I ASCHIIE 2 Concept van Johan van Oldenbarnevelt voor de Staten van Holland van 1615, waarin de remonstrantse magistraat van Hoorn wordt ingelicht over het proces voor het Hof van Holland betreffende de weigering van de Vredemakers en Rijkdommen van A ven horn en Grosthuizen om deel uit te maken van de classis van Hoorn en om Dirck Christiaensz. als predikant te erkennen. Inv. nr 527. (Fotoatelier Algemeen Rijksarchief) 92 Het archief van Johan van Oldenbarnevelt Soms is voor het inventariseren van een archief moed nodig. Dat geldt ze ker voor dat van Johan van Oldenbarnevelt. Kaajan, die in zijn omgeving niet als bloeddorstig bekend staat, citeert met klaarblijkelijke instemming J. S. Mot ley: 'If they had cut his head off on account of his abominable handwriting, no creature would have murmured at the decree who had ever tried to read his infinite mass of manuscripts'. De eigenschappen van Oldenbarnevelts hand schrift zijn welbekend. Hij schreef niet alleen lelijk, maar ook onregelmatig en onvolledig. Vaak moeten er letters of lettergrepen bij worden gedacht zon der dat dit door ligaturen of andere tekens is aangegeven. Iedereen die in staat is dit schrift te lezen en zich er toe wil zetten om het te doen, verdient de dank baarheid van latere onderzoekers. De nu uitgekomen inventaris behelst het ambtelijk archief van Oldenbarne velt. Het familiearchief wordt op het moment afzonderlijk geïnventariseerd. Deze splitsing valt op praktische gronden wel te verdedigen. In de inleiding op de inventaris beschrijft Kaajan hoe Oldenbarnevelt zijn archief vormde, hoe er voor en na de confiskatie door vriend en vijand met zijn papieren is geharreward en welke wonderlijke lotgevallen ze in later eeuwen hebben be leefd. Kaajan Iaat zien dat tot het eind van de negentiende eeuw toe de indruk wekkende wrakstukken door archivarissen niet altijd met zachtheid zijn be handeld. Dossiers werden uit elkaar gehaald, velen hebben naar eigen inzicht gedeelten van het archief geïnventariseerd. Een zware taak wachtte de bewer ker die alle stukken moest doorlopen en opnieuw plaatsen. Hij diende als het ware te beginnen bij af. Behalve de geschiedenis van het archief bevat de zeer uitgebreide inleiding een uiteenzetting over onderwerpen die in verband staan met de in het archief bewaarde stukken. Daarbij wordt verwezen naar inventarisnummers. Zo kon den alle 'topstukken' en interessante onderdelen van het archief hier worden gesignaleerd, voor zover ze niet reeds door Veenendaal sr. waren uitgegeven. De inventaris zelf is met grote zorg samengesteld. De beschrijvingen zijn uit puttend en over het algemeen correct, of althans voor de historicus goed be grijpelijk. Overeenkomstig de geldende regels krijgen afschriften eenzelfde be handeling als originelen, kladden of concepten. Soms is dat gelukkig, zeker waar het kopieën betreft van stukken die niet in origineel bewaard zijn geble ven. Een voorbeeld zijn de afschriften die in verband staan met de Diemer- dijk. Maar er zitten ook veel kopieën in het archief die alle tijd en moeite van een nauwkeurige beschrijving niet rechtvaardigen. De originelen zijn meestal in de archieven van de Staten-Generaal of van de Staten van Holland voor handen. Daar zal de historicus ze ook zoeken. Vooral in een zo groot, con sciëntieus bewerkt archief bestaat het gevaar dat de onderzoeker door de bo men het bos niet meer ziet. Misschien verdient het toch overweging originelen en afschriften althans typografisch te onderscheiden, bijvoorbeeld door de aan duiding orig. vet te drukken. De ter zake kundige onderzoeker weet zelf wel, of van voor hem belangrijke documenten de originelen elders verloren zijn ge gaan. In dat geval zal hij of zij pas naar afschriften gaan speuren. Hierop is een uitzondering. Deze betreft afschriften waarop iemand aantekeningen heeft gemaakt. Dat is in de inventaris-Oldenbarnevelt niet altijd aangegeven. Daar 93

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 47