zoek in archieven voor historische en andere wetenschappelijke doeleinden.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het 'recht van toegang tot' geleidelijk tot
'openbaarheid van'.
Tezelfdertijd werd de noodzaak van privacybescherming steeds vaker be
nadrukt. Overigens valt hierbij iets merkwaardigs te constateren, zoals
E. G. Franz (brd) opmerkte. Dikwijls zijn diegenen die de grootst mogelijke
openbaarheid bepleiten van archieven betreffende voorgaande generaties, de
zelfden die een maximale bescherming van de privacy van hun eigen generatie
nastreven.
In de discussie werd gaandeweg duidelijk dat er een relatie bestaat tussen
de termijn van overbrenging van bestanden naar archiefbewaarplaatsen en de
mate van behoefte aan een nadere regeling van de bescherming van de privacy
van individuele burgers.
Daarom is volgens F. M. Vaganov (ussr) in de Sowjet-Unie, waar voor ve
le bestanden een overbrengingstermijn geldt van 5, 10 of 15 jaar, 'satisfying
and protecting the private interest of its citizens one of the first duties of
the State Archives. The Soviet archives understand the safeguarding of
the interests of citizens of the USSR as a wider concept than that of access to
archives. This provides for the use of documents of the State Archival Fonds
in the interest of society or, in other words, in the interest of all citizens of
the USSR'.
De aanwezigen waren het er over eens dat het 'recht om met rust gelaten
te worden' voor elke burger behoort te gelden. Wel mag daarbij onderscheid
gemaakt worden, zoals F. Evans (usa) zei, tussen een burger als privé-persoon
en een burger als publiek-persoon. Flet recht op privacy brengt met zich mee
dat aan personen gerelateerde of te relateren gegevens onder de werking van
een privacy-regeling behoren te worden gebracht. De vergadering stemde in
met de onderwerpen die volgens Duchein in een dergelijke regeling moeten wor
den behandeld:
1 burgerlijke staat
2 gezondheid
3 vermogen en inkomen
4 strafblad
5 beroepswerkzaamheden
6 politieke, filosofische en godsdienstige opvattingen
7 'basic statistical documents'
8 'family honour'
9 politiedossiers
10 informatie verkregen onder belofte van geheimhouding (ook: beroepsgeheim).
De praktische regeling van termijnen van geheimhouding levert vaak proble
men op. Want, zoals J. Favier (Frankrijk) zei, 'rekenen we termijnen te begin
nen bij de geboorte of bij het overlijden van een persoon, of bij het ontstaan
van het document? Wat doen we als in één document meer personen worden
vermeld?' Dat enige harmonie in de termijnen, ook internationaal, gewenst
is, illustreerde hij met een verhaal over een onderzoek dat noodgedwongen in
het buitenland moest worden uitgevoerd omdat de bestanden daar waren vrij
gegeven, terwijl ze in het eigen land nog gesloten waren. Een Afrikaanse collega
56
wees er op dat nationale harmonisatie even wenselijk is, want in zijn land is
met ongebruikelijk dat het ene ministerie documenten vrijgeeft die door een
ander ministerie worden geheimgehouden.
Een levendige discussie ontstond naar aanleiding van de bijdrage van
J. Lundkvist (Zweden) die in zijn studie de praktijk van clearance, toestem
ming voor raadpleging, van gesloten bestanden had behandeld. Waren som
migen van mening dat iedereen gelijk is voor de wet, anderen meenden dat
sommigen daarbij meer gelijk' mogen zijn, zeker in geval van wetenschappe
lijk onderzoek. Wel waren allen het er over eens dat steeds bedacht moet wor
den dat elke toestemming tot onderzoek in gesloten bestanden in beginsel een
schending van de privacy van een ander kan betekenen, en dat clearance zeer
zorgvuldig moet worden geregeld.
De door sommigen geopperde mogelijkheid gesloten bestanden steeds bij
de administratie te laten, werd door de meesten van de hand gewezen, als ont
lopen van verantwoordelijkheid. Men was het er wel over eens dat de toegan
kelijkheid van archieven na overbrenging naar een archiefbewaarplaats niet
kleiner mag zijn dan daar voor.
Een zelfstandige discussie ontspon zich over de problematiek van wetenschap
pelijke publikaties, natuurlijk na verkregen toestemming, op basis van geslo
ten bestanden. In hoeverre is de wetenschap gediend met publikaties die de
eerste jaren niet zullen kunnen worden geverifieerd? En om het nog erger te
maken, als de gebruikte bestanden vervolgens door de administratie worden
vernietigd? Bovendien moet er, zoals P. Alsberg (Israël) opmerkte, rekening
mee worden gehouden, dat de wetenschapsman van vandaag vaak de journa
list van morgen is. Nog gecompliceerder wordt het wanneer ook rekening moet
worden gehouden met de mogelijkheid dat informatie uit gesloten bestanden
wordt gebruikt om toegang te krijgen tot nog levende personen, ongeacht of
de vervolgens te verkrijgen informatie wordt gebruikt of niet.
Een collega, kennelijk doelende op de praktijk in zijn land, waarschuwde
dat privacy-bescherming niet oneigenlijk mag worden gebruikt, namelijk als
argument voor vernietiging, of beter, ter eeuwiger geheimhouding.
De secretaris resumeerde de discussie door te stellen dat:
een ieder recht heeft èn op privacy èn op onderzoek naar de eigen voorouders;
het anti-democratische karakter van ontheffing mogelijk kan worden ver
zacht door in een beroepsmogelijkheid te voorzien;
de effecten van een lange periode van sluiting gecombineerd met een onthef
fingsmogelijkheid, in de praktijk wellicht gelijk zijn aan die van een kortere
periode van sluiting zonder ontheffingsmogelijkheid;
dat de archivaris onder alle omstandigheden tot taak heeft de belangen van
de onderzoeker en van de onderzochte met elkaar te verzoenen.
2-3 Openbaarheid, privacy en archieven
In een aantal landen is de toegankelijkheid van archieven die nog onder de
administratie berusten bij wetgeving geregeld (freedom of information legisla
tion), al dan niet in samenhang met een privacy-wetgeving. Het doel van deze
wetten verschilt van dat van een archiefwetgeving voor de in de archiefbewaar
plaatsen berustende archieven. Maar in de praktijk zijn er raakvlakken.
57