Hoofdstuk 4: de generale verantwoordelijkheid van het rijk voor het archief
wezen
c Materieel behoud van archieven
Volgens drs. G. J. W. Steijns is het niet duidelijk of de in de derde alinea van
deze paragraaf genoemde rechtsvorm naar privaatrecht van incidenteel te sub
sidiëren provinciale en regionale restauratie-ateliers een beperking inhoudt. De
voorzitter zegt toe, dat de van dit vraagpunt ter sprake zal brengen tijdens de
geplande hoorzitting van de vaste kamercommissie. Bovendien uit de voorzit
ter zijn bezorgdheid over de toevoeging 'voor zover mogelijk'.
Hoofdstuk 5: bestuurlijke organisatie van het archiefwezen
De voorzitter antwoordt op de kritiek, die in het verleden op het VAN-stand-
punt is uitgeoefend: als gevolg van de polarisatie tussen Convents- en Kring
standpunten en in verband met de samenstelling van de vereniging heeft de
van geen keuze kunnen maken tussen provinciale en rijksarchiefdiensten,
de organisatie van het archiefwezen op gemeentelijk niveau. Naar de mening
van Bordewijk schenkt de van onvoldoende aandacht aan het punt van de af
schaffing van de inbewaringgeving van archivalia van het rijk aan lagere over
heden. Hij pleit in bijzondere gevallen voor handhaving van deze regeling. Als
voorbeeld haalt hij de inbewaringgeving aan van het archief van een rijkson
derwijsinstelling aan de archiefdienst van de gemeente van vestiging. De voor
zitter betwijfelt het of deze regeling in de praktijk zal worden afgeschaft, maar
wil dit punt desgewenst benadrukken in de reactie van de van. Zowel
dr. L. P. L. Pirenne als drs. A. J. M. den Teuling vragen zich af wat met de door
het rijk vervreemde archieven gebeurt in het geval de archiefdienst, waar deze
archieven worden bewaard, wordt opgeheven, waardoor ook het beheer door
een archivaris vervalt. De voorzitter stelt, dat van vervreemding in de nota geen
sprake is, maar van overdracht nieuwe stijl, een nieuwe rechtsfiguur.
Hoofdstuk 6: financiële gevolgen
De van is teleurgesteld over dit hoofdstuk, met name omdat onvoldoende re
kening wordt gehouden met de financiële consequenties van bepaalde beleids
voornemens. Den Teuling deelt het uitgangspunt van de minister, dat bij ver
korting van de overbrengingstermijn bespaard kan worden op de ruimten voor
semi-statisch archief, waardoor budgettaire neutraliteit van dit beleidsaspect
is te verwezenlijken.
Over de reactie van de van op de Nota archiefbeleidgericht aan de vaste
kamercommissie voor wvc, worden geen opmerkingen gemaakt.
6 Rondvraag
J. H. Coelingh Benninck merkt op, dat de kwestie van de één- of meerjari
ge verschijningsfrequentie van de Staat van het Nederlands Archiefwezen tij
dens deze vergadering ter tafel zou worden gebracht. De voorzitter doet de
toezegging, dat dit punt in de volgende ledenvergadering aan de orde zal wor
den gesteld.
Kolk vraagt of de van aandacht kan besteden aan het probleem van de ont
sluiting van microfilms. In zijn antwoord verwijst de voorzitter enerzijds naar
de vorming van een commissie kwaliteitseisen informatiedragers. Anderzijds
is het toegankelijk maken van microfilms een kwestie van welke prioriteiten
een archiefdienst zelf wil stellen.
Vervolgens sluit de voorzitter de vergadering. De presentatielijst wordt door
84 personen getekend.
Hierna geven de gemeentearchivaris van 's-Hertogenbosch, drs. J. N. T. van
Albada, en de rijksarchivaris in Noord-Brabant dr. L. P. L. Pirenne korte uit
eenzettingen over de totstandkoming en de inrichting van het nieuwe stadsar
chief en het in de Citadel gehuisveste rijksarchief. Daarna worden belangstel
lenden in de gelegenheid gesteld een rondgang door het stadsarchief te maken.
Na de lunch bestaat de mogelijkheid de Citadel en de gerestaureerde St. Jans
kathedraal te bezoeken.
74
75