beroemdheden tot zijn onvrijwillige bewoners mogen rekenen. Zo vond hier de Nederlandse heer Floris de Montmorency (1527-1570), heer van Montigny, op 10 oktober 1570 na enkele jaren gevangenschap de dood door wurging. En in 1574 was er nog even sprake van dat de oudste zoon van Willem van Oran je, Philips Willem (1554-1618) graaf van Buren die in 1568 naar Spanje was overgebracht, in deze Castiliaanse pendant van het Hollandse slot Loevestein gevangen gezet zou worden.2 Met ingrijpende verbouwingen in het daaropvol gende jaar verloor het kasteel geleidelijk aan de functie van gevangenis en bood het plaats voor hetgeen zou komen te heten el Gran Archivo. Karei v, aan wie de Spaanse koninkrijken door vererving te beurt waren ge vallen, had in september 1540 de eerste opdracht gegeven voortaan documen ten, die betrekking hadden op het bestuur van Castilië, in Simancas op te slaan.3 Met de - naar later blijken zou - definitieve terugkeer van Philips li in 1559 - nu als regerend vorst over de Spaanse koninkrij ken - groeide het archief gestaag. Reeds in de jaren dat hij in naam van KareJ v als regent was opgetre den, had Philips li het belang ingezien van de^initiatieven van zijn vader en hield zich sindsdien actief bezig met het archief. Zo stelde hij in 1588 een eerste reglement van orde op voor Simancas.^ Het tekent de persoon van de koning dat hij tijdens een inspectie van het archief van 23 tot 25 juni 1592 geen tijd nam om de festiviteiten te aanschouwen die de inwoners van de stad te zijner ere hadden aangericht.5 Ondanks de definitieve vestiging van het bestuursapparaat in Madrid hand haafde Philips li Simancas als centrale archiefbewaarplaats, niet alleen voor Castilië, maar het kreeg nu eveneens de rol van verzamelplaats van documen ten uit alle windstreken van het Habsburgse rijk. Het karakter van dit archief is daardoor sterk beïnvloed door de loop van de geschiedenis. Zoals het bestuur van het 'rijk waar de zon nooit onder scheen te gaan' was ingericht, zo ook weerspiegelde het archief het bestuur der raden, de Consejos. Men deponeer de de ingekomen stukken chronologisch in een bepaalde afdeling die vernoemd werd naar het gebied of de functie waartoe ze behoorden. Dat kon leiden tot verwarring. Van een door Karei v vanuit de Nederlanden genomen besluit kwam het bewuste document in de afdeling Flandes terecht, omdat de keizer zich toevallig daar bevond, terwijl de inhoud betrekking kon hebben op een heel ander gedeelte van het Habsburgse rijk. Hoewel de zorg voor het archief van Philips ii door zijn opvolgers zij het in mindere mate werd nagevolgd, werd het voortbestaan van Simancas diverse malen bedreigd. Zo verloor in de negentiende eeuw het archief aldaar een deel van het centrale karakter aan Sevilla, alwaar met de oprichting van de Archi vo General de Indias (1785) koloniale archieven verzameld werden waarbij ook Simancas een deel van zijn verzamelingen moest afstaan. Voorts werd met de oprichting van de Archivo Histórico Nacional (1866) te Madrid de centrale be tekenis van Simancas nog meer aangetast. Grofweg kan worden gesteld dat Si mancas nog steeds de centrale archieven uit de Habsburgse periode herbergt, terwijl Madrid dezelfde rol vervult voor de periode na 1700, toen met de komst van Philips v (1700-1740) de Bourbon-dynastie haar intrede deed op het Ibe risch Schiereiland. 10 Bereikbaarheid De afstand tussen archief en regeringscentrum heeft Simancas niet alleen ge durende het bewind van de Habsburgers parten gespeeld. Ook in de periode 1843-1844, toen de Belgische rijksarchivaris Louis-Prosper Gachard (1800- 1885), Parijzenaar van geboorte die zijn aanstelling aan de Archives Généra les te Brussel aan koning Willem I dankte, zijn eerste bezoek aan Simancas bracht, was er sprake van een overbrengen van de archieven naar het ElEsco- rial. Maar naast de kostenfactor - er zouden zo'n 75.000 legajos (liassen) moeten verhuizen - ervoer men het als een probleem dat de helft van de immense, trotse schepping van Philips n nog in particuliere handen was van de koninklijke fa milie der Bourbons.6 Ook nadat het archief van Simancas in 1858 opgenomen was in de Cuerpo deArchiveros, bleef men onder druk van de gebrekkige omstandigheden, waar onder gewerkt moest worden door onderzoekers die er sinds 1844 toegang had den gekregen, proberen het archief overgeplaatst te krijgen. Echter zonder re sultaat. Wel dreigde het gevaar dat de meest geraadpleegde verzamelingen zouden worden overgeheveld naar de Archivo Histórico Nacional.1 Rond 1870 was er nogmaals sprake van verplaatsingen van de archieven naar de Monesterio de Prado te Valladolid of naar de stad León, alwaar de verza- i HBS

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 6