gorinchem werd omge
werkt tot een populair-wetenschappelijk boek
je, bestemd voor een breed publiek: h.f. de
wit, Gorcums heren. Regentenpolitiek 1650-
1750 (Gorinchem 1981).
56 l.kooijmans, 'Geschiedschrijving over stedelij
ke elites in Holland in de 18de eeuw', in: Aan
zet. Tijdschrift van (Utrechtse) geschiedenisstu
denten 2 (1983) 18-29, aldaar 29.
57 l.kooijmans, Onder regenten. De elite in een
Hollandse stad: Hoorn 1700-1780 (Amsterdam
1985); j.j. de jong, Met goed fatsoen. De elite
in een Hollandse stad: Gouda 1700-1780
(Amsterdam 1985); m.prak, Gezeten burgers.
De elite in een Hollandse stad: Leiden 1700-
1780 (Amsterdam 1985).
58 Vergelijk bespreking van de werken van Kooij-
mans, De Jong en Prak door j.g.smit, in: nl
103 (1986) 314-317. Vergelijk idem door a.d.
de jonge, in: Spiegel Historiael 21 (1986)
568-569.
59 Hun bevindingen en denkbeelden met betrek
king tot het aristocratiseringsproces vatten de
auteurs kort samen in: m.prak, j. de jong en
l.kooijmans, 'State and status in the eigh
teenth century. Three cities in Holland: Hoorn,
Gouda and Leiden in: schilling en diede
riks, Bürgerliche Eliten, 183-194.
219