de revue hebt laten passeren, met z'n regeltjes en principes, indien daarna blijkt,
dat de gebruiker met uw inventaris niet uit de voeten kan, dan is uw inventa
ris geen goede.
Horsmans inventaris munt uit in gebruiksvriendelijkheid. Hij heeft er alles
aan gedaan de gebruiker van de inventaris van dienst te kunnen zijn. Daartoe
heeft hij in het conglomeraat van archieven van de Gereformeerde Kerk van
Dordrecht het onderscheid tussen (samengevat) 'algemeen' en 'bijzonder' la
ten vervallen. In zijn inleiding constateert hij, dat het totale archief bestaat
uit veertien archieven en archiefjes. Hij vraagt zich af hoe algemeen de afde
ling 'algemeen' van een bijzonder archief, als dat van de Evangelisatiecom
missie nog is, wanneer deze commissie een bijzondere taak van de kerkeraad
uitoefent. Het antwoord hierop ligt in de vraag zelf besloten. Dat heeft na
tuurlijk niets meer met algemeen te maken. Hij plaatst daarom notulen en
correspondentie van de in de inventaris opgenomen archieven in een rubriek
'Besluitvorming', een rubriek met een algemene strekking, waarna de volgende
rubrieken zeg maar de taken van de organen volgen. Voor zover dat mogelijk
bleek is uniformiteit toegepast in de rubrieksbenamingen. Dat systeem heeft
de overzichtelijkheid en de gebruiksvriendelijkheid ten zeerste bevorderd. Men
zou over de rubrieksbenaming 'Besluitvorming' van mening kunnen verschil
len, aan muggenziften heb ik vooralsnog geen behoefte. Een gedachtenwisse-
'ing over het verlaten van een oud doch beproefd en nog steeds toegepast
systeem lijkt mij meer zin hebben. Ik vind de oplossing van Horsman, die
zoals hij aangeeft al eerder ten gemeentearchieve van Dordrecht is toegepast,
heel mooi. Ze lijkt mij voor kerkelijke en verenigingsarchieven zeer goed toe
pasbaar.
Een tweede zaak, waarbij Horsman het gezond verstand laat prevaleren,
betreft de correspondentie van de kerkeraad. Het is binnen plaatselijke gere
formeerde kerken, zeker die van enige omvang, gebruikelijk, dat bij de ker
keraad ingekomen correspondentie ter behandeling in handen wordt gesteld
van de door de kerkeraad voor bijzondere taken ingestelde commissie, zoals
commissie van beheer, zendingscommissie etc. Horsman noemt in zijn inlei
ding de bewaarfunktie van de commissie van beheer. Hij heeft bij de kerke
raad ingekomen brieven, doch daar niet ter tafel gebracht, dan wel in handen
van de commissies ter afdoening gesteld, in de archieven laten zitten van de
commissies die met de onderscheidene brieven aan het werk zijn geweest. Dit
respecteren van de informele organisatie binnen de kerk heeft ook geleid tot
vergroting van de gebruiksvriendelijkheid van de inventaris. Dat hij daarme
de voorbij gegaan is aan de principes die we zo netjes voor ons examen moesten
kennen acht ik volkomen juist.
Archiefjes van commissies ad hoe, zoals bouwcommissies, orgelcommis
sies en dergelijke heeft hij als dossiers ondergebracht in de archieven van de
daarvoor in aanmerking komende organen, aldus een oerwoud van archief
vormende instanties vermijdend. Ook hiermede is de gebruiksvriendelijkheid
weer gediend.
Samengevat heeft Horsman in mijn ogen een interessante inventaris het licht
doen zien waarbij hij heel bewust van de brede weg is afgeweken en de smalle
is opgegaan. In religieuze zin zou er een gejuich van engelen geklonken heb
ben. Met beide benen op de aardse grond zou ik willen stellen, dat de door
250
Horsman in zijn inventaris vastgelegde gedachten nadere bestudering ten vol
le waard zijn. Voor mij zijn ze een aanzet tot vernieuwingen in de kunst van
het inventariseren.
A. J. Barth
251