a De persoonskaarten van de twintigste eeuw. Deze zijn veelal betrouwbaar, hoe wel niet altijd volledig, maar zij zijn niet openbaar. De persoonskaarten be hoeven geen nadere ingang. Zij zijn alfabetisch-lexicografisch gerangschikt op naam. Deze omstandigheid en het feit van de centrale opslag van de persoons kaarten van overledenen maken laatstgenoemde kaarten tot een zeer efficiën te snel raadpleegbare bron. b De registers van de Burgerlijke Stand van de negentiende-eeuw. Vooral de hu welijksakten met de daarbij behorende huwelijksbijlagen en sommige overlij densakten zijn zeer informatief, terwijl alle genoemde registers openbaar zijn en raadpleegbaar op microfilm. De akten van de Burgerlijke Stand worden per gemeente chronologisch ingeschreven. De ingang tot de afzonderlijke re gisters van geboorte, huwelijk en overlijden bestaat uit de zogenaamde tienjaren- tafels. Op de registers van naamsaanneming, huwelijksaangifte (ondertrouw) en huwelijksafkondigingen bestaat een dergelijke ingang niet. De tienjaren-tafels uit de negentiende eeuw zijn alfabetisch-chronologische, maar meestal niet lexicografisch gerangschikte lijsten op naam, die verwijzen naar de datum van inschrijving van respectievelijk geboorte, huwelijk en over lijden. De rangschikking is per gemeente per periode van tien jaar (soms tien lijsten van één jaar), wat de huwelijken betreft meestal alleen op naam van de bruidegom. Levenloos aangegeven kinderen worden in de tienjaren-tafels vaak gerangschikt onder Levenloos aangegeven' zonder opgave van naam van de ouders. c De archieven van kerkelijke en civiele autoriteiten vóór de negentiende eeuw. Deze archieven zijn in het algemeen gesproken weliswaar openbaar, maar nau welijks toegankelijk en relevant voor medisch-genetische doeleinden. Voor zover onderzoek in de achttiende eeuw noodzakelijk is, kunnen de gegevens uit deze periode namelijk in eerste instantie meestal sneller en betrouwbaarder geput worden uit andere bronnen, te weten de oudste huwelijksregisters met bijlagen en de oudste overlijdensregisters van de negentiende-eeuwse Burger lijke Stand. Voor wat betreft de doop-, trouw- en begraafboeken is de situatie zo, dat meerdere archieven hierop ingangen bezitten of maken op persoonsnaam. Een grote fout, die vaak gemaakt wordt bij het ficheren van doop-inschrijvingen is het interpreteren van de achternaam van het kind. In vele gevallen betreft het patronymica en wordt het patronymicum van de vader ten onrechte ook genoteerd als achternaam van het kind. Cornelia, dochter van Hendrik Jans sen, heet vaak niet Cornelia Janssen, maar Cornelia Hendriks! Op een enkele uitzondering na bestaan er geen bevredigende ingangen op naam op de overige bestanddelen (bijvoorbeeld notariële en rechterlijke ar chieven), waaruit de archieven van kerkelijke en civiele autoriteiten uit de tijd vóór de negentiende eeuw zijn opgebouwd. 3 Nadelige gevolgen van de huidige situatie In de inleiding werden reeds enige oorzaken genoemd voor de problemen, die optreden bij genealogisch onderzoek. Wij zullen hier ingaan op enige nadelige gevolgen van de huidige situatie. 3-1 Ontoereikende ingangen tot de bronnen De ingangen tot de genealogische bronnen worden voornamelijk gevormd door de tienjaren-tafels op de registers van de Burgerlijke Stand van de negentiende eeuw en door de fiches of naamlijsten op de doop-, trouw- en begraafboeken van de periode vóór de invoering van de Burgerlijke Stand. De tienjaren-tafels De indeling van de tienjaren-tafels per gemeente per periode van tien jaar, wat de huwelijken betreft meestal alleen op naam van de bruidegom, brengt vele nadelen met zich mee, indien men een bepaalde akte snel wil terugvinden, te weten: a de gemeente, waar een gezochte persoon geboren, gehuwd of overleden is, moet bekend zijn b bij benadering moet ook het jaartal bekend zijn c het nummer van de akte ontbreekt meestal in de tienjaren-tafels. Het kennen van de gemeente, het jaar en het aktenummer van de huwelijksakte is evenwel noodzakelijk als toegang tot de huwelijksbijlagen. d doordat lijsten van bruiden ontbreken is de gemeente en datum van het huwe lijk van vrouwen niet op hun eigen naam terug te vinden, terwijl bij descende- rend onderzoek de naam van haar man natuurlijk niet bekend is. Daardoor wordt het samenstellen van een parenteel (een lijst van alle afstammelingen van één persoon of echtpaar in mannelijke en vrouwelijke lijn), met andere woorden het descenderen zeer bemoeilijkt. Meestal is het samenstellen van een volledige parenteel hierdoor onmogelijk. Dit heeft onder andere consequen ties voor de kans van slagen van het terugvinden van descenderende genealo gische gegevens betreffende de x-chromosomale overervingswijze van ziekten en aandoeningen, die via vrouwelijke draagsters doorgegeven worden aan hun mannelijke nakomelingen. e doordat levenloos aangegeven kinderen in de tienjaren-tafels vaak alleen zijn gerangschikt onder 'Levenloos aangegeven' zonder opgave van de naam van de ouders, is het terugvinden van levenloos aangegeven kinderen van bepaal de ouders vaak zeer tijdrovend. Fiches en naamlijsten op de doop-, trouw- en begraafboeken Het bestaan van ingangen op naam kan een hulp zijn bij het terugvinden van genealogische gegevens, mits deze fiches overzichtelijk gerangschikt zijn of uitgetypt in overzichtelijke lijsten, die snel zoeken mogelijk maken. Hier van kan vaak geen sprake zijn bij een alfabetisch-lexicografische rangschik king, omdat dezelfde namen onder vele spellingsvarianten kunnen voorkomen. Het zoeken naar een inschrijving van bijvoorbeeld Johanna Maria (Jennemie) Derks kan niet snel resultaat hebben, indien men op 36 verschillende naams varianten zou moeten zoeken. Al deze naamsvarianten dienen onder één noe mer te worden samengevoegd. Dit vereist een gespecialiseerde kennis van naam kunde en van dialecten. De vele naamsvarianten, de verkeerde interpretaties en de leesfouten, die bij het ficheren gemaakt worden, maken het soms moei- 139 138

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 22