is niet altijd even grondig gedaan. Daarna bleven de stukken, samen met de eigenlijke familiepapieren, in handen van de erfgenamen. Het geconfiskeerde archief van Oldenbarnevelt is uiteraard een uitzondering. Maar dit terzijde. Het is gewoonlijk onmogelijk achteraf te bepalen waarom de resterende stuk ken in het archief van de raadpensionaris zijn blijven zitten. Mijns inziens is het niet de taak van de al of niet historisch geschoolde archivaris, een zeer ver fijnde functieverdeling toe te passen op een particulier archief van een hoge ambtenaar, dat op een dergelijke ingewikkelde wijze tot stand is gekomen. Nu een voorbeeld van de problemen waarop men stuit bij een indeling in deelfuncties. Anthonie Duyck kreeg van de Staten van Holland een instructie die hem op papier weinig armslag gaf. Wilde hij toch iets bereiken, dan moest hij, zeker in het begin, de formele weg bewandelen. Op een dag verscheen Duyck ter Staten-Generaal met een door hem opgesteld concept voor een uitgaande brief van dit college, zonder dat de Staten hem daar om hadden gevraagd. Dit concept werd geheel volgens de regels ingediend, namelijk bij wijze van een uitgebracht advies van de Staten van Holland. De Staten-Generaal keurden het concept goed. Dit is geen willekeurig voorbeeld. Hier wordt zichtbaar ge maakt wat in andere gevallen minder formeel, in feite ook gebeurde. Gesteld nu, dat een afschrift van deze brief zou zijn aangetroffen in een-helaas imaginair - archief-Duyck. In welke rubriek zou het moeten worden onderge bracht? Het werd in opdracht van de Staten van Holland opgesteld door de raadpensionaris, goedgekeurd door deze Staten zelf, ter Staten-Generaal in gediend door de gedeputeerden van Holland gezamenlijk, gearresteerd door de Staten-Generaal. Een ander voorbeeld hoe complex de verhouding tussen Hollandse aangele genheden en Generaliteitszaken was. In het archief van Oldenbarnevelt bevin den zich vele stukken van financiële en fiscale aard, die niet alleen Holland, maar ook de financiën van de Unie betreffen, een Unie waarvan het gewest souverein lid was. Zelfs al had Oldenbarnevelt nooit voet in de kamer van Ha re Hoog Mogenden gezet, dan zou men nog verwachten ze alle in zijn archief aan te treffen, omdat Holland er beslissingen over moest nemen. Deze stuk ken zijn, deels op grond van in de inventaris niet vermelde interne kenmerken, ondergebracht in de rubrieken en subrubrieken 'Landsadvocaat', 'Staten- Generaal', 'Raad van State' en 'Admiraliteiten'. Nu het probleem. Waar vindt de gebruiker een generale petitie, de consenten of een staat van oorlog in de inventaris-Oldenbarnevelt? Generale petities zijn aan te treffen onder: 'Lands advocaat van Holland, militaire zaken', maar eveneens onder: 'Leider afvaar diging Staten-Generaal, Raad van State, B Financiën, 2 staten van oorlog, a petities'; en nogmaals onder dezelfde rubriek subcategorie c 'ordinaris con senten'. De staten van oorlog staan onder de zojuist genoemde subrubriek. De consenten tenslotte zijn verdeeld. De Hollandse vallen onder 'Landsadvo caat, Militaire zaken', die van de overige provincies onder 'Staten-Generaal, Raad van State, B Financiën, c ordinaris consenten'. Komen deze vindplaatsen overeen met de intentie waarmee Oldenbarnevelt deze afschriften heeft verzameld? De petitie werd, evenals de Staat van oorlog trouwens, opgesteld door de stadhouder(s) en de Raad van State, ingediend bij de Staten-Generaal, doorgezonden aan de provincies. Deze dienden ver volgens bij de Staten-Generaal hun consent in. Gedeputeerden ter Staten-Ge- 90 neraal hadden gewoonlijk niet zelf een petitie of een staat van oorlog bij de hand. Hun provincie kreeg een afschrift. De landsadvocaat bewaarde de ko pieën in zijn archief dan ook in verband met de financiën van Holland. De staten van oorlog had hij overigens ook nodig in verband met het provinciale benoemingsbeleid van kolonels en lagere officieren en voor het overzicht van de beschikbare troepen. Maar de financiën waren hoofdzaak. Holland hield, evenals de overige provincies trouwens, met argusogen in de gaten of de ande re gewesten al het gevraagde consenteerden en of zij vervolgens hun verplich tingen nakwamen. Holland consenteerde immers bij gevolg van de andere pro vincies. Bovendien waren consenten en staten van oorlog de basis voor de rechtstreekse betalingen die Holland voor de vastgestelde doeleinden deed, want de gelden van de consenten gingen niet eerst naar de ontvanger-generaal van de Unie, maar rechtstreeks naar de plaats waar ze nodig waren. De uiteindelij ke afrekening, de liquidatie, vond op papier plaats. Er valt dus, nu even ge heel geredeneerd vanuit het standpunt van functies, veel voor te zeggen, deze stukken onder te brengen bij de financiële aangelegenheden van Holland. Maar dat is een grote ingreep, die de bestaande indeling in deelfuncties, met name die van landsadvocaat van Holland en leider afvaardiging Staten-Generaal gro tendeels zinloos en overbodig maakt. Een grote rubriek 'Financiën' biedt een veel eenvoudiger en juister oplossing. Hiermee rijst de vraag, hoe het dan misschien beter zou kunnen. Voorop gesteld zij nogmaals, dat de algehele indeling in functies gehandhaafd dient te blijven. Maar het is raadzaam, binnen de functie raadpensionaris onder scheid te maken naar object van bemoeienis. Naast de correspondentie met binnen- en buitenland kunnen dan rubrieken financiën, militaire zaken en bui tenlandse zaken komen, waar nodig met kruisverwijzingen, en steeds aange past aan de kenmerken van de archieven van de afzonderlijke raadpensiona rissen. Een dergelijke indeling doet de werkelijkheid geen al te groot geweld aan, aangezien de bemoeienissen van de raadpensionaris altijd plaatsvonden onder Hollands gezichtspunt. De ter zake kundige gebruiker, die gewoonlijk met gerichte vragen komt, kan een dergelijke inventaris simpel hanteren. De archivaris legt hem of haar geen schema op, waaraan de ambtsuitoefening van een raadspensionaris zou voldoen. Hij suggereert niet orde te hebben gescha pen waar de verhouding tussen Generaliteit en Holland uiterst ingewikkeld lag en persuasie, precedenten en naakte machtsuitoefening de werkelijkheid be paalden. Aan de structuur van de archieven zoals ze bewaard zijn gebleven of oorspronkelijk zijn geweest, wordt in de meeste gevallen geen geweld aan gedaan. Deze bestond immers vaak uit dossiervorming naar respect. Een en ander is niet bedoeld om het Project Staten van Holland te veroor delen. Integendeel, het is zo belangrijk dat het de aandacht ruimschoots ver dient. Maar de inventarissen worden gepresenteerd als voorlopig. Suggesties zijn dus nog mogelijk. Persoonlijk zou ik er voor willen pleiten, bij de defini tieve uitgave de al te ver doorgedreven indeling in 'functies' los te laten en een nadere indeling naar object van bemoeienis toe te passen, zonder alle docu menten een nieuw nummer te geven. 91

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 46