bij de wet ingestelde Public Record Office (pro) te Londen. Het is echter mo
gelijk dat archiefbescheiden naar een andere bewaarplaats moeten worden over
gebracht, c.q. daar blijven berusten. Zo worden alle archieven van de East In
dia Company en van het Britse bestuur in India bewaard in de India Office
Library dat een onderdeel is van de British Library en verblijven de archieven
van het befaamde Royal Greenwich Observatory bij deze dienst zelf. Alle over
gebrachte public records zijn gewoonlijk openbaar wanneer zij een ouderdom
van 30 jaar hebben bereikt. De openbaarheidstermijn kan echter verlengd of
verkort worden door de verantwoordelijke bewindsman.
Inbewaringgeving van sommige categorieën archieven aan de plaatselijke
besturen is onder voorwaarden mogelijk. Voor inbewaringgeving komen bij
voorbeeld in aanmerking archiefbescheiden van de National Health Service en
archieven van plaatselijke rechtbanken.
De departementen zijn verantwoordelijk voor selectie en overdracht onder
supervisie en coördinatie van het pro. Vernietiging is niet wettelijk vastgelegd.
Algemeen wordt het Grigg-systeem gevolgd, genoemd naar het Grigg Committee
on Departmental Records dat in 1954 een rapport terzake heeft uitgebracht.
Kern van de zaak: een eerste selectie, een aantal jaren later gevolgd door een
tweede selectieronde.
Plaatselijke besturen
Onder plaatselijk wordt het bestuur van een county verstaan, in grootte en aantal
inwoners te vergelijken met een Nederlandse provincie. Het takenpakket van
een county is omvangrijk en ligt op het uitvoerende vlak. De besturen van de
counties kennen alleen een algemeen omschreven plicht passende maatregelen
te nemen in de zorg voor hun archiefbescheiden. Voorts worden zij aangemoe
digd alles te doen wat nodig is om mogelijk te maken dat hun archieven open
baar zijn. Elke county is onderverdeeld in districten.
De districtsbesturen mogen na verkregen toestemming van de verantwoor-
delijke bewindsman hun eigen archieven beheren. Een dergelijke toestemming
is niet vaak verleend. In de gevallen waarbij dit wel is geschied, is sprake van
een bevestiging van de status quo op het moment van invoering van een nieu
we wet op de plaatselijke besturen in 1974. De archiefdienst van de stad
Portsmouth is daar een voorbeeld van.
Er is geen jurisprudentie over de vraag wat onder passende maatregelen dient
te worden verstaan. In sommige gevallen heeft het county-bestuur een zelfstan
dige archiefdienst in het leven geroepen; in andere gevallen ressorteert een ar
chiefkantoor onder een bureau welzijn dat ook bibliotheken en musea beheert.
De archiefdiensten worden County Record Office genoemd. Over overbren
ging, vernietiging en openbaarheid is vrijwel niets geregeld. De archiefvormende
organen zijn niet verplicht hun archiefbescheiden over te brengen. Een archi
varis moet derhalve over grote overredingsgaven beschikken. Vernietiging is
evenmin als bij de public records geregeld.
De records-management-sectie van de Society of Archivists is bijzonder ac
tief bij het ontwikkelen van een vernietigingsbeleid en publiceert regelmatig
studies hieromtrent, die de moeite van het lezen alleszins waard zijn. Dat neemt
niet weg dat hier geldt: free for all, met uitzondering van sommige categorieën
stukken die door de wetgever als openbaar zijn aangemerkt en blijvend be
waard moeten worden, zoals de bescheiden van de Engelse tegenhanger van
ons kadaster.
Ook omtrent de openbaarheid is niets geregeld, behalve dan voor bedoelde
categorieën. In zijn algemeenheid wordt de ten aanzien van de public records
gehanteerde termijn wel gevolgd, maar er bestaan grote verschillen tussen de
onderscheiden counties.
De plaatselijke archiefdiensten mogen archieven van allerlei aard en herkomst
in bewaring nemen, kopen, in bruikleen aanvaarden enz. In de praktijk zijn
het ook deze kantoren die voor de inbewaringgeving van public records die
van regionaal belang zijn in aanmerking komen.
Vrijwel niet geregeld is het toezicht op de zorg. Een provinciaal archiefinspec
teur ontbreekt dan ook. In de Engelse bestuurlijke verhoudingen is zulks een
vanzelfsprekende zaak. Het ontbreken van een dergelijke functionaris wordt
in archiefkringen (daarbuiten niet natuurlijk) als een gemis ervaren. Alles moet
nu op basis van vrijwilligheid plaatsvinden, wat een moeizaam gebeuren is.
Een uitzondering is het toezicht uitgeoefend door het pro op de instellin
gen die public records in bewaring hebben. De bevoegdheden van de inspec
teur zijn gering, het is meer een kwestie van bluffen. In laatste instantie is het
mogelijk dat de inbewaargeving wordt opgezegd, maar in de praktijk is het
nog nooit voorgekomen. De Historical Manuscripts Commission - een
rijksorgaan-heeft nog inspectiebevoegdheden ten aanzien van de bewaring
van heerlijkheidsarchieven.
Benoembaarheid
Aan de benoembaarheid tot archivaris worden geen eisen van bekwaamheid,
blijkende uit het bezit van een diploma, gesteld. Desgevraagd was men van
mening dat zulks niet gezien wordt als een reëel gevaar voor de kwaliteit van
het beheer.
319
318