sector', een rapport over het hierbovengenoemde svar en de daar ontwikkel de activiteiten. Het instituut is begonnen in 1978 als restauratiewerkplaats voor noodgevallen, maar in 1982 ging men over tot het microfilmen van belangrijk bronnenmateriaal en dat vervolgens onder andere in de computer verwerken, dit laatste aanvankelijk onder supervisie van de universiteit van Umea, sinds 1985 als onderdeel van de rijksarchiefdienst. Onder de titel 'tussen Bonn en Parijs' een nabeschouwing respectievelijk plan ning van de Zweedse aanwezigheid op de internationale archief congressen. Ver der een verslag van een noordelijke studiedag over bedrijfsarchieven. Onder rubriek d 'berichten en recensies' een bespreking van de Dictionary of Archi val Terminology en een standpuntbepaling over het mededelingenblad Nor disk Arkivnyt (Noordelijk archiefnieuws) waarin alle Skandinavische archief diensten viermaal per jaar hun mededelingen kwijt kunnen en waarvan de indeling van de artikelen en de lay-out opnieuw zijn opgezet. Verder een lite ratuursignalering onder andere betreffende een handleiding voor onderzoek in de onderwijsgeschiedenis, dat een aanzienlijk ruimere bruikbaarheid heeft als algemene handleiding voor het gebruik van bronnenmateriaal (G. Richard son en andere, Utbildningshistorisk forskning. Problem, kallmaterial, meto- dik, Uppsala 1984, 89 pagina's). Ook wordt een tweetal handleidingen voor het beheer van beeldmateriaal aangekondigd. In rubriek e 'Archiefproblemen in recente buitenlandse literatuur' worden behalve de Franse, Duitse en Engelstalige tijdschriften ook die van de andere Skandinavische landen en de Poolse en Russische tijdschriften besproken. De vijfde aflevering van het Noorse Norsk Arkivforum is een gelegenheidsbundel voor de Noorse rijksarchivaris Carlo Larsen onder de titel 'Ontwikkeling van een methode voor archiefwerkzaamheden'. Het bevat twaalf artikelen van on gelijke kwaliteit en lengte. Het Deense Arkiv bevat een discussie over het over boord zetten van het 'provienzprincip' in de informatiemaatschappij. In de Finse serie Riksarkivets allmanna anvisningar (Finland is dankzij een omvang rijke Zweedstalige minderheid tweetalig) zijn drie aanwijzingen verschenen op het gebied van archiefruimte, vernietiging uit departementsarchieven en orde ning van gemeentearchieven. Zij hebben eerder een adviserend dan een ver bindend karakter, met uitzondering van het voorschrift betreffende gemeen tearchieven, dat krachtens recente nieuwe archiefwetgeving is vastgesteld. Uit het Russische Sovjetskie Archivi uit de jaargang 1984 (zes afleveringen) worden de volgende artikelen geciteerd'. 'Gebruik van archivalia in het Cen traal archief van de Sovjet Unie voor nationale economische doeleinden', 'De opbouw van het Sovjet-archiefwezen in historisch perspectief', onder andere betreffende archiefcongressen in 1921 en 1927 en de evacuatie van archieven uit Moskou en Leningrad in de Tweede Wereldoorlog, en 'Het gebruik van technische hulpmiddelen sinds de jaren '50'Verder over de opsporing van ge schriften en handschriften van Lenin, de Sovjet-archivarissendagen 1984 met 'zwaarwichtige theoretische artikelen die bol staan van algemeenheden', met een tien punten omvattend eisenprogramma voor verbeteringen. Voorts arti kelen over verbeteringen van de administratie en registratuurplannen en de au tomatisering van documentatie van archieven van belang voor architectuur en monumentenzorg. De laatste aflevering geeft een overzicht van de activiteiten van de rijksarchiefdienst door de archivaris F. M. Vaganov, met de volgende statistische gegevens: 60 Hoe men de werkelijke cijfers uit deze brei moet halen weet ik niet. Verder een artikel over de samenwerking op archiefgebied binnen de Socialistische Internationale, naar aanleiding van het 9e archiefcongres in 1984 in Ho-Tstji- Minstad. Het volgende congres zal op Cuba plaatsvinden in 1987. A.J.M. den Teuling Archiefexcursie Benelux In het voorjaar van 1986, van 27 tot 30 mei, organiseerde de Commissie Bui tenland van de van een rondreis langs verschillende archiefinstellingen in Bel gië en Luxemburg. Hoewel het aantal geïnteresseerden uiteindelijk beperkt bleef, mag toch van een geslaagde reis gesproken worden. De eerste instelling die bezocht werd, was het Rijksarchief in Luik. Eén van de medewerkers, de heer Pieyns, informeerde ons over zijn activiteiten op het gebied van de automatisering bij het vervaardigen van archieftoegangen. Hij is al geruime tijd op dit gebied werkzaam, in nauwe samenwerking met de Luikse universiteit. Opvallende verschillen met de Nederlandse situatie waren vooral de individuele aanpak (tot en met het zelf vervaardigen van de benodigde soft ware!) en de gerichtheid op het maken van vooral nadere toegangen. Na de lunch verzorgde het departementshoofd, de heer Hansotte, een rond leiding door het in aanbouw zijnde Rijksarchief. Opvallend detail: de in het gebouw opgenomen woning voor een conciërge met gezin. Het dagprogram ma werd besloten met een gegidste rondwandeling door het Luxemburgse Ech- ternach, met vanzelfsprekend een bezoek aan het graf van St. Willibrord. De ontvangst door de Algemeen Rijksarchivaris de volgende dag in Luxemburg-stad was allerhartelijkst. Na een korte uiteenzetting over de ge schiedenis van Luxemburg en het Luxemburgse archiefwezen werden de ge bouwen en de nieuwe archiefdepots bezichtigd. Ook werd - noodgedwongen kort-kennis gemaakt met de Luxemburgse automatisering. De financiering hiervan bleek direct in verband te staan met de bereidheid van de rijksarchiva ris om semi-statische archieven al in een zeer pril stadium van de administratie over te nemen. Ook de financiering van de nieuwe archiefdepots bleek via een soort sluipweg gerealiseerd te zijn. Na dit informatief bezoek aan Luxemburg vertrok het gezelschap richting België. De derde dag begon bij het Algemeen Rijksarchief in Brussel, waar twee 61 uitgezonden informatie 4 000 per jaar beantwoorde vragen van organisaties 20 000 per jaar beantwoorde vragen op het gebied van de socialistische wetgeving 500 000 per jaar tentoonstellingen (samen met culturele partij-organen) 2 700 per jaar radio-uitzendingen 400 per jaar televisie-uitzendingen op basis van archiefmateriaal 1 300 per jaar gedrukte artikelen 10 500 per jaar bezoekers aan het centraal archief 20 000 in 1981-1983 bezoek aan de archieven van de republieken 96 000 per jaar

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 31